Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het kleine broertje van Motel Mozaïque beleefde afgelopen zaterdag alweer zijn zesde editie. Elk jaar is er weer voor weinig geld (12 euro dit keer) nieuwe muziek te ontdekken in Nighttown, op een steenworp afstand van het centraal station van Rotterdam. Dit jaar geen grote naam als Peaches of The Libertines. Toch was het weer ouderwets druk. Dat leidde tot onvermijdelijke drukte bij de ingangen van de drie verschillende zalen. Mensen stonden vaak stil op de trap naar de kelder en de deur naar het theater is breed genoeg voor één stevige kerel, maar zeker niet voor drommen festivalpubliek.
Programmeurs Harry Hamelink en Ron Euser hadden weer flink wat onbekende namen uit de hoed getoverd. Wie had er eerder gehoord van The Chap, Envelopes, Lederhosen Lucil of Jackson & His Computer Band? En wat te denken van het Poesjes Speelgoed Paradijs, waar je kunt moederkoekhappen, of het Closet Curieux, het wel heel speciale toilet in de kelder. Bezoekers van dat toilet kregen een halsketting met bloemen om, alvorens een oase van rust te betreden met vogeltjesgeluiden en rozengeur. Ervaringen werden opgetekend in het wc-logboekje en alles werd aangereikt door vriendelijke dames.
Een fiets ondersteboven op het podium, begeesterde vocalen en subtiele begeleiding van een drietal Noren: Hanne Hukkelberg [foto boven] had tot één van de favorieten van de avond kunnen behoren. Maar het vroege tijdstip en de veel te grote ruimte deden het optreden de das om. Zelfs het tromgeroffel van Hanne langs de spaken van de fiets en de sublieme Pixies-cover ‘Break My Body’ konden het langzaam binnendruppelende, onwennige publiek niet verrassen.
In het kleine theater was het wat intiemer met de Radiohead-light van Syd Matters. Vijf Fransen die heel serieus musiceerden, dromerig naar het plafond staarden en bedwelmende popsongs lieten horen. Een totaal gebrek aan charisma bij de zanger, dat wel ja, maar wie maalt daar om als je ontspannen met een biertje op de grond zit?
Snel naar Envelopes [foto links] uit Zweden. En wat zagen ze er jong, klein en studentikoos uit met dat brilletje, die wollen truien en die anti-hippe haardracht. Ze zouden ze zo de stand-in van Belle & Sebastian kunnen zijn. Muzikaal gaat die vergelijking niet echt op. Hun rommelige indie kent de scherpe randjes van de Pixies, de geraffineerde liedjes van The Shins en het speelgoedgeluid van Grandaddy. Aardig.
José Gonzáles [foto rechts] is eigenlijk te verlegen om op het podium te zitten. Maar wat een fabelachtige gitaartechniek! De Zweed van Zuid-Amerikaanse afkomst spreekt vooral met zijn liedjes. Met die zes snaren op zijn akoestische gitaar wist hij latin-ritmes te combineren met folkliedjes in de stijl van Nick Drake. Een prachtige performance.
Het sympathieke ‘Belle & Sebastian meets Delgados’-gezelschap uit Engeland, The Shortwave Set [foto rechts], klinkt prachtig op plaat maar bleef in de grote zaal te statisch.
De liedjes zijn intiem en charmant en de samenzang van Ulrike Bjorsne en Andrew Petitt zou goed passen bij een Hans Christian Andersen-verfilming. Toch kon de band het publiek niet bekoren; enigszins terecht, gezien de wat verlegen en ongeïnspireerde vertolking.
De ‘dochter van’ en ‘zus van’ was naar Rotterdam gekomen met slechts een begeleidende toetsenist/bassist. Naar eigen zeggen kon Martha Wainwright een volledige band niet betalen. De mooiste nummers zaten aan het begin en het eind: ‘Factory’ en het aan haar beroemde vader gerichte ‘Bloody Mother Fucking Asshole’. Daartussenin was het vaak matig. Deels buiten schuld door een krakend gitaargeluid en een asociaal kletspubliek. Ook wel eigen schuld, want haar wat al te expressieve manier van zingen begint na een tijdje toch wel te irriteren.
De Canadese Lederhosen Lucil [foto links] is ontegenzeggelijk iemand met charisma, fijne timing en gevoel voor muzikale komedie. Toch bleef de alpenmeisjes-gimmick een flauwe en onvoldoende manier om talent te presenteren. In Oostenrijks bergpakje en met een elektrisch orgeltje met voorgeprogrammeerde setjes pakte Lucil het publiek in de kelder al vrij snel in. De pruik met blonde vlechtjes en het voortdurende ‘jaaa’ mag ze voortaan achterwege laten.
Het eerste echte feestje van de avond werd veroorzaakt door het Engelse The Go! Team [foto links]. De band speelde een originele combinatie van vrolijke en gedreven theme-pop en old school rijmpjes, met spring-in-het-veld Ninja als explosief middelpunt. Het publiek moest van Ninja zo vaak met de armen in de lucht 'The Go! Team' scanderen, dat het transformeerde in een groot aerobic-reclamebord voor de band. Een dynamisch optreden, met uitschieters als ‘Bottle Rocket’ en een nog titelloos doe-maar-mee-nummer; suggesties daarvoor zijn te plaatsen op www.goteam.co.uk.
Hooggespannen verwachtingen bij Jackson And His Computer Band [foto onder]. De internetkoppen zijn lyrisch over zijn debuutplaat, waarop dansbare verknipte beats worden vergezeld van schurende jaren ‘80-geluiden, een verbreding van het domein van het Warp-label. In een overvolle theaterzaal kon Jackson na een tijdje pielen aan z’n enige instrument (inderdaad, een laptop) beginnen met ‘optreden’. Pompende beats vloeiden over in nog meer pompende beats. Niks schurend, niks verknipt; een aanfluiting wat mij betreft.
Bazar Curieux 2005 bleef een festival zonder echt hoogtepunt. The Chap waren dat hoogtepunt volgens velen, maar door de dubbele programmering kon het gebeuren dat dit enerverende bandje in dit verslag ontbreekt. Maar dat is ook het leuke van Bazar Curieux: veel onbekende namen en verrassingen. Het programma was op zijn minst erg dapper te noemen. Er was een grote verscheidenheid van speelse indie, progressieve elektronica en interessante singer-songwriters. Dat is de 12 euro meer dan waard.
http://www.kindamuzik.net/live/bazar-curieux-2005/bazar-curieux-2005-10586/10586/
Meer Bazar Curieux op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/bazar-curieux-2005
Deel dit artikel: