Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De vroege openingsact van de zaterdag, Tarwater, laat al sinds de jaren negentig indierock en elektronica in elkaar overgaan. De typerende sound van het Duitse duo is eigenlijk nooit veranderd. Wel hebben de twee hun instrumentale postrock tot in de puntjes geperfectioneerd. Hoewel er muzikaal nagenoeg niets op aan te merken is, afgezien van een gebrek aan variatie, moet je het de hele tijd doet met het beeld van twee oude mannen die in het halfdonker aan knoppen draaien.
De Muzentuin, een van de vele locaties op Incubate, komt nog het dichtst bij een festival, met een drassige weide en bierstandjes. Als op zaterdagmiddag de zon eventjes doorbreekt, is het goed toeven rondom het buitenpodium. De dromerige en vrolijke folkpop van Cristobal and the Sea is niet beter op zijn plek dan hier. Uiteraard spelen de Britten op blote voeten. Ook krijg je er een huppelend meisje op dwarsfluit bij. Dat er van het eigenaardige brabbeltaaltje van de zanger niet veel valt te maken, doet er weinig toe.
Hoe vaak hoor je nu een band uit Luxemburg? Met Monophono, dat folk en elektronica laat samensmelten tot een jazzy geheel, is het wel meteen liefde op het eerste gehoor. De aantrekkingskracht van het trio, bestaande uit een drummer, een zangeres met akoestische gitaar en een ICT'er, zit vooral in de imponerende vocalen, die wat aan Portishead doet denken. Hoewel de cleane sound misschien niet uniek is, kun je er niet omheen dat de uitvoering heel degelijk is.
Duisternis is een gevoel, het is meer dan alleen het licht uitdoen. King Dude [foto hierbovenbegint in een volgepakte Pauluskerk aan zijn show met een aardig griezelig stukje orgelwerk. Daarna zingt de als dominee geklede zanger satanistische folksongs, begeleid door een akoestische gitaar. Hoewel het met de zwartgalligheid wel goed zit, lijkt het toch meer theater dan muziek. Alleen al voor die geforceerde zangstem, waarmee de Amerikaan Nick Cave imiteert, zou hij in de hel moeten belanden.
In de Muzentuin is de duisternis als een warme mantel neergedaald. Het is makkelijk Sóley [foto hierboven] uit IJsland met Björk te vergelijken. Ook met haar eigenaardige accentje komt de zangeres goed weg. Toch is haar elektronische folk veel ingetogener en gevoeliger. Ze lijkt zich helemaal gevonden te hebben in de intieme en broeierige klanken, die zelfs op festivalterrein hun breekbaarheid blijven behouden.
Zodra James Welburn in Paradox aan zijn set begint, denk je dat muziek niet veel abstracter en ontoegankelijker kan worden. De gitarist staat met een drummer op het podium en maakt knetterharde dronemuziek die klinkt als een opeenstapeling van de laatste seconden van een Stoogesconcert. De vaste bezoekers van de jazzclub hebben zich inmiddels verstopt op het toilet. Toch lukt het Welburn om in de constante, gruizige brei een zekere verfijning aan te brengen. Langzaam maar zeker ontstaat een hoorbare lijn in de hypnotiserende grunge. Welburn weet zo niet alleen oprechte interesse te wekken voor zijn plaat, Hold, maar geeft ook een van de meest indrukwekkende en extreemste performances van het festival. Waar anders dan op Incubate kun je zoiets ervaren? (MD)
De woorden "The landscape has changed beyond recognition" galmen als een mantra door de compositie van Sylvain Chaveau. De in Brussel wonende Fransman smeedt een lange compositie op basis van verschillende lagen die afwisselend de overhand krijgen. Een resonerende gitaar, piano en harmonium, stem met en zonder megafoon en samples zijn de componenten waarmee Chaveau zijn luisterspel - dat eerder abstract dan melodieus is - opbouwt.
Dirk Serries & Rutger Zuydervelt zijn geen onbekenden in het ambient- en droneswereldje. Beide heren verdienden hun sporen reeds in tal van bands, zoals Fear Falls Burning (Serries) en Machinefabriek (Zuydervelt). Samen brachten ze eerder dit jaar Buoyant uit, waarmee ze zich toeleggen op introverte ambient en textuur. Hun set bestaat uit één lange track die hierop voortbouwt, terwijl Serries met dromerige geluidsgolven oproept met gitaar, borduurt Zuydervelt hier met elektronische details op voort.
Wat doe je als je kompaan niet komt opdagen? Jad Fair stond plots alleen op het podium van het Factorium omdat het vliegtuig met Norman Blake niet wilde opstijgen. Het resultaat was een heel persoonlijke lofi-set waarin Jad Fair zich van zijn fragiele kant liet zien. In tegenstelling tot Yes, zijn popplaat met Blake, brengt Fair poëzie, hij zingt a capella liederen en begeleidt zichzelf met gammel, primitief gitaarspel. Als tot overmaat van ramp de hals van zijn gitaar afbreekt, betrekt hij het publiek bij een singalong. En na een volgend liedje is het gedaan. Fairs set wordt misschien niet door iedereen geapprecieerd, maar breekbaar en gedurfd is hij wel.
Doordat de leden in zwarte gewaden zijn gehuld, lijkt K-X-P [foto hierboven] een technokrautrockband from outer space. Op hun laatste plaat, III, pt.1, verkennen de Finnen het grensgebied tussen techno en analoge ritmiek. Door de spanning tussen beide aspecten weet hun set net te beklijven. Beats blijken vaak op dubbele percussie gebaseerd en worden op die manier op- en afgebouwd. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor Tomi Leppänen, die met zijn strakke drumstijl het DNA van de band bepaalt, net zoals bij zijn hoofdproject, Circle. De uitgesponnen nummers bevatten wat theatrale aspecten maar ze zijn groots in hun uitvoering. De ideale soundtrack voor een uit de hand gelopen sciencefictiontrip.
Terakaft [foto hieronder] is de volgende telg die in het kielzog van landgenoten Tinariwen al een tijdje de westerse muziekpodia afschuimt. Hun nummers zijn herleid tot de essentie, een ritmische melodie die het gros van de toearegbands kenmerkt, maar Terakaft laat de psychedelische escapades van bijvoorbeeld Mdou Moctar of Bombino achterwege. Het mooie aan Terakaft is dat het monotone karakter voor een soort van trance zorgt.
Hookworms zetten in Dudok een meeslepende set neer. Het Britse combo maakt deel uit van de groeiende stroming neopsychedelische bands die wereldwijd psychfests bevolken en een muziekstijl aanhangen die een tiental jaar geleden door Wooden Shjips opnieuw op de muzikale kaart gezet werd. Ook bij Hookworms worden meeslepende gitaren door psychedelische toetsen ondersteund en de effecten op de microfoon van de begeesterde zanger MJ zorgen voor een spacey toevoeging.
Ook met Bad Breeding waait er een nieuwe hype over uit het Verenigd Koninkrijk. Gelijke delen nihilisme en onversneden energie zorgen een shot adrenaline dat een half uur werkt. Een voortstuwende ritmesectie, rammelende gitaar en een zanger die meer in het publiek dan op het podium te vinden is, zijn het levende bewijs dat bepaalde genres tijdloos zijn.
De set die afsluiter Fire! [foto top] in de Paradox brengt, is intenser dan het optreden uit 2013 op Incubate. De band vangt aan met een eenvoudige rockmelodie waarvan Gustafssons saxofoon zich stilaan losmaakt om heel eigen muzikale wegen te verkennen voor hij tegen het einde van de compositie weer in de ritmesectie integreert. In een volgende passage gaan Johan Berthling en Andreas Werliin op respectievelijk bas en drums loos, terwijl Gustafsson elektronische noise toevoegt. Vervolgens is de toon gezet voor een straf concert waarbij rock, melodie en improvisatie elkaar vinden en subtiliteit en kracht hand in hand gaan. Het bisnummer is dan ook geheel terecht. Gustafsson maakt ook nog van de gelegenheid gebruik om een politiek statement te maken op basis van de dagelijkse ervaringen met vluchtelingen in zijn huidige woonplaats, Nickelsdorf, een stadje aan de Oostenrijks-Hongaarse grens.
Jessica93 brengt een mengeling van shoegaze en wave. Geoffroy Laporte begeleidt zijn eenmansproject met samples en gitaar en zet zo dansbare ritmes neer die door een overvolle Stadskelder gesmaakt worden. (HvdL)
http://www.kindamuzik.net/live/incubate/incubate-de-zaterdag/26225/
Meer Incubate op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/incubate
Deel dit artikel: