Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Weinig nieuws onder de zon
Opener van de avond Flashguns [foto hieronder] onderscheidt zich als enige van hun gekopieerde voorgangers door niet The Flashguns te heten. De zanger is het favoriete zoontje van The Curefrontman Robert Smith. Qua stemgeluid dan, aan hun performance kan nog danig gesleuteld worden. Stijl: geblokte bloesjes en gladgestreken bloempotkapsels. Het Britpop zoals dat in den beginne als nieuw en fris werd verkocht, maar nu te vaak als kant-en-klaarmaaltijd wordt geserveerd. Niettemin weten ze wel hoe ze hun instrumenten moeten bespelen en produceren ze een gemakkelijk in het gehoor liggend en warm geluid dat (vooral op plaat) noopt tot dansen.
Eveneens lief en aangenaam is The XX. Waarschijnlijk meer misplaatst in de volgorde van optredens dan dat de muziek slecht is, want rustige electroliedjes zijn, hoe goed ook, na een vuig optreden van Dananananaykroyd een beetje een anticlimax. Een goed moment om thuis opnieuw te luisteren.
Maar de band die naar huis gaat met de award voor Beste Kopie is toch het Londense Fanfarlo [foto hieronder]. Alsof ze 's nachts stiekem de laatste Arcade Fire hebben nagespeeld en de eerste de beste producer onder een steen vandaan hebben geplukt. Luister voor de grap eens achter elkaar naar Fanfarlo's 'Drowning Men' en 'Rebellion (Lies)' van de Canadezen. Trompetje, viooltje, meisje. Om tien keer met je hoofd tegen een muur te lopen.
Krijsend drama
Superster-in-wording en verwachte hoogtepunt voor de avond Little Boots heeft afgezegd en daarvoor is Delphic in de plaats gekomen. Het enige wat ze met Little Boots overeenkomstig hebben is het genre, electropop. Alleen saaie drumcomputers zijn nog wel te overzien, maar neem daarbij dramatische zangcapaciteiten en het charisma van een wienerschnitzel en je weet dat de pers wederom te lovend was over deze band.
Maar gelukkig ligt de performance en de uitstraling van Marina and the Diamonds [eerste foto] nog vers in het geheugen. Een optreden van krap twintig minuten en het voor elkaar weten te krijgen om daar een overkrijste versie van Gwen Stefani's 'What Ya Waiting for' in te persen is bijna reden voor applaus. Ware het niet dat Marina's overweldigende boezem de aandacht vrijwel volledig wegneemt van het gekweel van deze dame en er weinig overblijft dan verlekkerde mannen en gaten in het podium dankzij Marina's naaldhakken.
En what about good ol' Grampall Jookabox? Gaat hij zijn apathische optreden bij Motel Mozaïque nog verbeteren? Het antwoord blijkt al snel een luid en duidelijk 'helaas'. Alsof hij net iets te veel Amsterdamse cake heeft genuttigd zit hij op het podium, alleen zijn drummer lijkt nog minder wakker te zijn dan hij. Een rommelig optreden waar alle beats en samples uit een doosje komen en na elk nummer het publiek hoopt op een verbetering.
Later, als ze groot zijn
Is het dan allemaal ellende wat de klok slaat? Ach nee, zoals immer zijn er een paar bands die de avond nog weten te redden en waar je later als ze groot zijn nog veel van gaat horen. Aussies Temper Trap [foto hieronder] hebben een veelbelovende start gehad door als voorprogramma voor onder andere Cold War Kids en The Dears op te treden. Met een album dat geproduceerd is door Jim Abbis (Björk, Massive Attack) lijken ze het al aardig gemaakt te hebben. Ook live weten ze hun mannetje te staan. Denk aan een mix van TV on the Radio en Kasabian, met een dikke emo-topping. Lekker om mee te brullen, zeker als de heren zich na het openingnummer durven te laten gaan op hun eigen vlammende gitaarspel.
The Joy Formidable maakt op plaat zijn naam geheel waar. Hier en daar een nummer met lange gitaarsolo's en veelal een grote bak melodieuze herrie, maar over het algemeen toch strakke en korte nummers die een matig applaus weten op te wekken. Na de hete (door YouTube gebande) videoclip van 'Beautiful Agony' is het optreden namelijk een grote teleurstelling. Als de heren en dames daar nog even op oefenen, gaarne op herhaling.
Hoogtepunten zijn uiteindelijk twee bands die qua bandsamenstelling volledig contradictoir aan elkaar zijn. De ene een puberaal groepje magere jongetjes, de andere een band met een volledig opzwepende donkere diva als frontvrouw. De kids van rebellerende punkband Dananananaykroyd komen met hun magere armpjes opgeheven het podium op gestuiterd en zijn overduidelijk zelf hun grootste fan. De bonkende en chaotische "fight pop" leent zich perfect voor een kolkende moshpit waar de twee zangers (waarvan één ook parttime drummer) zelf ook in te vinden zijn. Halverwege de show creëren de Schotse heren en dame een show-what-you-can dansvloertje midden in de zaal. Het laatste snoepje van dit anarchistische optreden is een podiumcoup door het publiek, die door de band gebruikt wordt om al crowdsurfend de coulissen in te verdwijnen.
En dan The Noisettes [foto hierboven]. Na een weinig overtuigend openingsnummer trekt zangeres Shingai Shoniwa haar bolero uit en dan gaat het los. Als een panter vouwt ze zich om achtereenvolgens de geluidsboxen, de bassist en het drumstel heen. Haar prachtige, volle soulstem is totaal niet misplaatst in de funky postpunk die ze ten gehore brengen. Wat op het nieuw album Wild Young Hearts voornamelijk klinkt als brave indiepop knalt in Paradiso lekker uit de speakers en doet na elk nummer verlangen naar meer.
Ondanks een over het algemeen genomen middelmatige avond, gloort er dus nog hoop aan de horizon. Nog één dag te gaan, met onder andere The Asteroids Galaxy Tour en Cinematics.
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-2009-1-dag-2/18540/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: