Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De tweede dag gaat al vroeg van start met uitvoeringen door stargaze, het klassieke collectief dat de kerk van Haldern dezer dagen heeft opgeëist om muziek van gevestigde artiesten van een nieuw jasje te voorzien. Gisteren toverden André de Ridder en consorten met de muziek van Ed Harcourt en Grant Hart, vandaag is de ingetogen folk van Alexis Murdoch aan de beurt voor een cross-overbehandeling. Zij hebben slechts een dag de tijd gehad om te repeteren, vandaag is na deze korte voorbereiding al meteen de vuurdoop. Stargaze-uitvoeringen van door David Lang en The Nationalgitarist Bryce Dessner gecomponeerde muziek hebben de vroege vogels onder de festivalgangers dan al in vervoering gebracht. Daarna moest hetzelfde publiek het doen met de nét iets te ongeïnspireerd klaaglijke ballades van Rhodes, die zijn stem - overigens zonder stargaze - nét iets te overdreven emotioneel door het gewelf heeft laten schallen. Taak voor de bebaarde Alexis Murdoch - qua verschijning kan hij zo door voor een vleesgeworden versie van een van de heiligenbeelden die hem omringen - om de kerk wat dit festival betreft alsnog een waardig einde te gunnen.
Gisteren speelde André de Ridder nog viool, vandaag dirigeert hij met vloeiende gebaren zowel de sympathieke Murdoch als de violisten en koperblazers van stargaze de juiste muzikale richting op. Wat volgt is een uurtje pure meditatieve rust tijdens een optreden dat met gemak een van de beste van deze Haldern Popeditie genoemd kan worden - er lijkt dan ook geen einde te komen aan de minutenlange en heel terechte staande ovatie achteraf. Alexi Murdoch omringt zijn Nick Drake-achtig kalme stem met kaal gitaarspel, en de muzikanten van stargaze vallen telkens precies op het juiste moment in om de weids uitgesponnen folksongs te kleuren met meeslepende arrangementen. De ontspannen sfeer wordt eenmaal bruut verstoord door een luide knetter - technisch mankementje - waarop dirigent en violisten elkaar vragend aankijken. Murdoch blijft echter rustig en speelt het volgende nummer desnoods zonder begeleiding. Ook dat gaat hem goed af, en de hoofdknikkende bewegingen van tientallen in dromen verzonken toehoorders geven hem en stargaze de bevestiging van een glorieuze samenwerking.
Even later kan hetzelfde stargaze alweer aan de bak op het dan net geopende, en toch al compleet natgeregende, hoofdpodium. In de stromende regen ondersteunt een groepje stargazeblazers Shara Wordens My Brightest Diamond [bovenste foto], dat een in kleine mate toegestroomde horde enthousiastelingen vlak voor het podium trakteert op mysterieuze Eftelingpop met klanken die bij vlagen doen denken aan elfjes, bloempjes en bijtjes. De geheel in het wit geklede en duidelijk goedgeluimde Shara Worden bewandelt met haar schitterende stem het glooiende pad tussen muziek en theater, zoals in het hoofd-schouder-knie-en-teenachtige 'This Is My Hand' van het gelijknamige album dat in september verschijnt. Wat opvalt is de funky drive die enkele nieuwe nummers kenmerkt, wat de muziek van My Brightest Diamond zowaar dansbaar maakt. Worden laat op de door drummer Earl Harvin wat heviger ingezette momenten zien een buitengewone voorliefde te hebben voor de opwarmoefening 'knieën heffen', en zou ook niet uit de toon vallen bij een vereniging voor mimespelers met ADHD. Het gedragen en erg mooi gezongen 'I Have Never Loved Someone' en een uitbundige versie van 'Inside a Boy' completeren het optreden, en voor stargaze zit het festival er dan toch eindelijk op.
De Australische Chet Faker begint zijn optreden heel on-Duits wat later dan de beoogde begintijd, iets wat de bebaarde zanger wijt aan zijn vliegtuigmaatschappij. Deze heeft zijn instrumentarium per abuis naar Brazilië gestuurd, waardoor Chet Faker het in Haldern moet doen met een bij elkaar geraapt geïmproviseerd knoppengereedschap. Het roeien met de riemen die hij heeft gaat hem goed af, en de diepe bassen die uit zijn geleende apparatuur stromen, weten prima hoe ze de nekken van de toehoorders los moeten schudden. Faker gooit er met zijn licht soulvolle stem een reeks nummers van zijn eerder dit jaar verschenen debuut Built on Glass uit, terwijl hij als een ware dj met overdreven handgebaren aan de knoppen aan het draaien is. Hij sluit de set af met de fraaie Blackstreetcover 'No Diggity' ("Het nummer waar het allemaal mee begonnen is") en kan vervolgens gaan proberen zijn verdwenen uitrusting op te sporen.
Voor de Spiegeltent staat al urenlang een ellendig lange rij, ongetwijfeld omdat dit een van de enige schuilplekken is tijdens de venijnige regenbuien die vandaag over het terrein waaien. Of omdat deze avond nog drie fijne bands op het programma staan, waarvan het prettig gestoorde Black Lips [foto hierboven] al meteen aantoont dat wachten loont. Vanaf de eerste noten vliegt de vlam in de pan en wordt de nietsvermoedende toeschouwer meegesleurd in een vrolijke moshpit. De refreintjes van de aanstekelijke rock 'n roll van deze dolle Amerikanen werken als een rode doek op een stier. Behalve enkele flauwe grapjes tussen de bedrijven door gunnen de Black Lips hun publiek geen moment rust. Op hoog tempo worden de hoogstens twee minuten durende knallers van de laatste twee albums op de uitzinnige fans afgevuurd, en het kleine uurtje dat voor dit optreden is bestemd is alweer voorbij voordat je doorhebt dat het is begonnen.
Al even energiek zijn de Canadezen van Ought, en ook bij hen zit er ergens op een goede manier een steekje los. Of beter gezegd: bij de zanger, die even gefrustreerd en agressief als gepassioneerd de microfoon vastgrijpt om zijn gal met David Byrne-achtige stem uit te spuwen. Terwijl hij zich verliest in krankzinnige lichaamsbewegingen, doen zijn bandmakkers het liever wat rustiger aan. Zij blijven op geconcentreerde manier bijdragen aan de bij vlagen erg gejaagde en strakke rock en dan weer vreemde chaotische dissonantie waar de Spiegeltent het na middernacht mee moet doen.
Het Australisch-Engels-Amerikaanse drietal The Acid staat vrijdagnacht als laatste op de planken in de Spiegeltent, die ondanks het late tijdstip goedgevuld is. Velen zijn ongetwijfeld nieuwsgierig of het producers Adam Freeland en Steve Nalepa en zanger Ry Cuming (ook bekend als Ry X) is gelukt het knappe debuut Liminal live tot een succes te maken. Zij worden niet teleurgesteld. In de cirkelvormige Spiegeltent blijven de mysterieus gonzende elektronische klanken van de beide producers kalm tegen elkaar op strijden om de mooie hoge stem van Ry Cuming te omvatten. De drie hebben een onderhuids kruipende en af en toe industrieel beukende cocktail weten te vormen van invloeden als James Blake, Burial, Massive Attack en Portishead. Maar op de juiste momenten slaat de stilte toe en valt Ry Cuming in met een gitaarriedel die van The xx had kunnen komen of komt Steve Nalepa met een onnavolgbare synthesizerkabbel. Het leentjebuur spelen levert een stel erg fraaie songs af, waarvan de knallers al in de eerste helft van de show worden ingezet. Toch ontbreekt de pure magie, tot de band voor het laatste nummer uitpakt met 'Basic Instinct' en Ry Cuming zijn furieuze gitaargeweld bekroont met rauwe uithalen. Een optreden dat overdag in de weidse buitenlucht onherroepelijk in het water zou zijn gevallen, maar in de Spiegeltent is het genieten geblazen.
Foto’s uit het Kindamuzik-archief van Laura Thijssen (My Brightest Diamond) en Reinier Asscheman (Black Lips)
http://www.kindamuzik.net/live/haldern-pop/haldern-pop-dag-twee/25225/
Meer Haldern Pop op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/haldern-pop
Deel dit artikel: