Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De zondag op Into the Great Wide Open is de overgangsdag. Velen breken hun tent 's ochtends al af om aan het eind van de middag de veerboot niet te missen. Daarnaast lijkt het minder druk te zijn dan op de twee andere dagen. Toch blijft er muzikaal voldoende te beleven.
Merrill Garbus van tUnE-yArDs (bovenste foto) ziet er uit als een kloon van Mathilde Willink. Ze maakt, samen met haar eveneens wonderlijk uitgedoste saxofonisten en bassist, muziek voor gekkies. Ze had verwacht dat het zou regenen en dat ze haar bijzondere muziek voor slechts vier man ten gehore zou brengen. Dat valt allemaal reuze mee. De zon breekt door en een enthousiaste menigte wil haar zelfs terug voor een toegift. Terecht, want tUnE-yArDs is rond lunchtijd al een hoogtepunt van het festival. Elke song begint met een aantal drumslagen of kreten die Garbus vervolgens als sample in de loopmodus zet. Ze creëert zo haar eigen wondermuziek en speelt er live gitaar bij. Wanneer ze haar bandleden erbij betrekt, is het helemaal bal. Dan ontstaat een muzikale trance van tribale ritmes, tegendraadse sax- en gitaartonen en de vocale acrobatiek van Garbus. Ze jodelt, gilt, brult en piept alsof ze op muzikaal oorlogspad is, passend bij de krijtstrepen op haar gezicht. tUnE-yArDs wint die strijd glansrijk, op een originele en boeiende manier.
Vrijwel iedereen houdt van Eefje de Visser (bovenstaande foto). Het blommenkind uit Utrecht heeft met De Koek een eigenzinnige plaat uitgebracht die laveert tussen Spinvis en Fay Lovsky. Het bos is dan ook drukbevolkt met mensen die haar graag tussen de bomen willen horen zingen. Iedereen houdt netjes zijn mond als ze met zwoele stem haar liedjes voordraagt. Passend bij de serene omgeving brengt ze deze ingetogen. Haar band, zelf ook actief als Most Unpleasant Men, laat de meeste foefjes van de plaat weg. Met als gevolg dat het in het begin wat te kleinkunsterig overkomt. Tegen het eind van het optreden zorgt de toetsenist voor meer spanning en krijgt het optreden toch nog een eigen smoel.
Het begint zachtjes te regenen tijdens het optreden van Junip (onderstaande foto). Het past uitstekend bij de stemmige gitaarpop van de Zweden. Introvert en bescheiden is de presentatie van José Gonzalez. Net als in zijn tweede hoedanigheid, die van singer-songwriter. De rustige songs zijn in wezen simpel van opbouw: alles draait om een repetitief gitaarmotief. Waarmee Junip de hypnosekaart met verve speelt. Voor sommigen is het wellicht doodsaai, maar voor de ware gitaarliefhebber is het smullen geblazen. Bovendien leuken een toetsenist en een percussionist de songs hier en daar wat op. Tegen het einde van het optreden weet Junip toch nog wat registers open te trekken. Alle muzikanten vinden elkaar in wat op een krautrockjam lijkt. Junip overtuigt, maar dan wel grotendeels onderhuids.
De laatste Nederlandse Björk was Bloem de Ligny. Pien Feith lijkt na jaren het stokje te gaan overnemen, want sluit je ogen en je hoort de IJslandse. Daarmee ga je wel voorbij aan de artistieke kwaliteiten van Pien Feith. Want wat is ze als podiumpersoonlijkheid gegroeid! Waar ze een half jaar geleden nog introvert achter haar knoppen zat, bespeelt ze nu de zaal als een volleerde Kate Bush. Ze durft zich te geven, met zowel intens rauwe als fijngevoelige zangpartijen. De lichtshow is sfeervol, en onderstreept de donkere insteek van de elektronische popsongs. Die fraai zijn opgebouwd met afwisselend echte drums en drums uit een doosje, en waarin gitaar en keyboards om de aandacht vechten. Pien vindt het maar wat gezellig op Vlieland, zegt ze. Haar muziek is echter allerminst gezellig; eerder stemmig en bezwerend. (AR)
Marques Toliver werd geboren in Tallahassee. Daar stoppen ze waarschijnlijk muzieknootjes in het drinkwater, want de zwarte Amerikaan speelt net zo makkelijk viool, glockenspiel als gitaar en zingt daar al improviserend liedjes bij. Over regenwater bijvoorbeeld dat na een windvlaag vanaf het podiumtentzeil op de voorste rijen valt. Het is dit grote improvisatietalent wat Tolivers intieme optreden in de bossen bijzonder maakt. Zijn liedjes (die het midden houden tussen folk en soul) zijn vaak nog net wat te dun, maar ze worden wel gespeeld door een rasartiest. Zo speelt hij tussendoor doodleuk een cover van Beyonce’s 'Single Ladies'. Rommelig misschien, maar goed voor veel glimlachen tussen de regendruppels door. (RP)
Het Ierse Villagers (bovenstaande foto) lijkt met een viskotter te zijn aangekomen op Vlieland. De bassist heeft zijn regenjas nog aan en de overige bandleden zien bleek van het harde werken. Kapitein Connor O'Brien is een begenadigd tekstschrijver, die op het bij vlagen bloedstollende Becoming a Jackal het sinistere niet schuwt. Hij vindt dat zijn songs nooit af zijn, en dus vertolkt de groep veel songs anders dan op plaat. Het optreden van Villagers is hierdoor geen verplicht nummertje, ook al oogt het gezelschap moe en beperkt ze het contact met het publiek tot een minimum. Constante factor is de theatrale snikstem van O'Brien, die volledig loos gaat in het indrukwekkende 'Pieces'. De band speelt ook een aantal nieuwe nummers, die zich op het randje van bombast bevinden. Toch is overduidelijk dat Villagers het in zich heeft om door te breken naar een groter publiek.
Net als Erlend Øye is ook Jungle by Night (onderstaande foto) een graag geziene gast op Into the Great Wide Open. Dit jaar mag het negental het festival afsluiten. Waarbij het assistentie krijgt van rapper Jiggy Djé. Voor de gelegenheid is de bandnaam veranderd in Jiggy by Night. Het is geen onverdeeld succes. De hiphopper uit Amersfoort oogt een tikkeltje blasé en verwacht dat het publiek voor hem als een hondje door een hoepel springt, gebruikmakend van ondertussen vreselijk uitgekauwde hiphopmaniertjes als ''Say hóóóóóóh''. Wanneer het publiek niet voldoende enthousiast reageert, is meneer een beetje geïrriteerd en weg is de chemie. De zanger van Jungle by Night probeert er nog het beste van te maken, maar het optreden dooft als de bekende nachtkaars. Volgend jaar graag een act met een groter gewicht als afsluiter!
De derde editie van Into the Great Wide Open kende de sterkste programmering in de nog korte geschiedenis van het festival. Muzikaal avontuur moet je echter wel met een vergrootglas blijven zoeken, maar daarvoor zijn andere festivals. Het gaat op Vlieland om de totaalbeleving. Met het prachtige eiland, een boeiende kunstroute, een filmprogramma dat er wezen mag, sessies met muzikanten op rustieke en onverwachte plekken en een kinderprogramma, is deze beleving uniek. Voor zowel de eilandbewoners als de bezoekers geldt: iedereen is relaxed. Het eten is gevarieerd, maar soms aan de (te) dure kant. Daarnaast is bijna al het eten biologisch en ecologisch verantwoord, wat een beetje drammerig overkomt. Er zijn ook genoeg mensen die gewoon een patatje willen, zonder een of ander verantwoord label.
Hoewel de organisatie aangeeft dat hetzelfde aantal bezoekers als vorig jaar naar Vlieland kwam, was het drukker dan ooit. Dit zag je aan de zee van gehuurde fietsen, net buiten het festivalterrein. Bezoekers smeten ze zonder pardon in de kwetsbare natuur, net als allerlei afval. Al liet de organisatie ook na om een grotere fietsenstalling te maken. Voor het eerst onstonden echt lange rijen bij ingangen voor concerten, zoals in het bos bij dEUS of bij Kakkmaddafakka. Ook liep voor het eerst security rond op het terrein. Kortom: Into the Great Wide Open moet niet nog groter worden, anders verliest het te veel van zijn open en ontspannen karakter. Een geruststellende gedachte is dat de capaciteit van zowel veerboot als slaapgelegenheden een verdere uitbreiding niet toestaat. En dus stappen we op 6 of 7 september 2012 gewoon weer vol goede zin op de veerboot, op weg naar het mooiste muziekfestival van Nederland. (AR)
http://www.kindamuzik.net/live/into-the-great-wide-open/into-the-great-wide-open-2011-de-zondag/22044/
Meer Into the Great Wide Open op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/into-the-great-wide-open
Deel dit artikel: