Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het fangevormde sneeuwbaleffect van Arctic Monkeys staat niet alleen, maar de impact is wél enorm. Vaker zien we een groep zichzelf stapje-voor-stapje uit de luwte opwerken naar grotere hoogten. Zonder hype, zonder drugsschandalen, zonder supermodellen. Kortom: zonder rock-'n-roll bullshit is Editors een schoolvoorbeeld van een gematigde autonome groei.
Wat langzaam groeit, heeft de langste adem, denkt Editors. Toch wacht amper negen maanden na het Nederlandse debuut op London Calling al de grote zaal van Paradiso. Levert een blik in de kribbe – na voldraging van deze zwangerschap – een wolk van een kiddeke op, of kijken we naar een wanstaltige bastaardzoon waarvoor we het predikaat: Wat een lieve baby (om niet te hoeven zeggen: Wat een gedrocht uit de mottenballen halen? Soms het één, soms het ander; luidt het diplomatieke antwoord.
Zoals Bush en Nickelback ieder hun deel Pearl Jam en Nirvana namen, de grove vijl uit de kast trokken en aalgladde rock met snaarstrakke liveshows onder de massa brachten, zo ook Editors. Is Interpol u te beklemmend, te lethargisch melancholiek? Gooien we er toch wat meer tempo en een The Edge-gitaarloopje tegenaan? Is het zo naar wens?! Joy Division was wat rudimentair en deprimerend, is het niet? Het Hookybasloopje hoog op de hals komt echter van pas en mag blijven. Tekstueel zweert u bij Bono-gewauwel en meebrulbare one-liners? Voorzien we in, geen probleem.
Zo redigeert Editors zijn succesverhaal tot een tjokvol Paradiso, al is een geladen sfeer ver te zoeken. Onder verzengend volume en een knetterende lichtshow bespeuren we slechts publieksoplevingen bij de hitgevoelige singles ‘Blood’, ‘Munich’ en ‘Bullets’, of de donkere disco van ‘Fingers in the Factories’. Terecht, want als Editors even écht vlamt, blijven de rubbersporen nog lang nasmeulen op het wegdek van onze gehoorgangen.
De rest van de korte set (Editors is met een uur klaar) bestaat uit vulmateriaal dat live weliswaar een kleine metamorfose ondergaat, maar blijft slepen en dwepen in middelmatigheid. Dan blijkt Interpol’s New York heel wat meer sophisticated dan de werkmansmentaliteit van Birmingham.
Is het waar dat Editors gecalculeerd een op maat gesneden geluid neerzet? Dat ze hun nummers bijschaven totdat slechts de grootste gemene deler overblijft? En succes in het meest geslaagde geval wel voor het oprapen móet liggen? Het klinkt er alleszins naar.
Het ziet er echter niet naar uit. Het is leuk geïnterpreteerd, maar Editors oogt te sympathiek en ergens ook te onbeholpen om zo’n bewuste keuze te kunnen omzetten in dit songmateriaal. Nee, het zijn gewoon vier knapen die aan de haal zijn gegaan met hun favoriete bandjes en uitkomen bij imitatie en heel soms een gouden vondst.
In de Editors-kribbe staren ons vanavond hondstrouwe en enigszins waterige oogjes aan waarin af en toe een twinkeling te ontwaren valt. Een ogenblik later vervalt die oogopslag alweer tot een Gollum-achtige. Gevangen daartussen neurie ik desondanks weer ‘Munich’ bij het verlaten van het pand. En had Bush precies dat talent niet ook jaren geleden met ‘Everything Zen’? Beter goed gejat en snaarstrak uitgevoerd dan… Toch?
http://www.kindamuzik.net/live/editors/editors-11821/11821/
Meer Editors op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/editors
Deel dit artikel: