Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Omdat dit het laatste optreden van de tour is, mag het wel een beetje een gekke boel worden. Tenminste, dat zegt Grant Nicholas, de frontman van Feeder. Dus wordt er ‘lang zal hij leven’ gezongen voor een jarige roadie. Als dit een gekke boel is, hoe vreselijk suf zal een normaal optreden van Feeder dan wel niet zijn?
Feeder speelt een plichtmatige en matte set. Dit komt doordat het nieuwste album Pushing The Senses vrij vlak en futloos is. En juist van dat album speelt Feeder de meeste songs. Vooral tijdens het eerste half uur komt het ene gladde gitaarpopliedje na het andere voorbij. Het rauwe randje dat de albums Echo Park en Comfort in Sound zo leuk maakte ontbreekt live, zodat ook deze nummers niet knallen en verworden tot inwisselbare popdeuntjes. Alle punky rocknummers, die het overgrote deel van de set vormen, worden ongeïnspireerd gespeeld. Het akoestische ‘Dove Grey Sands’ en de pianoballad ‘Frequency’ zorgen daarentegen wel weer voor prachtige momenten.
Het wordt pas interessant als de geoliede en routineuze set wordt onderbroken door haperende apparatuur of een te lang aanhoudend applaus van het publiek. Vooral Nicholas weet zich geen houding te geven bij dergelijke gebeurtenissen. Wel breekt het de steriele voordracht even en valt Feeder uit zijn rol. Als de zanger door een meisje uit het publiek gezoend wordt, reageert hij schuchter en kijkt hulpeloos naar zijn medebandleden. Dat er dan vervolgens tientallen fantasieloze kneuzen het podium opstappen om de verlegen Nicholas óók te zoenen is onvermijdelijk, maar vooral strontvervelend. Samen met de stagedivers zorgt het echter voor wat leven in de brouwerij, want van Feeder zelf hoeven we geen spontaniteit te verwachten.
Even daarvoor heeft het Belgische Zornik laten zien hoe je het met opzichtig knip- en plakwerk tot voorprogramma in Paradiso kunt schoppen. De invloeden van Muse, Oceansize, Radiohead en Placebo liggen zo vreselijk dik op hun pathetische rock dat het haast lachwekkend is. Zelfs de motoriek van zanger/gitarist Koen Buyse is identiek aan die van Matthew Bellamy van Muse. Ergernis alom.
Bij Feeder was dat niet het geval. Daar hing een vrolijke niets-aan-de-hand sfeer. Gewoon gezellig. Een ideaal bandje om op een zonnige zaterdagmiddag liggend in de wei te bekijken met je roze Amnesty-hoedje op. Maar warm of koud word je helaas niet meer van Feeder anno 2005.
http://www.kindamuzik.net/live/feeder/feeder-zornik/8961/
Meer Feeder op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/feeder
Deel dit artikel: