Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Strange things happen…" Zo begint de in een witte labjas gestoken Bruce Geduldig (jazeker, dat is zijn echte naam) de avond in de Tilburgse schouwburg. Woorden die voor het optreden van experimentele jarentachtigband Tuxedomoon [bovenste foto] profetisch blijken te zijn. Bizarre ritmes en uit de jazz geleende tempowisselingen ondersteunen een spacende wirwar aan excentrieke en op het eerste gezicht volstrekt willekeurige beelden die door beeldprofessor Geduldig op het scherm worden getoond. Het hoort allemaal bij het thema dat de band in speeches en songteksten wil uitdragen: is wat we zien en ervaren wel de werkelijkheid?
Tuxedomoon creëert in lang uitgesponnen nummers zijn eigen merkwaardige maar ook uiterst muzikale universum, met invloeden uit onder meer ambient, punk en het werk van David Bowie en Talking Heads. Dit gaat meestal op de volgende manier: de angstaanjagend stoïcijnse bassist Peter Principle gooit er een pulserende riff uit die tien minuten lang aanhoudt en de overige bandleden doen gewapend met viool, trompet, saxofoon of elektrische gitaar hun stinkende best om zo aritmisch mogelijk door zijn verrichtingen heen te kwetteren. Soms wordt er gezongen, meestal niet. Ondanks het feit dat het vijftal niet de makkelijkste muziek maakt, wordt het voor zijn verrichtingen beloond met een welgemeende staande ovatie.
Bij het ingenieuze, vervreemdende concert van Tuxedomoon steekt Bored Nothing in het snikhete café Little Devil wat bleekjes af. Niks nieuws onder de zon namelijk bij dit tot volwaardige band uitgegroeide eenmansprojectje van twintiger Fergus Miller. Het losse groepje Australiërs speelt haar knisperige jarennegentigrock in een opvallend relaxed wandeltempo. De belangrijkste thema's in de muziek zijn eenzaamheid en verveling, zoals de bandnaam en het shirt van keyboardiste Megan Lutz - met de tekst All my friends have moved away - al deden vermoeden.
Met name de melig bedoelde grapjes van Miller beginnen na een tijdje te vervelen, maar ook de muziek laat af en toe te wensen over. Waar het debuutalbum enkele mooie intiem klinkende liedjes bevat, is vanavond alleen plaats voor de 'rockers', waarbij vooral de matige instrumentbeheersing van de bassist en gitarist opvallen. Al lijkt gitarist Gary Valenta zelf niet door te hebben dat hij op zijn zachtst gezegd geen Jimi Hendrix is, aanstellerig als hij met zijn instrument om zich heen zwaait. De aanstekelijke melodieën weten het optreden nog een beetje te redden, maar het mag niet baten. De mannen en vrouw van down under lijken hun naam vanavond immers nét iets teveel eer aan te willen doen.
Bored Nothing en zijn uit San Francisco afkomstige opvolger Pow! [foto hierboven] hebben meerdere dingen gemeen: beide bands bestaan uit drie mannen en een vrouw, beide maken muziek die al vele malen eerder gemaakt is en beide bandnamen spreken boekdelen. De met een energieke punkdrive gespeelde garagerock van het drietal - vanavond bijgestaan door een drummer - functioneert als een prettige vuist in het gezicht. Frontman Byron Blum wringt zijn gitaar verbeten in allerlei bochten, terwijl hij zijn teksten zonder al teveel articulatie door de microfoon wurmt. De lekker agressieve gitaarriedels van Blum vinden weinig weerslag in de bewegingen van synthesizermeisje Melissa Blue, die met een lege blik in de ogen op en neer wiegt alsof ze naar een luchtig folkpopliedje aan het luisteren is. De nekken in de zaal weten wel hoe ze moeten bewegen: in korte niet al te soepele rukken gaan zij driftig op en neer. De lompe, brommende onderstroom aan synthesizerdreunen en psychedelische keyboardriedels van Pow! zorgen ervoor dat het allemaal niet teveel dertien in een dozijn wordt. Een gevaar dat bij dit soort bands al gauw op de loer ligt, hoe lekker effectief zij ook mogen beuken. Maar de albumcover met psychedelische patronen wordt vanavond op verschillende plekken in het centrum van Tilburg gespot: een teken dat de Amerikanen goed op weg zijn.
De instrumentale postrock van 65daysofstatic [foto hierboven] is niet van het soort dat tergend langzaam onder je huid kruipt en waarbij de gitaarerupties al tien minuten van tevoren te voorspellen vallen. De Britten zijn van het zeldzame slag dat over de starre grenzen van het genre durft te kijken en zij zijn er zo in geslaagd om een lekker om zich heen beukende cocktail van drum 'n' bass, glitchmuziek en rock te brouwen. Van de wat meer conventionele postrock van debuut The Fall of Math - dat de dag voor het optreden zijn tienjarig bestaan vierde - tot het sterker op piano en elektronische elementen gerichte Wild Light beuken, scheuren en razen de vier mannen erop los.
Het enthousiasme zit er in de MIDI vanaf de eerste noten zowel bij de band als bij het publiek goed in. Frontman - voor zover die bestaat bij instrumentale rock - Joe Shrewsbury steekt zijn vuist na elk nummer triomfantelijk de lucht in en hij wordt door tientallen enthousiastelingen braaf gevolgd. Het is zowaar de enige beweging die een beetje synchroon wordt uitgevoerd, want met de uitgebreide en lastige drumpatronen van 65daysofstatic is het niet eenvoudig om het hoofd, de nek of de heupen ritmisch mee te bewegen. Wél is het een fluitje van een cent om je compleet te verliezen in de gelaagde geluidswalm die de band vakkundig en energiek in elkaar vlecht. De band laat horen met recht in de voorhoede van het postrockgenre mee te draaien.
Foto 65daysofstatic van KindaMuzik fotograaf Rob Funcken, foto van Tuxedomoon van Hans van Wijk, foto van Pow! van Vera Cerutti, deze laatste twee via Incubate Tilburg (CC BY-NC-ND 2.0)
http://www.kindamuzik.net/live/incubate/incubate-de-vrijdag/25303/
Meer Incubate op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/incubate
Deel dit artikel: