Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Veel te laat, met een bekeuring op zak voor fietsen zonder licht en vieze handen door een afgelopen ketting kom ik aan in Paradiso, alwaar ik op het scherm in de grote zaal nog net de laatste nummers van The Fiery Furnaces kan aanschouwen. Hun sixties-rock met orgeltje hebben we wel eens beter en vooral ook heftiger gehoord.
Het scherm gaat omhoog voor Hawksley Workman and the Wolves. Vol verwachting klopt ons hart, want twee jaar eerder was Workman een van de weinig sensaties van een berucht slappe editie van Lowlands. Hij zong de sterren van de hemel, zette een show neer met de theatraliteit van een travestietenuitvoering van het Zwanenmeer en droeg een kuisheidsgordel.
Niets van dat alles vanavond. Workman heeft zijn kuisheidsgordel ingeruild voor een Fred Durst-achtig petje. Op Lowlands kwam hij op met alleen twee houten stokken waarmee hij zichzelf begeleidde door er mee op het podium te stampen. The Wolves kwamen er dan stuk voor stuk bij. Geweldige opbouw. In Paradiso komt meteen de hele band op en begint met een obligate middle-of-the-road rocker. Dat houden ze net zolang vol totdat iedereen die er bij was op dat magische optreden op Lowlands zich huilend in de gracht heeft verdronken of onder het motto “if you can’t beat them, join ‘em” in de foyer een makelaar te pakken probeert te krijgen voor een leuk huis op een Vinex-lokatie.
Dat er nog een klein vonkje over is van het vuur dat ooit zo hoog oplaaide in Hawksley blijkt pas als hij de band op de pianist na wegstuurt en met die minimale begeleiding nog iets laat merken van zijn geweldige talent. Misschien was het ook gewoon wel een slecht idee een Canadees te programmeren op een festival voor Engelse muziek.
Gelukkig is het daarna in de bovenzaal feest. De Engelse Kamphuijs (gitaar), Kerstens (gitaar) en Van Binsbergen (bas) hebben besloten een bandje op te richten. Ze hebben een hooligan gerekruteerd als drummer (“Hé man, lul, jij houdt er van om op dingen te slaan?”) en zijn nu gelukkig niet het Engelse antwoord op Volumia!, maar wel op Radio 4. Ze doen dat onder de naam Franz Ferdinand, waarschijnlijk als eerbetoon aan de man die met zijn dood het einde inluidde van de glorieuze tijden waarin het gepeupel zijn plaats nog wist. Maar de Spandau Ballet-kapsels en streepjesoverhemden – en dan maken mensen opmerkingen over de enge outfits van The Darkness – zitten de swingende punkfunk gelukkig niet in de weg.
De avond eindigt daarna weer in mineur. Op zich te verwachten als je The Arab Strap als afsluiter programmeert, maar het is niet de beoogde mooie melancholie die de Schotten over ons heen laten komen, maar vooral gaapopwekkende verveling. Hoofdschuldige in deze is zanger Aidan Moffett. Zijn zanglijnen zijn aan de uniforme kant, maar belangrijker is dat hij tijdens de instrumentale passages ongeduldig over het podium gaat ijsberen, wachtend tot hij weer mag. Tenminste, als hij niet met zijn rug naar het publiek naar de drummer gaat staan kijken. Een enkele keer heeft hij de goedheid van het podium verdwijnen. Zonder lompe stoorzender op het podium blijkt de muziek dan ineens veel indringender.
Ronduit teleurstellend, deze eerste dag van het London Calling festival. Morgen The Darkness, waarover veel goede berichten zijn vooruitgesneld. Zelfs zo goed dat het helemaal is uitverkocht.
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-2003-dag-1/4546/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: