Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op papier is de line-up van de London Callingvrijdag minder dan die van de zaterdag en dan moeten ook nog eens vier Amerikaanse bands afzeggen, met dank aan de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull. Bovendien is LoneLady ziek. Maar wat uiteindelijk wel op het podium staat, is dik in orde.
Doll & The Kicks stond al eens in het voorprogramma van Morrissey. Nu heeft de gewezen frontman van The Smiths er een handje van om vrij abominabele supportacts te kiezen en ook Doll & The Kicks kon indertijd geen indruk maken. Maar vanavond is de uit de Britse kustplaats Brighton afkomstige groep beter op dreef. Het viertal maakt nog steeds vrij platte rock waarbij de beloofde new wave-invloeden met een vergrootglas gezocht moeten worden, maar daar is zowaar af en toe een pakkende song tussen te vinden. Wel heeft zangeres Doll nog steeds een vrij dunne stem die nogal te lijden heeft onder haar enthousiaste podiumpresentatie.
Folk revival
Dé verrassing van de vrijdagavond dient zich al vroeg aan. Erland & The Carnival laat zich inspireren door Britse traditionele muziek en steelt de show met een opwindend optreden vol invloeden uit folk, maar ook americana en filmmuziek. Erland & The Carnival kan niet worden gezien als een stel jonkies, doordat de zanger oudgedienden Simon Tong (The Verve, The Good The Bad & The Queen) en David Nock (The Orb, The Fireman) om zich heen heeft weten te verzamelen. Tekstueel komt de inspiratie van dichters als William Blake of (folk)zangers als Pete Seeger, Leonard Cohen en Jackson C. Frank. Songs als 'The Sweeter The Girl (The Harder I Fall)' en 'Was You Ever See' zijn simpelweg ijzersterk.
Villagers is de groep rond de Ierse zanger Conor J. O'Brien. Wat stem betreft lijkt hij sprekend op die andere Conor: Oberst, van Bright Eyes. De vergelijking is zo overduidelijk dat het moeilijk is om niet meteen aan Bright Eyes te denken. De meeste nummers van Villagers zijn akoestisch en met de emotionele zang van O'Brien is er zelfs even sprake van Buckley-epigonisme. Echt pakkende muziek is het niet, maar de groep komt in de Kleine Zaal goed tot zijn recht. Binnenkort verschijnt debuutalbum Becoming a Jackal.
Eighties mix
"We're Darwin Deez and we're from New York Cities", aldus de frontman van een knotsgek viertal dat eruitziet als een kruising tussen de Village People en de inmiddels alweer vergeten electro/rockact Morningwood van enkele jaren geleden. Het New Yorkse Darwin Deez heeft opzichtig in de jaren tachtigmuziek gesnuffeld en dat gemixt met hoekige gitaarlijnen. Wie goed luistert, herkent riffs en melodielijnen die rechtstreeks afkomstig zijn van Prince, George Michael, Madonna of mindere muzikale goden uit de jaren tachtig. Wie minder goed luistert, hoort een brij aan muziek voorbijkomen waar af en toe flarden van Beyoncé en The Bangles in te herkennen zijn. Leuke show, het publiek gaat welwillend mee met alle maffe capriolen, maar de volgende keer misschien wat meer aandacht aan goede songs besteden - die zijn ronduit belabberd.
Arm Stornoway, dat in de Grote Zaal moet spelen vlak nadat Darwin Deez de boel op stelten heeft gezet. Het praatgrage en ronduit onbeschofte publiek heeft totaal geen aandacht voor het viertal dat voor het grootste deel akoestisch en (veel te) zacht speelt. Zanger Brian Briggs probeert tussen de nummers door de sfeer erin te houden door onbeholpen allerlei feitjes die hij over Nederland weet op te lepelen, maar het maakt het optreden er niet bepaald opwindender op. Zonde, want aan de liedjes ligt het niet. 'I Saw You Blink', 'We Are The Battery Human' en 'Fuel Up' zouden in een zonnige festivalwei met een iets beschaafder publiek veel meer bijval hebben gekregen. Of anders wel in de Kleine Zaal. In september komt Stornoway weer naar Nederland. Hopelijk heeft de groep dan aan de podiumpresentatie gewerkt en krijgt ze meer bijval.
Balthazar [foto] is op het allerlaatste moment opgetrommeld om één van de in het programma gevallen gaten op te vullen. Het valt de organisatie niet euvel te duiden, maar de Belgen zijn toch iets te nadrukkelijk afkomstig uit de muziekscene van onze zuiderburen, met duidelijke referenties aan bijvoorbeeld dEUS. Maar in sommige nummers is ook Britse punkfunk terug te horen. Nog iets meer variatie in de nummers zou goed zijn en dan komt Balthazar er wel.
Opvallend, de nadruk lijkt bij London Calling steeds meer op het ultrahippe Manhattan en Brooklyn te liggen. Misschien wordt het daarom eens tijd voor een Brooklyn Calling. Het Britse aandeel in de programmering put nadrukkelijk uit de recente folkrevival. En dat is na jaren van nadrukkelijk door de punkfunk of anders door de Arctic Monkeys geïnspireerde gitaarmuziek een welkome afwisseling.
Foto van Balthazar uit het KindaMuzik archief, door Reinier Asscheman.
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-1-de-vrijdag/20092/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: