Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het Britse Hard-Fi liet het afgelopen jaar behoorlijk wat inkt door deze kolommen vloeien. In de slipstream van de Kaiser Chiefs en Bloc Party kwamen ook zij met een sterk debuut – Stars of CCTV – aandraven. Ook uitverkochte shows waren op het Europese vasteland en bij 'ons' hun deel, en dan hebben we nog niet eens gerept over de populariteit van het viertal in het thuisland. Dat neemt immers stilaan duizelingwekkende proporties aan. En zeg nu zelf: Hard-Fi staat vanaf 14 mei maar liefst vijf avonden na elkaar in de beruchte Brixton Academy in Londen. Enkel Massive Attack, The Prodigy, The Clash en Bob Dylan gingen hen voor. Mooie adelbrieven, al kon Hard-Fi die zondagavond in een uitverkochte Botanique op geen enkel moment staven. Een plaats in de subtop van de Engelse league is nog altijd geen schande, maar Hard-Fi komt duidelijk nog een pak efficiëntie te kort om zich naast pakweg Franz Ferdinand of zelfs Maxïmo Park te scharen.
Dat de voertaal in de Botanique overwegend Engels was, mag opvallend genoemd worden. Aan sfeer dus geen gebrek, integendeel. De aanwezige meute smulde de kruimels die zanger Richard Archer om de haverklap rondstrooide alsof er de afgelopen week amper brood op de plank was gekomen. Mede hierdoor werkte de hautaine, zelfs arrogante, houding van de frontman behoorlijk op de zenuwen. Van loon naar werken was nooit sprake, want nog voor de groep één noot gespeeld had stond de stakker al druk gesticulerend en grofgebekt de menigte op te jutten. Ironisch genoeg was het net híj die de hoge verwachtingen van dit concert in de kiem smoorde. Vooral vocaal had zijn performance veel weg van een schertsvertoning; zijn stem klonk behoorlijk dun en ook qua toonvastheid bleek hij allerminst een autoriteit.
Muzikaal trok de groep nochtans stevig van leer, aanvankelijk althans. ‘Middle Eastern Holiday’ en ‘Gotta Reason’ werden je als een boemerang in het gezicht gekeild en leerden de toeschouwers een lesje inzake dynamisch stuiterende rock met punkinvloeden. Ook het geflirt met de betere ska-elementen in ‘Unnecessary Trouble’ en publieksfavoriet ‘Feltham is Singing Out’ – al klonk die laatste behoorlijk aangebrand – jaagden de temperatuur serieus de hoogte in. Helaas bleek de brandstof van de groep toen al driekwart opgebruikt. Het op plaat nochtans ijzersterke ‘Cash Machine’ miste live de drive en zeggingskracht om het tot een hoogtepunt te laten uitgroeien en ook ‘Hard to Beat’ kon niet tippen aan de verslavende studioversie. Maar het kon nog erger: zo viel plaatsvervangende schaamte nauwelijks af te wenden toen Hard-Fi zich vastreed in ‘Seven Nation Army’. Niet dat hun uitvoering zo hemeltergend was, maar van een groep met dergelijke ambities mag je een iets inventievere coverkeuze verwachten.
Hard-Fi bewees in de hoofdstad dat ze uitermate geschikt zijn om de nodige deining te veroorzaken op de grote zomerfestivals. Helaas voor hen lijkt de avondprogrammering – laat staan de rol van headliner – voorlopig veel te hoog gegrepen. Terug naar af is allicht een te strenge conclusie, maar de weg naar de absolute top lijkt voor Hard-Fi hoe dan ook nog verraderlijk lang.
Fotos uit het KindaMuzik archief.
http://www.kindamuzik.net/live/hard-fi/hard-fi-12177/12177/
Meer HARD-Fi op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/hard-fi
Deel dit artikel: