Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Chemische stoffen
Wie zich de moeite getroost om het fraaie artwork van Shadowlands onder de loep te nemen, ontwaart op de cover het model van een adrenalinemolecuul. Het hormoon is geen menselijk individu vreemd. Vooral bij artiesten draait het productieproces op volle toeren. Jan De Campenaere ontleende er zelfs de titel voor zijn plaat aan.
“Wetenschappelijk en biochemisch valt dat allemaal perfect te verklaren, maar wie controleert die chemische stoffen? Ze bepalen wél je hele doen en laten. Dus vraag ik me af in welke mate we onze emoties zelf in de hand hebben. Die schemerzone bestempel ik enigszins poëtisch als mijn emotionele shadowlands.”
Minder vaag is De Campenaere in zijn teksten. Angst, haat, woede en verdriet reflecteren door de tien songs heen zijn gemoedstoestand. Grootse verhalen en wijdse metaforen zijn voor hem nooit een optie. Hij houdt het liever eenvoudig, direct en zegt veel met weinig woorden.
“Globaal gezien waren het vooral relatie- en liefdesperikelen die me parten speelden. Als vanzelfsprekend worden die gerelateerd aan twijfels en van daaruit kom je snel bij de algemene levensvragen terecht.”
“Zomaar lukraak een tekst schrijven lukt me niet. Evenmin als mezelf verschuilen achter personages of het hanteren van de derde persoon. Het is iets wat recht uit het hart komt. Dat is soms lastig, want het is uiteraard erg herkenbaar.”
Jaknikkers
In één song, ‘Helping Hand’, horen we zelfs een subtiele politieke kwinkslag. In tegenstelling tot Bono of Chris Martin – beiden een inspiratiebron voor de man achter Venus In Flames – voelt de Gentenaar er echter weinig om de barricades op te gaan voor een betere wereld.
“Ja, ik stoor me vaak aan politici en dat op alle niveaus. Van de onhandigheid van nationale politici tot wereldleiders als Bush. Bovendien worden ze omringd door een gans legioen jaknikkers. Uiteindelijk doen ze toch gewoon hun zin, terwijl de hele wereld weet dat ze totaal verkeerd bezig zijn.”
“Als artiest schuilt je belangrijkste opdracht erin om muziek te maken en emoties op te roepen. Je moet het niet gaan overdrijven – als het te pamflettair wordt, haak ik af. Bono lijkt er zowaar een fulltime job van gemaakt te hebben, zijn muziek is als het ware een bijkomstigheid geworden. Zelfs Thom Yorke, een van mijn absolute helden, laat zich tegenwoordig vaker dan wenselijk in met milieu en politiek. ‘Houd je maar bezig met je plaat’, denk ik dan, dat is al moeilijk genoeg.”
Waarmee we automatisch bij Radiohead zijn aanbeland. Je hoeft niet eens intens naar Shadowlands te luisteren om te horen dat Hail to the Thief voor Venus In Flames een heel voornaam leitmotiv was.
“Het is een superplaat van begin tot einde. Ik heb ze echt grijsgedraaid. Het kon haast niet anders dat er invloeden doorsijpelden, al was ik daar niet bewust mee bezig. Radiohead is zo’n groep die beter wordt met de jaren. Wie er hun dagboek (www.radiohead.com/deadairspace, dc) op naleest, merkt dat ze er nog steeds met hart en ziel mee bezig zijn. Ze komen er ook gratuit voor uit als het even wat minder of totaal niét loopt. Ik vind dat knap, net als het feit dat ze geen enkel risico schuwen. Bij Radiohead heb je nooit het idee: ‘we zijn al stinkend rijk, laten we snel nog eens een plaatje opnemen’. Dat geldt eerder voor een U2.”
Teveel coke
Het songmateriaal op Shadowlands klinkt opvallend voller, warmer en gedurfder dan op voorganger Notes of Tenderness. Toch blijft De Campenaere een singer-songwriter in hart en nieren. Op de vraag hoe hij zichzelf en zijn band muzikaal ziet evolueren, heeft hij niet meteen een pasklaar antwoord.
“Ik heb er geen flauw idee van hoe de volgende plaat zal klinken. Het is een pak boeiender om verschillende opties bewust open te laten. Shadowlands moest anders klinken dan het debuut en dat is aardig gelukt. Momenteel is het leuk om te rocken, zéker live. Op een podium staan, maakt deel uit van iets groters. Het geeft een geweldige kick om mensen jouw nummers te horen meezingen. Na een goed concert geraak ik nooit meteen in slaap, net alsof ik de uren ervoor iets teveel coke gesnoven heb (lacht).
“Het is compleet iets anders dan thuis in je eentje een nummer op akoestische gitaar te schrijven. Als je een goed nummer geschreven hebt, vind je het altijd het beste wat je ooit geschreven hebt… Om het dan een half jaar later in de schifting te laten omdat het toch niet zo goed bleek (lacht). Toch zit het rustiger werk er als mijn tweede natuur ingebakken. Ik hoop ooit nog mijn eigen Boatman’s Call te maken.”
http://www.kindamuzik.net/interview/venus-in-flames/de-grote-levensvragen-van-venus-in-flames/12566/
Meer Venus in Flames op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/venus-in-flames
Deel dit artikel: