Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De zowel zwoel als geheimzinnig klinkende soul, jazz en gospel van Gregory Porter [foto hierboven] is de perfecte opener van de zondagmiddag. De zon schijnt en de sympathieke Porter doet een huppeltje op het podium. Hij waant zich in het paradijs, zegt hij. Met op de achtergrond fraai uitgesponnen toets- en saxofoonklanken komt hij er met emotionele prachtzang aardig dicht bij in de buurt. (AR)
Het Naar Buiten-podium opent de zondag in alle rust, met de liedjes van de piepjonge singer-songwriter Paul Thomas Saunders [foto beneden]. Hij begint veelbelovend, met loepzuivere uithalen. De muzikale omlijsting met akoestische gitaar en vrouwenstem zorgt echter niet voor de gewenste spanning, waarmee het optreden verzandt in algemeenheden. (BB)
Wars van alle hiphopstoerdoenerij pakt de ontwapenende Dio het publiek meteen in. Het eet zingend, springend en gebarend uit zijn hand. Zijn veelkoppige band weet van wanten met uitstapjes naar jazz en jarenzeventigrock, maar de nummers liggen gemakkelijk in het gehoor en uiteraard ontbreken de hits niet. Dio bouwt een feestje en bevestigt zijn status aan de top van de Nederhop.
De bescheiden Britse singer-songwriter Benjamin Francis Leftwich [foto hierboven] prevelt dat het de voorgaande avond laat is geworden. De omgeving en de zeer ontspannen sfeer op Vlieland werken voor hem echter als doping, zegt hij. Het leidt tot een enerverend optreden in het bos, waar hij minimalistisch getokkel koppelt aan met galm versterkte, indringende zang. Het etherische geluid past perfect bij de rustieke sfeer en menigeen krijgt een stevige brok in de keel. (AR)
Voor een beetje garagerocker is het altijd 1965 en voor de punkertjes van Mozes & the Firstborn is dat niet anders. De jonge Eindhovenaren koppelen jarenzestigpop aan een snotterige punksound. Hun liedjes kunnen nog wel iets meer scherpte gebruiken, maar hun enthousiasme werkt heel aanstekelijk. De Eindhovenaren gaan een mooie aanwinst worden voor de Nederlandse podia.
Op het hoofdpodium op het Sportveld beleven de vier dames van Warpaint [foto hierboven] kort daarna hun psychedelische avonturen. Ze combineren dromerige gitaarpop met repetitieve drumpartijen, mooie samenzang en spannende tempowisselingen tot een bedwelmend geheel, waar je heerlijk in kunt ronddwalen. Het niet bijster goed afgestelde geluid doet echter afbreuk aan hun inventieve muziek. Kleine details verwaaien en de dames galmen bijna van het eiland af. (BB)
Bij Willis Earl Beal [foto beneden] kunnen we gerust spreken van een fenomeen. Rauw en onversneden daalt de met Black Power-handschoen getooide brulzanger af naar de krochten van gospel, soul en spoken word. Slechts gewapend met een oude bandrecorder waaruit minimale beats en synthtonen komen, een elektrische gitaar en een cape geeft hij tegelijkertijd een voorstelling die bestaat uit dramatische poses en bewegingen. Het is allemaal bloedserieus en op het randje van aanstellerij wat deze vreemde vogel laat zien, maar bovenal is het indrukwekkend. (AR)
In De Bolder heeft John Paul Keith een zwartgerande bril opgezet, zodat hij sprekend op Buddy Holly lijkt. Die vergelijking is niet uit de lucht gegrepen: de Amerikaan jaagt zijn Fender dwars door de klassieke Amerikaanse pop uit de jaren vijftig en zestig. Keith en zijn twee begeleiders brengen puntgave popliedjes met een fikse countrytwist, precies zoals het vijftig jaar geleden in de zuidelijke staten van Amerika ook al gebeurde. Het drietal trekt zich niks aan van het matig opgekomen publiek en laat de mensen die er wel zijn twisten en jiven op hun innemende muzikale geschiedenisles.
Weer terug op het Sportveld vliegen de plastic speelgoedballen door de lucht als Django Django [foto beneden] op het podium komt. De Britse hype maakt er een feestje van met de zonnige popliedjes, die door de extra percussie het publiek nog even harder laten meedansen. Zo strak als Franz Ferdinand klinkt de band niet en de muziek is ook zeker niet zo inventief, maar de frisse wind die Django Django door de Britse pop laat waaien, resulteert op Vlieland wel in een vrolijk en bijzonder dansbaar optreden.
Na vier dagen Vlieland kun je niet anders dan concluderen dat Into the Great Wide Open afgelopen januari geheel terecht het IJzeren Podiumdier voor het beste Nederlandse festival ontving. In slechts een paar jaar tijd is het festival uitgegroeid tot een even unieke als onmisbare ervaring in het Nederlandse festivallandschap. De programmering laat je laveren tussen bekende namen, kleine hypes en nieuwe vondsten. In plaats van lauwe patat eet je (wel erg duur) Texels lam en het pittoreske Vlieland blijft een oase van rust.
Het succes komt met een prijs. Elk jaar wordt een stukje openheid opgeofferd om aan de wensen van het publiek tegemoet te kunnen komen. Zomaar even kijken bij een bandje lukt niet meer: vaak moet je plannen waar je heen wilt omdat je er anders niet meer in komt. Voor het eerst zie je boze gezichten bij wachtrijen en op de kampeerterreinen staan tenten op plaatsen waar ze niet horen. De grenzen aan de ontspannen totaalbeleving zijn bereikt en er zal een weg gevonden moeten worden om de unieke sfeer niet te verliezen. Dat er naar het schijnt 70.000 mensen kaartjes wilden kopen terwijl er 5000 beschikbare toegangsbewijzen zijn, is daarbij een probleem. Maar het is in de eerste plaats het allergrootste compliment dat het vijfsterrenfestival Into the Great Wide Open kan krijgen. (BB)
http://www.kindamuzik.net/live/into-the-great-wide-open/de-zondag/23196/
Meer Into the Great Wide Open op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/into-the-great-wide-open
Deel dit artikel: