Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het (K-raa-k)³ festival heeft zich gedurende het voorbije decennium opgewerkt tot een internationaal forum dat inspeelt op interessante muzikale evoluties en cruciale bands in de kijker stelt. Tijdens de elfde editie van het jaarlijkse mekka voor experimentele muziek is het niet anders, al is de samenstelling én de samenhang van de affiche niet steeds duidelijk. Ook heeft men deze keer ingespeeld op trends die misschien toch niet zo relevant zijn.
Toegegeven, met het wegvallen van Sun City Girls geraakte de overtuigingskracht van het festival misschien wel uit balans maar de overgebleven puzzelstukken passen niet echt in elkaar en laten de toeschouwer na een slopende twaalf uren durende marathon toch wel met een ietwat onthutst gevoel achter.
Metal en seventies hardrockadepten zijn flink vertegenwoordigd met Major Stars, Orthodox (de vervanging ter elfder uur van geestesgenoten Witchcraft) en het Gentse Lugubrum. Ook al is er zeker iets voor de relevantie en de invloed van dit genre in de hedendaagse muzikale evolutie te zeggen, overdaad schaadt.
Daarnaast zijn acts als Ergo Phizmiz en Bohman Brothers door hun ludieke aanpak ook wel interessant. Maar na enkele minuten leukdoenerij over bijvoorbeeld hoe geluid te maken met fruit, heb je het wel gehad. Dat kan in zekere zin ook gezegd worden over de vocale gekdoenerij van Phil Minton.
Alle kritiek ten spijt zijn er toch enkele hoogtepunten.
Het piepjonge duo Dennis Krokodil and Friend legt als opener de lat hoog. Hun mix van electronica, prullaria en stemmen evolueert in de richting van Excepter maar het Limburgse duo hecht meer belang aan ritme. Die nadruk op de beat verwijst duidelijk naar het verleden. Wanneer op een gegeven moment de vriend een gitaar omgordt en in ware Steve Albini-stijl de ziel uit zijn lijf speelt, wordt de link met Big Black nog duidelijker.
Racoo-oo-oon boeit eveneens en zet een stomende set neer waar ritme eveneens heel belangrijk is. De twee drummers vormen de kern waarop de rest voortbouwt. Energiek klinkt het zeker maar op (K-raa-k)³ gaat het er toch iets minder rechtlijniger aan toe dan op bijvoorbeeld In the Cave of Spirits Forever.
Na een stomend begin neemt Racoo-oo-oon een stapje terug, rolt zich in psychedelica en komt zo tot een heel ander klankenpatroon waarin eveneens saxofoon, belletjes en meervoudige stemmen figureren.
Toergenoten Warmer Milks komen ook al anders uit de hoek dan hun recente cd Radish On Light doet vermoeden. Na een intro waarin de leden met lichte noise en andere minimale klanken tekeer gaan, slaat Mike Turner het roer om en zet hij een ingetogen set in die uitblinkt in fragiele doch doodgewone folk. Geen noiseuitbarstingen, noch gitaarfreakouts maar wel een cover van ‘I Hate the Blues’ en andere kampvuurnummers.
Ook al gaat het tijdens het laatste nummer een andere, meer experminentele kant uit, de verwachte muzikale explosie blijft achterwege en het publiek blijft bijgevolg wat op zijn honger zitten
Zoals elk jaar staan er ook enkele sleutelfiguren uit de ontstaansperiode van het hedendaagse muzikale experiment op de affiche. Little Howlin’ Wolf maakt sinds de jaren zeventig naam als straatmuzikant in Chicago en is recent opgepikt door het kringetje van noiseadepten waaronder Nautical Almanac. Hij brengt een eigengereide versie van de blues en beroept zich hiervoor op een drumstel, gitaar, mondharmonica, twee saxofoons en enkele fluitjes. Hij wisselt voortdurend tussen de verschillende instrumenten, wat ook een lust voor het oog is.
Dinosaurs with Horns ontstaat uit het baanbrekende Los Angeles Free Music Society en bestaat uit tapelooppionier Joseph Hammer en instrumentenbouwer Rick Potts. Het duo werkt een lange soundscape uit waarin vele elementen verwerkt worden, van organische geluiden tot radiosamples. Deze aanpak is vergelijkbaar met die van hun tijdgenoten Smegma en het resultaat is haast even indrukwekkend.
Het hoogtepunt van de dag wordt verzorgd door Daniel Higgs [foto rechts]. Gewapend met mondharp, banjo of gewoon a capella weet de charismatische frontman van Lungfish met zijn imposante stem het publiek aan zijn lippen te kluisteren. Higgs brengt adembenemende versies van ‘Living in the Kingdom of Death’ en ‘Thy Chosen Bride’ en ook zijn muzikale uitstapjes, waarop hij enkel een traditionele mondharp bespeelt, mogen er zijn.
De Nederlander Josef van Wissem produceert met zijn luit heerlijke melodieën waarin bepaalde ritmes steeds terug opduiken. Van Wissems oog voor detail en de sereniteit van de setting in de filmzaal - met stoeltjes dus - maken de luisterervaring echter erg beklijvend. Van Wissem bewijst, net zoals Max Richter trouwens, dat klassieke muziek de bron kan zijn voor uiterst interessante klanken.
Helaas biedt de som van de delen weinig meerwaarde en zijn het enkel individuele concerten die overtuigen, al blijft het (K-raa-k)³ festival een uiterst gezellige aangeledenheid. Volgende keer wat meer cohesie en een meer overtuigde programmatie graag.
http://www.kindamuzik.net/live/k-raa-k/k-raa-k-festival-8660/14996/
Meer (K-RAA-K)³ op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/k-raa-k
Deel dit artikel: