Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Maison du Malheur [bovenste foto] opent de dag op het hoofdpodium en bouwt meteen een feestje. Het bonte gezelschap, in vooroorlogse kledij gestoken, maakt muziek uit diezelfde tijd. De band kiest voor de opzwepende kant van rhythm-and-blues, jazz en honkytonkpiano. De koperblazers maken het af en het enthousiaste publiek zet het op een dansen. Een publiek dat na drie kwartier nog wel meer wil, maar voor een toegift is het nog te vroeg op de dag. Maison du Malheur is een van de meest opwindende Nederlandse livebands van dit moment.
Het Plattekarpodium biedt plek aan relatief onbekende, maar veelbelovende Nederlandse acts. Jeroen Kant is dat zeker. Gewapend met zijn akoestische gitaar brengt hij singer-songwriterliedjes, maar vooral spitsvondige teksten over herkenbare situaties als dronkenschap, zwangerschap, of relatieproblemen. Tussendoor is nog ruimte voor enkele hilarische gedichten en het weggeven van cd's. Jeroen Kant is volledig zichzelf op een podium, het komt niet bedacht of geforceerd over en zo windt hij het publiek moeiteloos om zijn vinger. Hij zou dan ook uitstekend passen in infotainmentprogramma's op tv en radio. (AR)
Op de Tokkelbaan luidt de folkpop van het Noorse Moddi de dag in. Frontman Pål Moddi Knutsen ziet er met zijn woeste haar uit als een vogelverschrikker en hij praat met een schattig accent. De folkpop doet denken aan Damien Rice en heeft het weidse, dromerige karakter van een band als Sigur Ros. Dat klinkt heel spannend, maar in de praktijk valt dit tegen. Moddi blijft keurig binnen de lijntjes en biedt nergens enige uitdaging. (BB)
Aan de lange toer van Allah-Las komt met dit optreden een eind. Zonnebrillen en bontmutsen kunnen niet verhullen dat de vier heren uit Los Angeles vermoeid ogen, maar misschien wel belangrijker is dat ze tevens uitermate relaxed zijn. Als stripfiguren deinen ze mee met de heerlijke golvende surfritmes van hun aan The Byrds en The Beach Boys schatplichtige, licht psychedelische jarenzestigpop. Het geluid staat uitstekend afgesteld, met de juiste dosis galm op de zang en de bij momenten gruizige gitaren. Een heerlijke vintage sound is het gevolg, met als absolute uitschieter een prachtig twinkelend 'Tell Me What's on Your Mind'. Allah-Las tonen aan dat soms alleen de muziek al voldoende kan zijn voor een geslaagd optreden. (AR)
Laat het bieden van spanning en uitdaging maar over traumahelikopter [foto hierboven], dat als een bezetene over de Tokkelbaan raast. De garagerockers uit Groningen Noord schoppen herrie, delen bier uit aan het publiek en eindigen crowdsurfend tussen de springende mensen. Zanger Mark Lada sprint tegen een duin op om een vlaggetje mee terug te nemen. Maar traumahelikopter is niet alleen hard en rebels, het trio is in de eerste plaats heel erg goed. Met twee gitaren en een minimale drumkit brengen ze uitmuntende garagepunk, die knipoogt naar The Gories en Oblivians. Met fel gitaarspel, holenmensdrums en wagonladingen energie geven de Groningers het festival een flinke schop onder zijn kont en krijgen ze de Tokkelbaan volledig plat met een fenomenale show. (BB)
De Leeuwarder muziekscene bloeit en The Future's Dust is hiervan een exemplarisch voorbeeld. Het jonge vijftal is op zijn plek op het Bospodium, al zouden de sfeervolle postrockklanken in het donker nog beter tot hun recht komen. De fraaie, gelaagde composities roepen Aereogramme in herinnering en daarnaast schuwt de band invloeden uit droompop en shoegaze niet. De bandleden zijn even ingetogen als hun muziek en ze zijn duidelijk nerveus tijdens een van hun grotere optredens tot nu toe. Tijdens gitaar- en zangcresendo's gaan ze wel los en gooien ze de schroom wel van zich af. Hoe dan ook: The Future's Dust bewijst zijn potentie met een boeiend optreden. (AR)
De eveneens stevige trap na wordt gegeven door Parquet Courts [foto hierboven], een kwartet uit Brooklyn dat op een heerlijke wijze door dertig jaar punkgeschiedenis jaagt. Waar traumahelikopter non-stop doorragt, halen Parquet Courts zo nu en dan adem met op Pavement geënte slackerrock. Als ze het tempo opvoeren klinken ze opgenaaid en dan biedt het dwarse geluid Wire of Television een heel aardige referentie. Zanger/gitarist Andrew Savage kijkt maniakaal uit z'n ogen en spuugt zijn teksten in de microfoon. Terwijl de tweede moshpit van de dag een feit is, gaan er vuistjes in de lucht op de klanken van spannende drie-akkoordenliedjes als 'Borrowed Time' en het lang uitgerekte 'Light up Gold'. (BB)
Tijdens Kampvuur gaan Nederlandse en Vlaamse muzikanten een samenwerking aan met schrijvers. Vorig jaar was dit initiatief op het Bospodium al een succes, met onder anderen Dirk van Weelden en Anne Soldaat. Dit jaar openen Henk Koorn (Hallo Venray) en schrijfster Hanneke Hendriks het bal. De laatste leest een tragikomisch verhaal over mislukte begrafenistaferelen, afgewisseld door Koorns overstuurde gitaarriffs en teksten over de dood. Het ontwapenende duo weet de aandacht vast te houden. Bent van Looy (Das Pop) begeleidt Alexis de Roo's vindingrijke teksten over het afwijken van gebaande paden of toeval. De Roo blijkt niet zo'n liefhebber van spreken in het openbaar te zijn, maar in een prachtig muzikaal omlijst slot komt toch alles samen. Schrijfster Marjolein van Heemstra en het cello- en gitaarspelende damesduo Clean Pete vinden elkaar wel meteen: Van Heemstra zingt mee en speelt glockenspiel. De sprookjesachtige liedjes over vreemdgaan of de troost van eten maken indruk en dit jonge trio geeft de meest geslaagde draai aan het Kampvuur-concept. (AR)
Na de verwoestende sets van traumahelikopter en Parquet Courts is de noeste, maar volstrekt inwisselbare countryrock van Dawes als een doodgeslagen biertje. Dan is Daniel Norgren [foto hierboven] toch een heel stuk interessanter. De Zweed heeft een biertje in de hand, een gitaar op schoot en een drumstel aan zijn voeten. Samen met zijn broertje op de contrabas speelt hij een prachtige set met lome, bonkige countrysoul, die net zo goed uit een zuidelijke Amerikaanse staat had kunnen komen. De liedjes piepen en schuren aan alle kanten en zijn allemaal raak. Terwijl Norgren en zijn broertje samen zingen over cold rain verschijnt er een regenboog boven het eiland. Alsof het zo is bedoeld. (BB)
Hiphop-allstarformatie Fakkelbrigade speelt voor een vol sportveld een gewonnen wedstrijd. De raps, waarvan sommige met taalkundige hoogstandjes, zijn goed te verstaan en de muzikale variatie is enorm. Gabberhouse, drum 'n' bass, maar ook groovy en funky: alles wordt ingezet om het publiek in beweging te krijgen. De sympathieke uitstraling van het rapperscollectief, met onder andere ex-leden van Opgezwolle, doet de rest. Het publiek op het veld verandert in een kolkende massa die alle aanzetten tot participatie - zoals bijvoorbeeld armenzwaaien - uitvoert. Toch is er geen moment sprake van de potsierlijke schreeuwerigheid die bij hiphopconcerten vaak op de loer ligt. Fakkelbrigade is een hoogtepunt van de dag.
Al ruim voor aanvang van het optreden van Juliana Barwick is de rij voor de kerk aanzienlijk. Toch kan iedereen naar binnen voor dit indrukwekkende concert. De jonge zangeres uit Missouri maakt minimalistische, vocale ambient. Ze bouwt haar muziek zorgvuldig op door een zanglijn te loopen en hier telkens nieuwe aan toe te voegen. Er ontstaat een soort etherische trancemuziek, die ze verder inkleurt met pianotonen. Dan komt er nog een gitarist bij die met een gitaarsynthesizer krassende en lage tonen produceert. Het ijle totaalgeluid komt uitstekend tot zijn recht in deze pastorale setting en velen sluiten de ogen. De originele muziek van Juliana Barwick werkt zalvend voor de geest en het is misschien wel het meest bijzondere optreden van het festival. (AR)
The Black Angels zijn een gezelschap uit Austin, Texas die hun hart hebben opgehaald bij de jarenzestigpsychedelica van Roky Erickson en The Doors. Die invloeden combineren ze met een geluidsmuur van gitaren en enorme bakken galm. Dat laatste klinkt best grappig als zanger Alex Maas het publiek bedankt, maar het is muzikaal een beetje storend. Op de beste momenten - zoals bij nummer 'First Vietnamese War' - klinken ze hard en fel en ligt de doordenderende herrie prettig in het gehoor. De band biedt echter veel te weinig spanning en afwisseling om dat vol te houden. Het is een leuke introductie op de psychedelische rock, maar je bent er vrij snel achter dat bands zijn die dat een stuk beter doen.
Wat er precies aan de hand is wordt niet helemaal duidelijk, maar de soundcheck van de Tindersticks duurt wel heel erg lang. Ongeveer drie kwartier te laat stappen de Britten eindelijk het podium op en ze worden onthaald met boegeroep door het publiek dat het lange wachten flink zat is en lauwtjes reageert op de chique pop noir van het gezelschap. Hoewel begrijpelijk is het niet helemaal terecht, want Tindersticks speelt een sfeervolle, mooie set, met de nadruk op hun meest recente werk. Ergens in deze beschaafde muziek, verstopt achter de huilende orgeltjes en beschaafde gitaren zit een soulband verstopt. Dat hoor je nog het meeste terug in de uit duizenden herkenbare bariton van Stuart Staples en de om te huilen zo mooie cover van Neil Youngs 'A Man Needs a Maid'. (BB)
Kitty, Daisy & Lewis [foto hierboven] luiden de nacht in op het Sportveld met een dansbare potpourri van bijvoorbeeld blues, folk of ska. De met onder meer contrabas en mondharmonica uitgeruste band is uitermate muzikaal en of dit niet genoeg is, komt er doodleuk nog een Jamaicaanse trompettist opdraven. Ook visueel is het een prachtig optreden: de bandleden wisselen vaak van instrument en wanneer er alleen een snaredrum nodig is, drumt Daisy terwijl ze haar benen naar de zijkant draait. Hoewel niet alle nummers even goed zijn, biedt dit energieke gezelschap een spektakel dat de dag waardig afsluit. (AR)
http://www.kindamuzik.net/live/into-the-great-wide-open/into-the-great-wide-de-zaterdag/24254/
Meer Into the Great Wide Open op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/into-the-great-wide-open
Deel dit artikel: