Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het personeel van de Maassilo doet er alles aan om het de bezoekers van Bazar Curieux zo min mogelijk naar de zin te maken. Er is geen garderobe; wie zijn of haar jas kwijt wil moet voor het volkomen ridicule uitzuigtarief van €5 een kluisje huren. Wat een groot percentage bezoekers doet besluiten de jas dan maar aan te houden, zo warm is het toch niet in de betonspelonken van de silo. Dat is niet de bedoeling, dus wordt het huren van een kluisje verplicht gesteld, inclusief opgewonden beveilingsmannetje dat mensen met jas aan terugstuurt, maar het wettelijk rookverbod totaal niet handhaaft. Dan is er nog de grimmige toiletjuffrouw die 50 cent vooraf eist, het vaste ritueel met niet-retourneerbare drankmunten en beveiliging die zelfs de meest onschuldige podiumbeklimmers meteen rücksichtslos afvoert.
A Mountain of One zou oorspronkelijk een dag later in Rotown optreden, maar is om logistieke reden naar voren gehaald om als openingsact van Bazar Curieux te dienen. In de hippe line-up is de belegen jarentachtigprogrock in de lijn van Peter Gabriel en - vooral - The Waterboys niet op zijn plaats. (MtH)
Wie wel eens in IJsland komt, begrijpt vast iets van de verstilde en sprookjesachtige melodieën die bands als Múm en Sigur Rós er op nahouden. Je krijgt brave borsten in zelfgebreide truien op het podium en je denkt meteen aan een of ander studentenorkestje uit Reykjavik. Met zoveel muzikanten op het podium zou je gemakkelijk een feestje kunnen bouwen. Het bontmutsengezelschap waagt echter de gok om met ontzettend knullige folksongs als 'If I Were a Fish' de feestvreugde nog even op de lange baan te schuiven. Het slaapverwekkende Múm is de tweede misplaatste festivalact op rij.
Neon Indian is de eerste act van de avond die je een paar luttele seconden het gevoel geeft dat er vanavond toch iets bijzonders gaat gebeuren. Dat dit gevoel weer snel verdwijnt, ligt vooral aan de hoge herhalingsfactor. De zwierende keyboardarrangementen en zwaar psychedelische songs zijn inwisselbaar, waardoor je van geluk mag spreken dat de optredens op Bazar Curieux maar van korte duur zijn. Een avondvullend programma zie je dit springerige Neon Indian nog niet snel verzorgen.
Juist als je denkt dat het festival eindelijk een beetje op stoomt komt, daalt weer het tempo. Dit valt te verwachten van een act die in zee gaat met een producer als Geoff Barrow van Portishead. Triphop zou je de muziek van Beak echter nauwelijks kunnen noemen. De landerige dance doet soms aan het jazzy Red Snapper denken, hoewel Beak een stuk eentoniger is en de podiumuitstraling van een zitzak heeft. Muzikaal zit het verder wel snor bij deze autisten, maar na een band als Múm snakt dit festival naar een stroomstoot van een heel ander kaliber. (MD)
Veel acts worstelen met hun geluid in de betonnen spelonken van de Maassilo, maar geen enkele act faalt zo erg als Julian Casablancas. De kenmerkende lijzige zang van de Strokeszanger is niet te horen, terwijl de wat lullige keyboardmelodietjes van zijn soloplaat juist op gigantisch volume de zaal in knallen. Voor zover er dan nog iets uit de geluidsbrij valt op te maken, is het dat de begeleidingsband slecht op elkaar is ingespeeld. Dramatisch concert, waarbij het hoogtepunt zo ongeveer de kekke leren jas van Casablancas is. (MtH)
Hoewel Royal Bangs uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten komt en de debuutelpee op het platenlabel van Patrick Carney van The Black Keys verschijnt, ruiken deze gasten allesbehalve naar blues en banjo's. Je zou hun drukke muziek kunnen omschrijven als garagerock met bliepjes. Royal Bangs doet een halfslachtige poging om het festival een flinke schop onder de kont te geven en de nieuwe cd, heel toepasselijk Let It Beep getiteld, naar het podium te vertalen. Als ze niet alle energie in de eerste twee nummers zouden steken, zouden deze boerenpummels misschien wel voor momenten van extase kunnen zorgen. Nu krijg je alleen het gevoel dat er meer in zou kunnen zitten. (MD)
Drie Israëliërs met jarenzeventigsnorren en sportbroeken - en niet veel anders aan - vormen Monotonix [foto]. Ze maken er een fantastische show van door overal in de zaal te spelen, behalve op het podium. Ook het drumstel wordt continu versleept. Monotonix is zo wel meer een performancekunstact dan een band; de elementaire proto-hardrock van het trio maakt sec muzikaal weinig indruk.
Diplo lijkt te denken: "Oh ja, Rotterdam, daar houden ze van hard." Hij gooit in ieder geval flink de beuk erin met iets dat meer van doen heeft met techno dan met het Major Lazeralbum. Terwijl het Major Lazer Soundsystem toch naast Diplo ook bestaat uit twee danseressen en twee toasters, waaronder de van internet bekende Skerrit Bwoy, hij van de gele mohawk en het daggeren vanaf een trapje. Dat het anders is dan verwacht en niet bepaald subtiel, betekent niet dat het slecht is. De afwisselende harde beats krijgen de Maassilo volop aan het dansen. En als dat eenmaal het geval is, komen uiteindelijk toch ook de Major Lazerhits als 'Pon the Floor' en 'Hold the Line' langs. En het trapje van Skerrit Bwoy. Maar die houdt het redelijk netjes deze keer: hij duikt er niet vanaf op een voluptueuze dame, maar hangt alleen even aan het plafond. Toch nog een enerverende afsluiting voor een matte en weinig gastvrije aflevering van Bazar Curieux. (MtH)
Foto door Wot Nxt, onder cc.
http://www.kindamuzik.net/live/bazar-curieux-2005/bazar-curieux-1259/19552/
Meer Bazar Curieux op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/bazar-curieux-2005
Deel dit artikel: