Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het moet voor een eigentijds bandje niet altijd prettig zijn om veel aandacht te krijgen van in muziek gespecialiseerde webzines en blogs. Zo ben je het snoepje van de week en wordt je debuut de hemel in geprezen, en zo beland je bij het grofvuil omdat er inmiddels talloze nieuwe namen staan te trappelen om dezelfde behandeling te ondergaan.
Het is een beetje het verhaal van Clap Your Hands Say Yeah. In 2005 verschijnt in eigen beheer het titelloze debuut vol springerige indiepop in de lijn van bands als Talking Heads en The Feelies. Het groeit met name dankzij een juichende recensie van het invloedrijke Amerikaanse webzine Pitchfork in eigen land uit tot een verkoopsucces.
Ook aan deze kant van de oceaan wekt het vijftal uit Brooklyn belangstelling. Zo sluit de band een overeenkomst met het Britse indielabel Wichita en zorgen optredens in onder meer het volgepakte bovenzaaltje van Paradiso en op het Crossing Border-festival hier eveneens voor gegons.
Met het verschijnen van het tweede album Some Loud Thunder lijkt het tijd voor een voorlopige balans. Op de negatieve recensies die het album inmiddels heeft gekregen kon je donder zeggen, maar de belangstelling bij het publiek is er niet minder om: het avondje blog-’n-roll in Paradiso is uitverkocht.
Een avondje dat begint met een optreden van Elvis Perkins, zoon van de overleden Hollywoodacteur Anthony Perkins, die met een drietal begeleiders een rustiek sfeertje probeert neer te zetten. Zijn zeurstem en weinig aansprekende liedjes staan een en ander in de weg.
Het muzikale peil stijgt aanzienlijk bij de Cold War Kids [foto links], die voor de tweede keer in korte tijd in Paradiso aantreden, nu in de grote zaal. Inmiddels is hun debuutalbum Robbers & Cowards ook hier uit en haalt menigeen het viertal uit Fullerton, Califiornië binnen als grote belofte.
Dat is niet zo gek, want hun religieus geïnspireerde indierock, doorspekt met soul en blues, overtuigt wegens een groot gehalte aan eigenzinnigheid en gecontroleerde gekte. De zanger Nathan Willett weet hoe hij een kopstem moet maken, de ritmes zijn ontregelend en ‘Hang Me up to Dry’ is nu al een klassieker. Sluitstuk van het veel te korte optreden is een in uitgebreide bezetting (met blazers) gespeelde versie van Sam Cookes evergreen ‘A Change Is Gonna Come’.
Clap Your Hands Say Yeah [foto boven] opent met het titelnummer van de nieuwe cd. Om gelijk door te stomen met het sterkste nummer van de plaat, de discorocker ‘Satan Said Dance’. Dat het publiek de band niet heeft laten vallen, moge ook blijken uit het gejuich dat vanuit de zaal opsteekt bij het inzetten van de eerste akkoorden van bijvoorbeeld ‘Over and Over Again (Lost and Found)’.
Het vijftal ogenschijnlijk doodnormale Amerikaanse jongemannen, die al dan niet toevallig met elkaar een bandje vormen, trakteert zijn fans op een klein uurtje intrigerende indierock. De zang van de bepaald niet spraakzame Alec Ounsworth mag dan af en toe als een maniertje overkomen, de band klinkt, ook in een nieuw nummer als ‘Yankee Go Home’, behoorlijk hecht en is de hype definitief voorbij.
http://www.kindamuzik.net/live/clap-your-hands-say-yeah/clap-your-hands-say-yeah-cold-war-kids-elvis-perkins/14883/
Meer Clap Your Hands Say Yeah op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/clap-your-hands-say-yeah
Deel dit artikel: