Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ze zijn nog jong en onbezonnen, die jongens van Yamantau. Toch staat hun krachtige rocksound meteen als een huis. Het kwartet schakelt moeiteloos van bombastische postrock naar meer ingetogen shoegaze. Op deze leeftijd kan het nog alle kanten opgaan met de Belgen, zelfs die van Muse. Nu is het nog doorspekt met jeugdige energie en dik omlijst met gruizig laagje.
Zes [foto hierboven]weet een eigenaardig en mysterieus sfeertje te scheppen met onderkoelde en zachtjes borrelende elektronica. In de donkere zaal en van achter de opgestelde apparatuur is het visueel een even groot spektakel als staren naar een lege vissenkom. Het is dus extra bijzonder dat de Eindhovense producer, die ook hier soms de elektrische gitaar tevoorschijn haalt, met louter klankkleuren een droomwereld creëert.
Eric Chenaux heeft zojuist lange tijd in de bossen van Frankrijk doorgebracht zonder elektriciteit en mensen om hem heen. Het is dus even wennen voor de Amerikaan om op te treden. Door aan het publiek de keuze te laten of men liever songs of meer abstract werk wil horen, schept hij gelijk een band met hen. Uiteindelijk speelt de kluizenaar twee songs in drie kwartier. Als een klein kind hanteert hij in het begin de elektrische gitaar, om daarna te laten horen dat hij wel degelijk een virtuoos is. De unieke gitaartechniek in combinatie met zijn verfijnde zangstem laten een blijvende indruk achter in Factorium.
De zanger van House of Wolves is geen prater. Een beleefd dankjewel kan er nog net af. Als een bang vogeltje staat hij op het podium, met aan beide zijden twee muzikanten die allebei met de benen over elkaar zitten. Het drietal uit Californië zet uiterste breekbare muziek in, waarbij de fluisterstem meer huilt als een klein joch dat zojuist van zijn bal is beroofd dan als een hongerige wolf. Hoewel niet alle songs even spannend zijn, lukt het om een serene sfeer te creëren.
Hoewel Husky misschien de makkelijkste muziek op Incubate maakt, verdient de indiefolkband het ook weer niet om voor een handjevol mensen in de Muzentuin te spelen. IJzersterk zijn de meeste liedjes ook niet. Op een gegeven moment staat de wind een beetje meer richting psychedelische pop. Het is te hopen dat de Australiërs deze kant meer uitbouwen.
De zanger van Mercury Rev [foto hieronder]praat veel te veel en zegt onder meer dat ze niet willen zijn als Guns n' Roses, dat het orkest alleen als extra volume zou gebruiken. Toch slaagt de uitgebluste band er niet in om de muur tussen het orkest en de rockband af te breken. De cover van Neil Youngs 'A Man Needs a Maid' is nog fraai, maar zodra de band naar eigen werk terugschakelt, vervallen ze in hun oude rol. Mercury Rev is dus toch gewoon een soort Guns n' Roses met iets te veel praatjes geworden.
Aan boze mannen is er doorgaans geen gebrek op festivals, maar boze vrouwen zijn dan weer niet zo veel te zien. Torres [foto top] is een positieve uitzondering. De bandleden staan in zwarte overalls op het podium. De klederdracht past bij de donkere gitaarsound, die een vette knipoog is naar de jaren tachtig. Af en toe trakteert Torres het publiek op een glimlach, om duidelijk te maken dat de woede in haar muziek misschien slechts een gimmick is.
Cayucas is als band zowel intens als rammelend. De chaos op het volgepakte podium van Cul de Sac is even zorgelijk als prettig om te ervaren. Soms lijkt het alsof het Amerikaanse gezelschap nog wel zoekende is naar een eigen stijl, waarin je flarden Beirut, Pinback en Calexico bespeurt. Uiteindelijk gaat de show toch een beetje ten onder aan het rommelige karakter. (MD)
Spires That in the Sunset Rise brengt in de sereniteit van de Pauluskerk een eigenzinnig concert. De band, sinds enkele jaren herleid tot het duo Kathleen Baird en Taralee Peterson, legt met dwarsfluit en saxofoon de basis voor haar eigengereide folk en vult dit aan met stem, toetsen en elektronica, wat voor effecten en loops zorgt. De composities hebben zowel feeërieke als spookachtige kwaliteiten en worden nog het best omschreven als avantgardistische pastorale folk waar Bairds opera-achtige stem en een snuifje vrije improv jazz voor een extra dimensie zorgen.
De beschrijving op de webstek van Sacred Bones, het hippe platenlabel dat Destruction Unit tegenwoordig huisvest, leest als volgt: "Destruction Unit play loud rock music". Met drie gitaren, bas, drums en een soort van gemuteerd draaibaar keyboard zet dit zestal een potente geluidsmuur neer die uit gelijke delen noise en melodie bestaat. Uit de geluidschaos doemen op geregelde tijdstippen riffs op die Ryan Rousseau en de zijnen in ijltempo op een energieke manier kanaliseren. Rousseau is duidelijk trouw gebleven aan de attitudes die hij in het verleden met Jay Reatard in bands zoals Lost Sounds en The Reatards cultiveerde. Destruction Unit herleidt nummers, deze keer vooral afkomstig uit het recente Negative Feedback Resistor, tot de essentie zodat er eerder stuipachtige kerngedachten overblijven, en doet zo zijn bandnaam alle eer aan.
'Kant vs Freud' staat te lezen op het drumstel van Camera. Duitser kan het haast niet en dat geldt ook voor de muziek die deze Berlijnse band brengt. Camera bouwt een meeslepende 'Motorik' op die schatplichtig is aan Teutoonse voorbeelden uit jaren zeventig zoals Neu! maar weet deze invloeden naar haar hand te zetten. De percussie bepaalt de op- of afbouw van de ritmiek waarop keyboards, bas en gitaar inspelen. De innemende luistertocht wordt ondersteund door sfeervolle beelden die achter de band geprojecteerd worden. Halverwege de set gooit de band het roer om en wordt er een meer abstracte sfeer opgebouwd die vervolgens weer tot gekende ritmiek leidt. Naar het einde toe zorgt een sfeervolle vrouwenstem voor een ingetogen uitgeleide. (HvdL)
http://www.kindamuzik.net/live/incubate/incubate-de-vrijdag-6682/26224/
Meer Incubate op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/incubate
Deel dit artikel: