Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De weersverwachtingen voor het jaarlijkse punkfeestje in het Belgische Meerhout zijn niet om over naar huis te schrijven. Tot overmaat van ramp blijkt bij aankomst ook nog eens dat de organisatie de complete indeling van het festivalterrein overhoop heeft gegooid - zonder de daarbij behorende bewegwijzering ook aan te passen.
Na een anderhalf uur durend procedé om op het festivalterrein te geraken is het Amerikaanse viertal Four Year Strong de eerste Groezrockband van 2016. De vier bebaarde muzikanten spelen een hippe, maar bij tijd en wijlen ook nogal verwarrende combinatie van melodische poppunk en brute breakdowns. Het resulteert in een show die dan wel goed in elkaar steekt en amusant is om te bekijken, maar toch niet helemaal overtuigt. De nummers van de bekendste Four Year Strongplaat, Rise or Die Trying, worden vrij goed ontvangen en de tent is redelijk gevuld. Al lijkt dat eerder door de regen te komen dan door een massale publieksinteresse in Four Year Strong.
De skaveteranen van Less Than Jake [bovenste foto] uit Gainesville, Florida staan opvallend vroeg geprogrammeerd. Vanaf het moment dat de blazerssectie het podium opstormt en de band 'Sugar in Your Gas Tank' inzet, wordt echter duidelijk dat het relatief vroege tijdstip de Amerikanen niet echt kan deren. Voor Less Than Jakebegrippen wordt er zelfs een erg strakke show neergezet. Als het confettikanon ook nog eens tijdens het derde nummer al wordt ingezet, kan het optreden tot en met afsluiter 'Gainesville Rock City' eigenlijk niet meer stuk.
De Russische formatie Siberian Meat Grinder speelt, anders dan de naam doet vermoeden, een energieke mix van hardcore en thrash metal. Voor een vrij onbekende band uit Rusland staat de Back to Basicstent opvallend vol met geïnteresseerde muziekfans. Terecht, want de show van Siberian Meat Grinder is lekker venijnig, en vlamt, bijt en beukt zoals dit genre muziek ook hoort te doen. Vooral afsluiter 'Hail to the Tsar' ligt lekker in het gehoor en wordt hier en daar zelfs al voorzichtig meegezongen.
Een tent verder zet Walls of Jericho [foto links] onder aanvoering van frontvrouw Candace Kucsulain een woeste metalcoreshow neer op het Impericonpodium. De impact van het verder kwalitatief goede optreden gaat echter een beetje verloren door het schelle geluid. Op het hoofdpodium zet rasentertainer Frank Turner [foto hieronder] met zijn vaste begeleidingsband, The Sleeping Souls, vervolgens een gelikte en professionele rockshow neer. Het is nog een beetje vroeg voor al te enthousiast publiek en de tent is ook nog niet volledig gevuld. Maar het lijkt de Engelsman niet te raken; hij en zijn bandleden spelen geroutineerd door en weten tijdens afsluiter 'Four Simple Words' alsnog de handjes de lucht in te krijgen en voor schorgeschreeuwde kelen te zorgen.
De festivalhardcore van Hatebreed stoomwalst machinaal over het aanwezige publiek heen. Helaas doet de Amerikaanse band dat niet heel erg geïnspireerd. Het gezelschap onder aanvoering van brulboei Jamey Jasta is een professionele tank geworden. Het is vet, goed en hard. Maar de woede die uit de nummers van Hatebreed spreekt wordt nergens écht voelbaar. Zelfs de praatjes tussen de nummers door klinken veel te standaard en weinig bezield. Hier staat een band die van hardcore zijn beroep heeft gemaakt en voor het beproefde recept kiest; succesvol blijven door op zeker te spelen.
Vanaf het moment dat de hardcorelegendes van Youth of Today het podium betreden ontstaat een niet meer aflatende stroom van stagedivers. Frontman Ray Cappo zingt alsof hij weer in de jaren tachtig is aanbeland en de band musiceert misschien wel beter dan in de hoogtijdagen. En dat is meteen ook het probleem. Want iedereen weet inmiddels dat Cappo veel meer kan met zijn stem dan het wel erg ingestudeerd klinkende gegrom dat zo typerend is voor de vocalen bij Youth of Today. En hoe serieus moet je een stel vijftigers nemen die onder de naam 'Youth of Today' hun jeugdnummers nog eens een keertje komen spelen? Maar ach, voor jongere hardcorekids is het Groezrockoptreden van de legendes een goede gelegenheid om eindelijk eens de band te zien die ze altijd hebben moeten missen, terwijl de oudere genreliefhebbers de kans krijgen wat mooie jeugdherinneringen op te halen. De sfeer is goed, de veteranen spelen naar behoren en als absolute klassiekers als 'Positive Outlook' voorbijkomen is het nou eenmaal moeilijk om stil te blijven staan.
Op een nog steeds bewolkte, maar in ieder geval droge zaterdagochtend is de Zweedse skatepunkband Venerea een beste bak koffie. De groep is nooit écht groot geworden, maar heeft binnen de Europese punkrockunderground wel een zekere legendarische status. De hoofdpodiumtent is daarom eigenlijk vrij matig gevuld, maar dan wel met een gezelschap van connaisseurs. Hoewel de leadzang niet altijd goed uit de verf komt, zet Venerea een uitstekend optreden neer dat ondanks het vroege tijdstip met recht hoofdpodiumwaardig is te noemen. Pears is een relatief nieuwe band uit de Amerikaanse muziekstad bij uitstek, New Orleans. En wat voor een! Op Groezrock 2016 is het viertal in elk geval al een voorlopig festivalhoogtepuntje. Pears klinkt opgefokt en melodieus tegelijk, is gnarly maar ook sympathiek en mixt de agressie van Kid Dynamite met de melodie van Strike Anywhere tot een heerlijk voortdenderend geheel. Nog relatief vroeg op de middag weet Pears al boerend, tierend en ook zingend behoorlijk te overtuigen.
In een zeecontainer backstage bij festivalcateraar Just Like Your Mom trapt het Nederlandse Antillectual ondertussen in afgeslankte bezetting een korte akoestische set af. Geen officieel onderdeel van de Groezrockprogrammering, een slimme promotieactie van het vegan cateringbedrijf of gewoon een muzikale verrassing; het is gezellig druk bij Just Like Your Mom. Zowel publiek als band draagt hoofdtelefoons, Antillectual speelt wat ouder werk, twee nummers van de in juli te verschijnen nieuwe plaat en sluit af met een cover van Descendents. Kortom, een aangenaam tussendoortje om even een kopje koffie bij te drinken tussen alle gitaargeweld door.
Het New Yorkse The Movielife had in de undergroundscene van de jaren negentig best een goede naam. Maar waarom de band in godsnaam op het hoofdpodium geboekt staat, is de vraag. Zó bekend was het vijftal immers ook weer niet. Eerlijk gezegd wordt het toegestroomde publiek dan ook een beetje teleurgesteld. Niet eens door de herenigde band zelf. Want The Movielife speelt goed, beschikt over uitstekende poppunknummers en de heren zijn zichtbaar blij en dankbaar om weer samen op het podium te staan. Maar het geluid in de minder dan halfvolle hoofdpodiumtent is zo dramatisch afgesteld dat zang- en gitaarmelodieën bijna onherkenbaar worden en al het enthousiasme van de bandleden een paar meter van het podium af weer vervlogen lijkt. Een gemiste kans, volgende keer graag in de kleine tent.
Op het blijkbaar tot volwaardig podium gepromoveerde tentloze buitenpodium maakt het Australische gezelschap Clowns er vervolgens een heerlijk potje van. De d-beat-punk schuurt en trekt en is bovenal compromisloos hard. Gezien het grote aantal mensen dat blijft hangen om naar Clowns te kijken, gooien de nog onbekende Australiërs hier hoge ogen met hun optreden. The Falcon is, alweer, een nieuwe punkrock-all-starband. Dit keer met leden van The Lawrence Arms en Alkaline Trio plus Dave Hause van The Loved Ones op gitaar. De band speelt logischerwijs een kwalitatief goede, exclusieve Europese show en klinkt gelukkig niet als een kopie van de overige bands van de bandleden. Alleen klinkt de mix van stijlen vrij eclectisch en er mist hier en daar wel wat rode draad. Een veelbelovend optreden, maar het predicaat 'supergroep' verdient The Falcon (nog) niet.
De Amerikaanse skaband Mad Caddies kiest ervoor om te openen met veel relatief langzaam materiaal. Misschien is het de leeftijd, misschien de drugs waar de lage landen om bekend staan. De kwaliteit van de band lijdt er echter niet onder en naarmate de set vordert wordt het tempo ook langzaam opgeschroefd. Steeds meer voetjes gaan van de vloer totdat zo'n beetje het voltallige publiek staat mee te springen op de vrolijke ska van Mad Caddies. Als de refreinzanglijn van afsluitnummer 'All American Badass' tot lang na het einde van de set nog blijft nagalmen door de tent weet je dat het een goed feestje was.
Het optreden van het Californische Face to Face op het hoofdpodium staat als een huis. De routiniers hebben net een nieuwe plaat uit en dus een extra reden om zich te bewijzen. Oudere nummers als 'Ordinary' lijken iets sneller gespeeld te worden dan op plaat, maar nergens lijkt het gezelschap rond Trever Keith zich te overhaasten. Vanaf de eerste tot de laatste noot speelt Face to Face solide, nagenoeg foutloos en stiekem geeft de band misschien wel het beste optreden van het festival weg.
De voormalige bandmaten van de veel te vroeg overleden zanger Tony Sly spelen een aantal shows om hun oude vriend te eren. In de Verenigde Staten betrad het overgebleven viertal twee keer het podium onder de naam No Use for a Name & Friends [foto rechts], wat in Europa nog eens dunnetjes wordt overgedaan. Wordt opener 'Justified Black Eye' nog gezongen door de bassist van No Use for a Name zelf, daarna neemt een aantal gastzangers de microfoon over. Met wisselend resultaat; de zangeres van het Israëlische Not on Tour lijkt nogal geïntimideerd door het grote podium en Spike Slawson van Me First and the Gimme Gimmes moet zijn tekst van een blaadje oplezen. Maar de belangrijkste gastzanger van de set is gelukkig Lagwagonvoorman Joey Cape, wiens warme stemgeluid perfect is voor een emotioneel muzikaal afscheid van Sly. Want emotioneel is het optreden zeker. De hoofdpodiumtent is stampvol, er staan familieleden op het podium en tijdens de absolute klassieker 'International You Day', gezongen met de melancholieke stem van Cape, houdt niet iedereen het meer droog. Stiekem is No Use for a Name dan ook de échte hoofdact van Groezrock 2016.
Want officieel is punkrockband Sum 41 [onderste foto] natuurlijk headliner. De vier muzikanten zijn vooral bekend vanwege internationale monsterhits als 'Fat Lip' en 'In too Deep', die dan ook, nogal obligaat, aan het einde van de set netjes voorbijkomen. Zanger Deryck Whibley laat zien een volleerd volksmenner te zijn, de band speelt lang niet slecht, maar weet de aandacht buiten de hits om niet vast te houden. De hoofdpodiumtent is dan ook niet afsluiterwaardig gevuld. Voor veel bezoekers lijkt Sum 41 niet veel meer dan een aangenaam naprogramma van No Use for a Name of een achtergrondband voor bij de laatste pinten van het festival.
Foto's uit het KindaMuzik archief door Michella Kuijkhoven (Less Than Jake en Frank Turner), William van der Voort (Walls of Jericho), Martijn Booij (No Use for a Name & Friends) en Joost Doensen (Sum41).
http://www.kindamuzik.net/live/groezrock/groezrock-2016/26685/
Meer Groezrock op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/groezrock
Deel dit artikel: