Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dour is traditioneel - meer dan andere grootschalige festivals in de Benelux - dé plaats om naar gelang je stemming op het moment van de dag te kiezen uit een gigantische veelheid aan stijlen. En ook dit jaar verzorgen de organisatoren een programmering die mikt op een mengsel van jong talent en oudgedienden, en die de gevestigde orde van de huidige hitlijsten duidelijk mijdt.
Op de momenten dat het festivalterrein even de keel uit begint te hangen, is daar het dagelijkste ritje naar Saint-Ghislain of Dour-city, intrigerend troosteloze gehuchten waar de supermarkten beter onderhouden zijn dan alle wegen, huizen en kroegen bij elkaar. Plaatsen waar je de cafés wordt uitgestaard door eenzame vijftigers die doordeweeks om elf uur aan het bier zitten. Maar ook de plaatsen waar je in de Carrefour een geniaal ontbijt bij elkaar verzamelt, om dit tussen de kermisattracties op het dorpsplein te verorberen, compenserend voor je opgelopen tekort aan frisse lucht. Een ritje met wapperende haren door de Waalse maisvelden, bijgestaan door opgewekte Franse chansons die de ether aldaar domineren. Bourgondische liederen die zo vrolijk zijn dat je de omwegen ten gevolge van de afwezig zijnde wegwijzering graag voor lief neemt.
Terug op Dour is de middag dan al opengebroken en komt het festival, dat zijn zwaartepunt gebruikelijk in de avond neerlegt, langzaam op gang. Voordat 's nachts de elektronische stijlen losbarsten, is het prettig om in het gras voor de Red Frequency stage wat dub en reggae te luisteren of om in een van de tenten nieuwe muziek te ontdekken. Een fenomenale Lee Fields [foto rechts; RB] zingt strakke soulnummers met een band die foutloos en haast gladjes speelt. Dat is vaak geen voorbode voor een prikkelende ervaring, maar Fields snijdt met zijn Expressions zo fenomenaal door alles en iedereen heen dat hij je ziel opzuigt. Een gigantische meerwaarde ten opzichte van zijn album bovendien, omdat niet alleen zijn emotie beter voelbaar is, maar zijn stem op het podium ook nog eens zes klassen beter blijkt dan op plaat. Ook de sympathieke Mayer Hawthorne maakt er een verrassend feest van met zijn band en zijn majestueuze MicroKorg. Zonder hem ooit gehoord te hebben, brengt hij een feest der herkenning, dat alle bizarre indrukken die je op Dour opdoet in banen leidt en dan dubbel zo hard laat binnenkomen. Om helemaal week van te worden.
In de nacht sijpelt de techno en dubstep binnen. En ondanks Dours relatieve undergroundkarakter lijken de dj's zoals op meer festivals regelmatig geprefereerd te worden in de rol van superster. Als koning op zijn troon die zijn muziek 82 keer stillegt om applaus te oogsten en de overkoepelende opbouw volkomen laat varen, glorieert de festival-dj. De functionele figuren van weleer, die al hun aandacht leggen in structuren, beats en overgangen trekken minder volle zalen. Terwijl Paul Kalkbrenners muzikale uitverkoop in een uitpuilende Marquee als een warme baguette over de toonbank gaat, staat de tent voor Carl Craig en Dave Clarke maar halfvol. En dat terwijl met name Craig naadloos zijn beats blijft stapelen en de voorspelbare climax op ieder moment voorblijft. Ook op andere dagen is het dringen voor Murdocks spierballendubstep en een bijzonder matige set van Benga & Skream, waar het bij een uitstekende Agoria rustiger blijft.
De enige artiest die zich boven de keuze tussen goedkoop gestuiter en rustige zalen plaatst, is Gui Boratto. In zijn set krijgt hij het voor elkaar om rustpunten weg te laten en toch geen vlakke brei over te houden. Vloeiend over een groot kolkend mdma-geknuffel van publiek last hij de hoogtepunten als stalen kabels aan elkaar terwijl hij goedkope climaxen vermijdt. De schuchtere Boratto oogst een gigantisch applaus met anderhalf uur van pastoraal ingekleurde elektronische warmte.
Op een gegeven moment wordt The Last Arena bezet door een megalomaan aandoende, torenhoge lichtkubus, waarin een nog amper zichtbare Etienne de Crécy het middelpunt is. De opstelling is prachtig en de dynamiek van de lichten die door de kubus stuiteren is feilloos. Dit in tegenstelling tot De Crécy's eigen muziek, die doordeweeks en anoniem klinkt en daarom vloekt met het groteske bouwwerk waarin hij opereert. Afsluiter Calvin Harris pakt het anders aan. Hij staat ondanks zijn allure als een klein, vrolijk jongetje te zingen en thanks het publiek minstens vijftien keer very much.
Hoewel Dour dit jaar een grote naam als Aphex Twin mist, is het ook nu weer een mooie gelegenheid om diverse muzikale leefwerelden te betreden. Het zijn daarmee de kracht en schoonheid van de diversiteit die de spil van Dours succes vormen.
Foto's uit het KindaMuzik archief, door Renate Beense en Thomas van der Aa.
http://www.kindamuzik.net/live/dour-festival/dour-festival-2010/20455/
Meer Dour Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/dour-festival
Deel dit artikel: