Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De herfsteditie van London Calling 2005 kende volgens programmeur Ben Kamsma op voorhand weer een rij bands die het helemaal gaan maken in het komende (half)jaar. Hij noemde: Duels, Battle, Guillemots, Infadels en ¡Forwards, Russia!. Wij zagen in onze glazen bol vooral Test Icicles, White Rose Movement, ¡Forwards, Russia! en Amsument Parks On Fire hoge ogen gooien. De uitputtingsslag zit erop, tijd om de balans op te maken.
De Schoten voor de Boeg
In eerste instantie valt op hoe vol het programma deze keer is, zeker wat de dagsluitingen betreft. Grote zaal leegvegen en en masse naar het bovenzaaltje om opeengepakt tot laat te proberen een glimp op te vangen van de daar spelende bandjes. De drukte daar is bepaald geen pretje. Vooral niet als je die door onderbezetting aan de bar verstoken van een natje moet doorbrengen. En dan dat wachten tijdens de ombouwtijd daar; als haringen in een tonnetje…
Okee, de Engelse muziek staat weer volop in de belangstelling en het bandaanbod voor London Calling is overstelpend, toch dringt zich de vraag op of less is more niet opgaat. Ook al omdat we in januari 2006 alweer op een editie getrakteerd worden, nog voor de reguliere maart/april-aflevering dus. Dit najaar was het immers niet bepaald allemaal goud wat er schitterde.
Vrijdag 4 november
De vrijdagse aftrap komt maar met moeite van de grond. We gaan van acquit met de rammelrockende noveltyact The Research. Een vals zingende bassiste, een uit de maat drummende zangeres die wel gezegend is met een goede stem en daartussen Russell The Disaster: Casio-keyboard op schoot, truckerpet op het hoofd. Hij klinkt als een gemankeerde Stuart David op een dieet van wodka/Red Bull, maar de met “koortjes” opgesierde lo-fi garagepop wil niet beklijven en verveelt binnen het halfuur.(SS)
In de grote zaal is het al niet veel beter gesteld met The Race, een gezelschap van vijf man dat erg toegankelijke poprock maakt. De muziek houdt ergens het midden tussen Athlete en Snow Patrol. Het begint allemaal best leuk, maar de verzadiging treedt snel op. De liedjes blijken nog niet sterk genoeg. Daarnaast heeft de band wat curieuze trekjes. Zo is er de kleine, gedrongen zanger (die wat weg heeft van Intwine's Roger) die dansbewegingen maakt alsof hij jogt en de gitariste die gilt en kermt alsof het haar een lieve lust is. Middelmaat is echter heer en meester.(HR)
Voordat we ten prooi vallen aan lamlendigheid is daar ineens de vreemde eend in deze London Calling-bijt: Queen Adreena [foto links]. Stomende, sleazy stonerrock met karrenvrachten hints naar Led Zeppelin, Black Sabbath en Marilyn Manson (voor wie de band als voorprogramma speelde) én zelfs een punky gothic sausje, met als frontvrouw een wulps, dronken elfje met een overdaad aan sexappeal; dat kan slechter. Strakke band, overrompelende krijsperformance die het midden houdt tussen Kate Bush, PJ Harvey en Björk en dat alles ondergedompeld in een dikke portie drank en drugs. Hoe fabelachtig van de wereld was de standbeeldige bassist en op welke planeet dacht zangeres Kate-Jane Garside rond te wapperen met haar ‘Wuthering Heights’-achtig maaiende armen? Geen typische kost voor de indiekids, wél een geoliede verrassing. (SS)
Beneden is het de beurt aan White Rose Movement [foto rechts] om de new romantics sferen naar nieuwer terrein te brengen. Op setsluiter en dijk van een hit ‘Alsation’ na lukt dat nagenoeg niet. De show die de grote zaal wel makkelijk aankan – groot gebaar van de op Ralf Hütter lijkende frontman, ijskonijnige blondine op toetsen – is visueel dik voor mekaar. Op het gelikte af. Muzikaal steekt White Rose Movement, zwaar leunend op The Sound, The Killers of The Bravery twee maal ruimschoots voorbij, de rest van de set valt ten prooi aan weinig verheffende en onderling inwisselbare bladvulling. En toch: één knallende video op MTV en White Rose Movement zou zomaar een dikke hit kunnen scoren. (SS)
Aan de overkant van de Noordzee wordt echter ook gepunkrockt. Eén keer eerder speelde Brakes in Nederland, op Metropolis. Volgens eigen zeggen voor een handjevol publiek, vandaar dat de band - voortgekomen uit Electric Soft Parade, The Tenderfoot en British Sea Power - blij is met een afgeladen kleine zaal. Brakes moet het hebben van lollige teksten (I heard about your band / cause you were screaming it in my ear) en ultra-korte, gimmick-achtige nummers. Brakes reflecteert op cynische wijze het leven in een band en dat is best aangenaam en lollig. Zo nu en dan een lekkere bak gitaarherrie, maar het optreden is te vrijblijvend om echt goed te zijn en blijft dus steken op een zeventje.(HR)
Het eerste echte feest komt – totaal niet verrassend – op het conto van The Zutons [foto links]. Ze stonden er al twee keer eerder, speelden Gomez weg als support-act en hun soulvolle funkyrock laat Paradiso ook nu weer flink dansen. Leefden we nu in de 60s/70s dan waren The Zutons mega geweest, nu laaft het publiek zich in een heuse pit aan bekend werk, aangevuld met nieuw materiaal. Opvallend dat het recente werk nogal eens neigt naar KC & The Sunshineband-achtige pop, maar ook een exemplaar kent dat met kraak en smaak weet te vlammen. Die nieuwe plaat zou – te oordelen naar dit voorproefje – dus wel eens wat meer de extremen kunnen opzoeken. Zolang de saxofoon sexy blijft swingen en het spelplezier en de bezieling The Zutons in hun greep houden, kunnen we die release met vertrouwen tegemoet zien.(SS)
Om de cirkel vanavond rond te maken wordt ook afgesloten met een gimmick-act. Kid Carpet, een Brit die wel wat weg heeft van een hooligan. Het podium is bezaaid met instrumenten zoals je deze in een speelgoedwinkel aantreft. Gitaren met drukknopjes, keyboards met oerlelijke voorgeprogrammeerde riedeltjes en blaasorgeltjes. Kid Carpet vermengt deze speeltuinrock met pompende samples. Maar na één nummer weet je het wel. Next please!(HR)
De balans van de eerste dag London Calling slaat dan ook niet onverdeeld positief uit. De grote naam doet wat we mochten verwachten, Queen Adreena overrompelt en valt apart buiten de boot, maar verder beklijft verdomd weinig. Alles bij elkaar genomen spreken we van een krap redelijk.
Zaterdag 5 november
Traditioneel gezien is de London Calling-zaterdag de sterkere van de twee dagen. Ook nu weer komt het publiek in grotere getale op. Wanneer vlak voor het podium de vaderlandse Britstarfuckende groupies hun waar op een kortgerokt presenteerblaadje aanbieden, moeten de echt hete acts wel in huis zijn. Het contigent Britten is wat minder groot dan bij Arctic Monkey’s of voor The Others en Kaiser Chiefs, maar dat mag de pret verder niet drukken.
We denken niet dat je een heel ruige avond met Field Music kan beleven. Dit zijn drie echte gentlemen die gaan voor het mooie liedje, niet voor het rockgehalte. Daardoor misschien niet helemaal op zijn plaats op London Calling, desalniettemin zeker de moeite waard. Het openingsnummer heeft door de driestemmige zang een hoog Futureheads-gehalte, verderop in de set zijn de nummers doorspekt met invloeden van The Beatles. Hier en daar zouden de nummers best een paar graden gepitcht mogen worden. Evengoed is het een verademing om na een slappe vrijdagavond eindelijk echte liedjes te horen.(HR)
Aan liedjes doet Amusment Parks On Fire [foto rechts] nauwelijks. Lang uitgesponnen shoegazerwerk met een zware dreun van de My Bloody Valentine-molen wordt onder verzengend snerpend volume de zaal ingeblazen. Dreigend, maar ook warmbloedig dringt de gitaarorkaan door tot elke porie. Toch haalt de show het niet bij het indrukwekkende debuut wat vooral voor rekening komt van zanger Michael Freerick die net niet genoeg verzuipt in de mix en dus opvallend vlak en eentonig uit de hoek komt. Desondanks komen liefhebbers van Mogwai of Sigur Ros bij vlagen aardig aan hun trekken. Voor thuis ligt binnenkort de fenomenale Blackout EP in de rekken.(SS)
Guillemots is volgens programmeur Ben Kamsma hét snoepje van de week. Elke zaal wil deze formatie hebben, er is dus nogal veel om te doen. Dat is deels begrijpelijk. Guillemots heeft een aantal bloedmooie poprock-liedjes, zoals ‘Make Up Love Song’. De zanger annex toetsenist kan hier het hele bereik van zijn stem in kwijt, terwijl de muziek quasi-ingetogen is. Helaas zijn niet alle nummers even goed. Guillemots moet dus nog even naar de juiste balans zoeken. Dan zou het best nog wat kunnen worden.(HR)
Uit de podiumpresentatie van Battle kun je opmaken dat de band gedreven is. De band staat er alsof het een gevestigde naam is. Een wat arrogante attitude en een speellijst waar in rap tempo de nummers doorheen worden gejaagd. Dat geeft het publiek weinig mogelijkheid om even adem te halen. Sterker nog: het werkt verstikkend. Alle nummers beginnen op elkaar te lijken, zelfs de hit ‘Demons’ vergaat in de brij. Battle op London Calling is vlees noch vis. Jammer, gemiste kans.(HR)
¡Forwards, Russia! [foto links] lijkt het geboden podium echter aan alle kanten te willen uitbuiten om een blijvende indruk achter te laten. 13-12-17-7-16-18-9-14; nee geen Fibonacci-sequence, maar de setlist. Nummers worden alleen aangeduid met getallen. Leuk; kun je eens alleen de even of oneven nummers spelen, of priemgetallen en ga maar verder. Hun grillige en springerige onweerstaanbare punk jakkert als een bezetene voort. Van de hak op de tak schreeuwen At The Drive-In, Les Savy Fav, Sonic Youth en Radio 4 om aandacht, terwijl we met gesloten ogen een Bloc Party-on-speed horen. Hectisch en bruut, blijkt ¡Forwards, Russia! een sensationele dreun voor je bek; eentje van de soort die nog lang nagalmt. Misschien te extreem voor het grote werk, wel een écht geslaagde smaakmaker.(SS)
Was het boven allesbehalve saai, Dogs grossiert erin. Niet alle bandjes op London Calling bestaan uit jonge muzikanten. De mannen van Dogs zijn al iets ouder en halen hun inspiratie ook uit een ander tijdperk. Ergens eind jaren 60 begin jaren 70. Veel gitaren, venijnige drums. Maar door het ontbreken aan melodie is het moeilijk te plaatsen wat Dogs nu precies doet en wat het zou willen doen. Misschien gaat het om de teksten, maar die zijn moeilijk te verstaan. Tja, zonder melodie begint alles op elkaar te lijken. Conclusie: SAAI.(HR)
Na saai komt mwah; zie daar Duels. Bij vlagen doet Duels denken aan Suede, andere momenten hoor je The Strokes of The Hives. Eigenlijk is Duels een allegaartje van de gitaarbands van de laatste vijf jaar. De band speelt lekker hard en de zanger is best charismatisch. Hij kan het zich zelfs veroorloven om voorovergebogen te zingen, alsof het publiek hem geen reet interesseert. En toch. Toch grijpt Duels je niet. De melodielijnen zijn best leuk maar niet pakkend. Dat kan een kwestie van vaker horen zijn. Tot die tijd: mwah.(HR)
Min of meer als headliner neergezet kwijt Clor [foto rechts] zich uiterst verdienstelijk van zijn taak. Muzikaaltechnisch een zeer verzorgde, prima ingespeelde band die verdomd goed weet hoe je muziek interessant moet houden. De breaks vallen zelden waar je ze verwacht, kwinkslagen vliegen je om de oren, maar tegelijk is en blijft het materiaal dansbaar als de pest. Ken je de plaat niet, dan verwaaien deze details misschien een beetje, maar dat mag de feestvreugde niet drukken. ‘Outlines’, ‘Love and Pain’ en ‘Hearts on Fire’ zetten de grote zaal in lichterlaaie en toch resteert het gevoel dat met iets meer bravoure in de presentatie nog veel meer in een Clor-show zou kunnen zitten.(SS)
Het is echter moeilijk in te zien waarin de show van de absolute knaller van deze najaarseditie van London Calling extremer zou kunnen. Na een heleboel middelmaat en al-zo-vaak-gehoord waait er met Test Icicles [foto onder] een frisse wind door de bovenzaal van Paradiso. Schreven we hier eerder dat het album te weinig kop-staart-liedjes kent, vanavond valt alles op zijn plaats. Versterkers op tien en knallen met die gitaren. Smerige drums uit een computertje en strot wijd open voor geschreeuw en gegrunt. Even lijkt het erop dat Test Icicles haar kruit te vroeg verschiet door de hit ‘Circle Square Triangle’ al als derde nummer te spelen, maar de band blijft daarna fier overeind. Ondanks het gigantische ego en attitude: het publiek maant Test Icicles tussen de nummers door meermalen tot doorspelen, wat een averechts effect heeft: "Jullie willen muziek horen? Wij maken geen muziek." Maar het is ze meteen vergeven als er weer zo'n vuig nummer door de speakers knalt. Keiharde electropretpunk waar we heel blij van worden.(HR)
En dan begint het grote wachten… Afbreken, opbouwen, volle bak in de bovenzaal en Chikinki komt ons vergasten op een dosis electro gespeeld door een rockband. Echt rocken wil het niet, echt dansbare electro wil het ook niet worden. Echt dansen is er toch al niet bij, wanneer het publiek zich de zaal in wil persen. Het ziet er goed uit, het klinkt goed en een voldoende scoort de band zeker wel, maar het kan aan de slijtage van een overvol programma liggen, maar het Chikinki wil er maar niet in.(SS)
Tegen de tijd dat Infadels op mogen, is er bijna niemand meer in de zaal. De band stond eerder dit jaar op Lowlands in de kleinste tent, sindsdien heeft hun album weinig tot niets gedaan in Nederland. Misschien daarom ook de geringe belangstelling? Infadels doet electro-rock'n roll strak in het pak gehesen. We hebben het allemaal al vaker gezien en gehoord. Nee, het is bedtijd.(HR)
Kortom
Na een uitputtingsslag van twee dagen London Calling komen we niet veel verder dan een paar topacts die ons blijven heugen. Met stip op één komt nieuw binnen: Test Icicles, op de voet gevolgd door ¡Forwards, Russia!. Voor de aparte twist noteren we Queen Adreena, voor het interessant dansbare werk Clor. Goede echte liedjes kwamen van Field Music, Guillemots hebben beloftevol potentieel en The Zutons deden wat ze moesten doen. Toch resteert na afloop het gevoel weinig echte klappers gezien te hebben: middelmatigheid viert hoogtij. Is de Britse koek aan topacts dan langzaamaan opgepeuzeld? Of zagen we gewoon de verkeerde taartpuntjes?
Deze editie had geknipt tot een eendaags en minder overvoerd programma kunnen leiden tot een aaneenschakeling van leuk-tot-geweldig. Met een extra editie in januari (wederom tweedaags) in het verschiet, vrezen we voor overkill. Komt dat niet wat erg vroeg? Bovendien hoeft het wat ons betreft echt niet uitentreuren door te gaan in de bovenzaal. Lucratieve dansavond in de grote zaal? Prima, dan houdt London Calling gewoon iets eerder op. Bespaart het publiek in ieder geval proppende drukte en dan blijft het voor iedereen een stuk leuker. Kwaliteit over kwantiteit, zullen we maar zeggen…
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-2-2005/11161/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: