Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De maandag van Incubate begint met de stilte en romantiek van het harpspel van Lavinia Meijer in de immense concertzaal van Theaters Tilburg. Toch schuwt ze ook zeker niet het experiment met stukken van Philip Glass en de jonge, IJslandse componist Olafur Arnalds. Het meest uitdagende en allesbehalve liefelijk is nog wel haar rauwe bewerking van een drieluik van Jacob ter Veldhuis, alias JacobTV, waarbij samples met conversaties van New Yorkse straatprostituees worden gebruikt. Meijer werkt regelmatig met elektronische loops, waardoor ze klassieke muziek niet alleen spannend, maar ook vernieuwend maakt. Het is een indrukwekkende start van het festival.
Het Deense Lower [bovenste foto] opent om half acht het podium in de Midi. De Kopenhaagse band is verwant met Girlseeker en bracht eerder ook al gedeeld werk uit met stadsgenoten Ice Age. Het geluid dat de band wegzet is vanavond echter verre van scherp en hoekig. Terwijl gitaar, bas en drums soms nog wel interessante verbindingen aangaan, zijn de zangpartijen te alledaags en te beperkt om echt het verschil te maken.
Anders is het gesteld met Maze, een Belgisch trio dat in de Extase aangeeft heel goed naar de gitaarmuziek uit de jaren negentig geluisterd te hebben. Hun gelijknamige ep uit 2013 kon nog als een bloemlezing van Fugazi's Dischord-catalogus gezien worden, maar de band bouwt met een stomende set verder aan de weg. Het nieuwe materiaal is diverser en laat ook ruimte voor andere invloeden. De toevoeging van een tweede stem en keyboards leidt tot materiaal dat doet vermoeden dat Maze nog heel wat in zijn mars heeft.
De 'droging vision music' van Indian Jewelry stelt teleur. Afwisselende zang en uitdijende gitaren worden door een strakke, primitieve drum begeleid. Het format heeft helaas de overhand. Het viertal uit Texas overstijgt de clichés niet en probeert een vorm van psychedelica in een primitieve rockstructuur te gieten, maar slaagt daar niet in.
Tijdens deze editie van Incubate speelt Merzbow [foto hierboven] drie sets. Op de eerste avond staat hij solo in Dudok. Met analoge synths, een hele batterij aan pedalen en een vreemd (zelfgemaakt?) instrument schildert grootmeester Masami Akita met noise. Merzbow combineert twee geluidsstromen. Enerzijds manipuleert hij beats die de hartslag van zijn constructie vormen. Daaroverheen maakt Merzbow een complexe structuur waarover verschillende gelaagdheden van noise uitgesmeerd worden. De steeds wisselende relatie tussen intensiteit en hartslag zorgt voor een boeiende luistertocht die grenst aan sacraliteit.
Wand toert de laatste tijd bijna onafgebroken en dat merk je. Het viertal uit Los Angeles is volledig op elkaar ingespeeld en zet een set neer die uitblinkt op het vlak van zowel energie als techniciteit. Wand is schatplichtig aan Ty Segall, die er overigens eerder nog van deel uitmaakte, maar Wands sonische universum is iets meer uitgesponnen. Wand flirt bijvoorbeeld ook met westcoast-folkrock, keyboards en meer overstuurde solo's. Technische problemen zorgen echter voor een domper, want na tweemaal een versterker vervangen te hebben, neemt de intensiteit toch wat af.
Mark Kozelek is voor zijn doen in een goede bui, ondanks de eerdere nare ervaring op het festival Take Root met rumoerige senioren. Om te voorkomen dat er nu ook mensen tijdens de show in Theaters Tilburg luidruchtig ontsnappen, laat hij iemand opdraven die vertelt dat het niet is toegestaan om tijdens het optreden de zaal te verlaten. Ook mogen er geen foto's worden gemaakt en moeten smartphones uit. Die strenge regels zijn zeker geen pesterijtjes. De nukkige singer-songwriter doet er alles aan om een intieme setting te creëren, als fundament voor een tripje naar het diepste van de ziel. Daarnaast houdt hij ervan om verwarring te scheppen, onder meer door een kerstliedje te zingen en daarna een anekdote te vertellen over zijn ontmoeting met Anton LaVey, die indruk maakte, zoals te horen in het geweldige nummer 'Hey, You Bastards I'm Still Here'.
Als hij eenmaal ontdekt dat het publiek als gesmolten chocolade aan zijn lippen hangt, vraagt hij zelfs om verzoeknummers en wil hij na afloop met enkele dudes op de eerste rij naar een metalconcert. In die ontspannen omgeving gaan zelfs de meer onstuimige nummers van de laatste cd Universal Themes, zoals 'The Possum' en het overrompelende slotstuk 'It's My First Day and I'm Indian and I Work at the Gas Station', in de fluisterstand. De toehoorders zitten op het puntje van hun stoel, zodat het niet zelden nog een paar seconden stil blijft na de flink uitgesponnen songs. Uiteindelijk besluit hij het laatste optreden van zijn tournee in Nederland en België met een staande ovatie.
Foto's Lower en Merzbow van Jan Rijk(CC BY-NC-ND 2.0)
http://www.kindamuzik.net/live/incubate/incubate-de-maandag/26211/
Meer Incubate op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/incubate
Deel dit artikel: