Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Locatie is alles, in elk geval voor Into the Great Wide Open. Het schilderachtige Vlieland is allesbepalend voor de ontspannen sfeer die het festival kenmerkt. Dat begint al zodra de boot uit de veerhaven van Harlingen vertrekt en op het zonnedek de eerste blikjes bier worden opgetrokken. Het wordt alleen maar leuker als de meevarende Peter te Bos en John Cameron van Claw Boys Claw alvast wat liedjes spelen, als prelude op hun optreden op vrijdag.
De donderdag
Op Vlieland zelf heeft het podium op het Vuurboetsduin plaatsgemaakt voor een podium dat de Tokkelbaan heet en vlakbij de jachthaven ligt. Om er te komen moet je volgens de organisatie negen minuten wandelen vanaf het Sportveld. Dat is optimistisch gerekend, maar de wandeling is de moeite waard. Tussen het bos en de duinen door zie je de veerboot voorbijvaren en kijk je naar masten van zeilschepen in de haven. Op het podium, dat in een kom ligt, speelt het Belgische DAAU een mooie set die precies past bij de locatie. De muziek neigt naar het neoklassieke en terwijl klarinet en accordeon sfeervolle duels uitvechten gaat de zon langzaam onder.
Iets minder pittoresk, maar al sinds dag één een vaste waarde is De Bolder; een klein sporthalletje waar je de betere gitaarherrie kunt vinden. The Afterpartees – ondanks de naam ingeroosterd als één van de eerste bandjes – past perfect in dat rijtje. De Limburgers zijn piepjong en spelen zich met evenveel branie als souplesse door prima garageliedjes heen. Ze doen wat denken aan The Barracuda's, die eind jaren zeventig garage, beat en surf vermengden in superaanstekelijke gitaarpop. The Afterpartees zijn hard op weg om precies datzelfde te doen.
De vrijdag
De vooralsnog zonovergoten vrijdag wordt op het Sportveld afgetrapt door de retrobeatrockers van The Kik [bovenste foto]. De band speelde al op de eerste editie en frontman Dave von Raven was vorig jaar nog spreekstalmeester. Ze spelen zich op ontspannen, zo niet melige wijze door hun jarenzestigliedjes heen. Je slaat er nergens steil van achterover, maar liedjes als 'Simone' en 'Verliefd op een Plaatje' zijn fijne nummers, die je breeduit uit doen lachen. Flauwigheden als 'Mien waar is m'n feestneus' en de Vogeltjesdans hebben dat effect dan weer niet. (BB)
Aan Matthew E. White [foto hierboven] en zijn band de eer om het sfeervolle Tokkelbaanpodium te openen. Het gezelschap uit Virginia maakt lichtpsychedelische jarenzeventigrock met raakvlakken aan soul, funk en acidjazz, ondersteund met kekke danspasjes. Lapsteel, conga's en toetsen maken het muzikale palet nog breder in het wat dunne geluid, zonder dat het leidt tot muzikaal gefreak. Niet dat ze daartoe in staat zouden zijn, want echt op elkaar ingespeeld is de technisch beperkte band niet. Toch houden ze de aandacht vast, zeker wanneer ze tegen het einde meer de soulkant opgaan.
Neo-dandy Jacco Gardner [foto hierboven] was op de eerste editie van het festival nog vrijwilliger, maar heeft nu de internationale muziekpers aan zijn broek hangen met het prachtige Cabinet of Curiosities, vol inventieve, op de jaren zestig geënte barokpop. Live nemen ze wellicht wat geestverruimende middelen: ze spelen de songs op 33 toeren en de aandacht van het publiek verslapt. Gardner staat voorovergebogen boven zijn toetsen met zijn haar voor de ogen, wat de afstand met het publiek ook niet verkleint. Toch is hij tussen de nummers door spraakzaam en het langzame tempo van de nummers versterkt soms juist de kracht ervan, met als mooiste voorbeeld het met een stompende bas gebrachte 'Where Do You Go?' Gardner klinkt precies zoals in de jaren zestig en dat is knap. (AR)
Zo tegen vijf uur begint het weer om te slaan. De wind trekt aan en donkere wolken pakken zich samen. De onheilspellende lucht past aardig bij de sterk op de jaren tachtig georiënteerde muziek van Beach Fossils [foto hierboven]. Het kwartet uit Brooklyn slaat zich op de Tokkelbaan manmoedig door de regen en boeit met sfeervolle, breed uitwaaierende rock met noisy trekjes. De dwingende basloopjes en galmende gitaren doen denken aan The Cure, helemaal door de dromerige zanglijnen van frontman Dustin Payseur. Na een uurtje spelen begint het allemaal wat op elkaar te lijken en is het beste ervanaf. Maar dan is de laatste druppel regen ook gevallen en breekt de zon alweer door. (BB)
Een festival is geen festival zonder een Zuideuropese cumbiapunkband die een feestje komt bouwen met energieke dans- en springmuziek in de lijn van Sergent Garcia en Manu Chao. Het publiek eet uit de handen van de podiumacrobaten van Che Sudaka [foto hieronder] uit Barcelona, die met ska- en punkdeunen het feestje nog verder opstoken. Muzikaal heeft het vrij weinig om het lijf, maar wanneer je als band het publiek laat zitten of met T-shirts laat zwaaien, heb je het goed gedaan.
Dat Jacco Gardner al Nederlandse navolgers krijgt, bewijst Earth MK. II. Het viertal, in Abba-samenstelling, brengt licht psychedelische vocoderpop voor het voetlicht, maar schuwt moderne invloeden zoals postrock en surfwave eveneens niet. De zingende drummer doet vals zijn ding, maar het helpt mee aan het ontwapenende karakter van het optreden. Later valt alles beter op zijn plaats en blijkt Earth MK. II wel degelijk tot muzikaal interessante dingen in staat, met boeiende vervlechtingen van twinkelende toets- en gitaarpartijen.
Valerie June [foto hieronder] oogt als een grote ster, wanneer ze voorafgaand aan het optreden haar muzikanten alle kanten van het podium op dirigeert. Het concert is echter een teleurstelling, ondanks dat ze protegé is van Dan Auerbach en jubelende recensies over Pushin' against a Stone. Ze komt niet verder dan wat obligate blues- en bluegrassnummers en haar stem klinkt zo iel dat het lijkt alsof ze net een hele ballon helium heeft ingeademd. Wanneer ze solo een aantal nummers tokkelt, lijkt het nog ergens op. Het is te weinig om het optreden alsnog te redden.
De verplaatsing van het Bospodium is eveneens een succes: het is nog sfeervoller dan het vorige en er kunnen meer mensen zitten. Het is het perfecte decor voor de breekbare muziek van het Deense duo Broken Twin [foto hieronder]. Met gruizige loops en samples, minimalistische klanken op piano, viool, piano, gitaar en emotionele zang van Majke Voss Romme pakken ze je vanaf het begin bij de strot en dat blijft zo tot de laatste, intense tonen wegsterven in het donkere bos. Onder voornamelijk paars licht neemt Broken Twin je met een prachtig afgesteld geluid mee in een heftige draaikolk van duistere teksten. De vele liveloops van de viool laten deze klinken als een gitaar, wat de diepmelancholieke zeggingskracht van de muziek nog eens extra versterkt. Broken Twin weet zo diep te raken dat sommigen het niet droog houden. Het magische optreden doet denken aan Feist, Trouble Books en Gem Club en is een absoluut hoogtepunt van de dag. (AR)
Al sinds hun aankomst donderdag duiken de heren van Claw Boys Claw [foto hieronder] overal op. Ze speelden liedjes op de boot, op het strand en in de haven. Als ze om half tien het hoofdpodium betreden is het druk en spelen de Amsterdammers een gewonnen wedstrijd. Het onverminderd mooie 'Rosie' krijgt een sfeervolle uitvoering en de liedjes van het meest recente album 'Hammer' blijven keurig overeind. Toch klinkt de band mat en krijg je het gevoel dat ze zich op routine door de set heen spelen. Pas tegen het einde, als de gitaar van John Cameron een tikje harder mag, gaan de remmen los en is er voor het eerst sprake van echt enthousiasme. Dat is wat aan de late kant. (BB)
Uit Manchester zijn de laatste decennia vele hemelbestormende bands gekomen, dus er kan nog best eentje bij. Money heet het jonge viertal en het pakt meteen de overtreffende trap. De met een raar monnikskapsel getooide zanger-gitarist gaat, soms met een kopstem, volledig loos in bombastische, aan neoklassiek gelieerde vocalen. Met een voor binnenlocatie De Bolder verbazingwekkend goed geluid versterken de gitaristen de pathetiek met zwaar aangezette postrock- en shoegazegeluiden. In de lang uitgesponnen songs gaat het ze om het neerleggen van sfeer. Hierbij citeren ze naar hartelust uit de muzikale erfenis van Manchester, maar geven er toch een eigen draai aan. Suede is een stel saaie donders vergeleken bij Money en het is dan ook een band om te verafschuwen of volledig te omarmen. KindaMuzik kiest voor het laatste.
Het terrein bij het Tokkelbaanpodium is afgeladen vol bij Efterklang. De sympathieke Denen geven een onderhoudend en geïnspireed optreden. Hoewel het af en toe wat zijig overkomt, zeker wanneer zanger Casper Clausen over hobbits op de achtergelegen heuvels begint, blijft het muzikaal uitermate boeiend door de vele zijwegen die ze blijven inslaan. Met name wanneer ze het over de elektronicaboeg gooien, blijkt hoe schatplichtig Efterklang is aan The Notwist. De meeste indruk maken ze op de momenten van samenzang tussen Clausen en de sprookjesachtig uitgedoste pianiste Katinka Fogh Vindelev. Dan is magie niet ver weg. (AR)
Even later, in de Bolder, laten King Khan & The Shrines [foto hieronder] wel zien hoe je een wervelende rockshow neerzet. Het garagecircus dat de Indische Canadees Arish Ahmad Khan om zich heen heeft verzameld bestaat uit acht muzikanten, inclusief de met glittertruitje en indianentooi uitgedoste Khan zelf. Met twee drummers, een kleine blazersectie en beukgitaren jagen Khan en zijn bandleden zich door een woeste mix van soul, garagerock en psychedelica heen. De band speelt hard, soepel en volledig in dienst van middelpunt Khan, die met zijn James Brown-achtige schreeuwzang en bizarre outfit de show steelt. Het enige minpuntje is het vreselijk zompige zaalgeluid, maar er is niemand die daar om maalt gezien de dolenthousiaste reacties. King Khan is het knotsgekke hoogtepunt van de eerste twee dagen.
Op het Sportveld mogen Nile Rodgers en Chic het licht uitdoen en daar doen ze minstens een uur langer over dan de boswachter goed vindt. De disco-act maakt er een gigantisch feest van, met een enorme rij aan hits en golden oldies, waar Madonna, Duran Duran en Chic zelf succes mee hadden. Natuurlijk is Rodgers niet te beroerd om te benadrukken dat hij die liedjes allemaal heeft geschreven. Het is opvallend hoe goed de band is en hoe sterk die liedjes zijn. Maar toch, de gelikte presentatie en de discosound zelf roepen ook het goedkope gevoel van een TROS Muziekfeest op het Plein op, helemaal als Valerie June en Peter te Bos zichzelf naar voren dringen om samen met alle andere backstagelui te dansen en te springen op het volgelopen podium. (BB)
http://www.kindamuzik.net/live/into-the-great-wide-open/into-the-great-wide-open-de-donderdag-en-de-vrijdag/24248/
Meer Into the Great Wide Open op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/into-the-great-wide-open
Deel dit artikel: