Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Soms is het fijn om voorbij te gaan aan hypes of experimenten en terug te vallen op een vaste waarde. Therapy? is zo’n vaste waarde. Al vanaf 1989 laat de band uit Noord-Ierland het publiek genieten van snoeiharde, furieuze rock. Dat ze het succes van Troublegum en Infernal Love nooit meer gehaald hebben deert hierbij niet. De nieuwe plaat One Cure Fits All, alweer de twaalfde, is gewoon weer een degelijke stamper zoals we van de band gewend zijn. En live staat er nog steeds geen maat op het trio.
Je ziet het niet af aan de goedlachse band, maar Therapy? heeft veel problemen gehad. Vooral de bandwisselingen bezorgden zanger/gitarist Andy Cairns en bassist Michael McKeegan veel hoofdbrekens. In een eerder interview met de band voor KindaMuzik viel te lezen dat de zoektocht naar een nieuwe drummer voor High Anxiety zeer moeizaam verliep. Het werd uiteindelijk Neil Cooper. Voor de opnames van Never Apologise, Never Explain viel cellist/gitarist Martin McCarrick weg. De bandleden besloten dan ook vanaf dat album door te gaan als powertrio, zoals ze eind jaren tachtig ook begonnen waren.
Wat hebben jullie met tanden? Eerst had je de cd Babyteeth, daarna het nummer ´Teethgrinder´ en nu staat er op de hoes van One Cure Fits All weer een vrouw met ontblote tanden.
Andy: Dan heb je de hoes voor onze nieuwe single ´Rain Hits Concrete´ nog niet gezien. Daarop staat een kind met zo´n tandartsklem in zijn mond. Ik heb er wel eens over nagedacht, maar kon geen verklaring vinden. Ik heb geen jeugdtrauma met tanden, of nachtmerries als ik naar de tandarts moet. Ik verbaasde me er al over dat het nog nooit iemand was opgevallen. Jij bent de eerste in zeventien jaar die erover begint.
Hoe was de sfeer bij de opnames van One Cure Fits All? Het leek me rustiger dan de vorige platen.
Andy: “Het was fijn om ons eens gewoon op de muziek te kunnen concentreren, zonder zorgen over nieuwe bandleden. Maar meer nog dan dat heeft de aanstelling van Neil ervoor gezorgd dat wij veel relaxter de studio ingaan. Eind jaren negentig hadden we de slechte gewoonte om alle nummers in de studio te schrijven. Toen Neil erbij kwam zijn we weer teruggegaan naar de ouderwetse manier: éérst de nummers afhebben en dan pas de studio in.”
Neil: “Studiotijd is duur en er zit constant een producer op je vingers te kijken. Het is heel erg stressvol. Alles moet snel gebeuren en daarom moet je je goed voorbereiden. Uiteindelijk kan de producer nog wel aanwijzingen geven, maar de basis moet er toch zijn. Anders maak je misschien de verkeerde keuzes. ”
Hoe kwamen jullie eigenlijk in contact met The Darkness-producer Pedro Ferreira?
Andy: “We waren op zoek naar een betaalbare indieproducer toen onze manager een telefoontje van Pedro kreeg. Hij bleek een enorme fan van Therapy? te zijn en had gehoord dat we een producer zochten. We hebben hem ontmoet maar hadden wel wat reserves. Kijk, The Darkness is wel goed in zijn genre, maar het blijft toch glamrock. Maar al bij de ontmoeting bleek hij alles van onze band en van onze invloeden te weten. Hij wist precies hoe wij wilden klinken.”
Michael: “Hij was helemaal geen superster-producer, maar one of the guys. Hij bleef constant optimistisch en enthousiast. Sommige producers kunnen heel negatief zijn, en klagen over het eten en over de mixtafel. En dat slaat dan over naar de bandleden. Voor je het weet is iedereen aan het klagen. Maar hij hield er echt de schouders onder.”
Nog nuttige zangtips gehad?
Andy: “Hij nam heel veel tijd voor de vocalen. Bij al onze vorige cd’s hadden we meer aandacht voor de muziek, en als laatste deden we pas de vocalen. Eerlijk gezegd vond ik het wel leuk om eerst wat te drinken en uiteindelijk half dronken mijn teksten in de microfoon te schreeuwen. Maar Pedro liet me de teksten al om tien uur ‘s ochtends zingen terwijl ik nog maar half wakker was. En ik moest een uur mijn stembanden opwarmen. Daar had ik in het begin helemaal geen zin in. Maar het werkte wel; ik vind de stem nu mooi en helder in de mix verweven. Bij albums als Suicide Pact – You First en Never Apologise... ligt de zang heel erg achteraan in de mix.”
Door de jaren heen hebben jullie veel zien komen en gaan: Nu-metal, de glamrock van The Darkness, nu de Arctic Monkeys. Hoe kijken jullie naar die hypes?
Andy: “Het lijkt wel of die hypes alleen maar in Groot Brittanië kunnen ontstaan. Begrijp me niet verkeerd, ik vind de Arctic Monkeys erg leuk. Ze doen me denken aan de vroegere punk waar ik ook van hield. Maar het lijkt me niet gezond om van je debuut-cd binnen vier maanden miljoenen exemplaren te verkopen. Wat dat betreft waren wij gezegend. Wij hadden al drie albums en een vaste fanschare opgebouwd voordat wij Troublegum uitbrachten. Ik kan me niet voorstellen hoeveel druk je hebt als je tegen je eigen debuut op moet boksen. Opeens worden er meer mensen afhankelijk van je band en moet je het loon van je crew betalen. Je bent opeens verantwoordelijk voor andermans hypotheken en gezinnen. Dan ga je niet meer relaxt naar de oefenruimte om je gitaar in te pluggen en een nummer te schrijven. Wij hebben dat gehad met Infernal Love. Onze platenmaatschappij A&M had eigenlijk niet zo heel hoge verwachtingen van ons, maar toen we van Troublegum 750.000 exemplaren verkochten stelde A&M dat we van de volgende cd één miljoen moesten verkopen. Dat wil je niet horen wanneer je in de repetitieruimte staat om nummers te schrijven voor het volgende album! Je luistert dan naar je gitaarloopje en denkt: zal dit een miljoen platen gaan verkopen? De producer hoorde dit gesprek en plakte een foto van een Porsche boven zijn mengpaneel; dat werd zijn doel. Hahaha.”
Zijn jullie ooit gezwicht voor de wensen van een platenmaatschappij?
Andy: “Voordat we met onze huidige platenmaatschappij in zee gingen hebben we bij andere maatschappijen aan het bureau gezeten. Ik kan me één gesprek nog levendig herinneren. Die kerel die ons wilde laten tekenen had belachelijke ideeën. Hij wilde dat we meer als een nu-metal band moesten klinken. Ook vroeg hij of we misschien niet een meisje in de band wilden. Dat zou verkopen.”
Michael: “Hij vroeg zelfs of we er ooit eens aan gedacht hadden om onze gitaren te downtunen. Iets wat we al vanaf het begin doen! Het was heel naïef. Hij wist niets van ons, maar wilde ons toch op de markt zetten als een nu-metal band. Hij had eigenlijk gewoon moeten vragen of we niet een rapper en een dj in de band wilden hebben.
Andy: “Of dat we maskers op wilden doen, net zoals Slipknot. Hahahaha.”
Michael: “Ach, het zou voor veel bands werken, maar niet voor de onze.”
Toch hebben jullie ooit eens met witte pakken op het podium gestaan.
Andy: “Ja, maar dat was juist om de draak te steken met al die bands die zich verkleedden. We deden een tour van vijf festivals, waaronder Pinkpop en Werchter en we wilden iets speciaals doen voor die optredens. Eigenlijk wilden we als chirurgen op het podium staan, met van die mondkapjes. Maar die konden we niet krijgen, dus werden het schilderoveralls. Het was alleen om onszelf te amuseren. Iedereen zag ons namelijk als de band die alleen maar zwart droeg.”
Michael: “Bij veel dingen die we doen zien mensen de humor er niet van in. Ik hou wel van die tongue im cheek benadering van bands. Als The Darkness alleen maar spandex draagt vind ik dat leuk. Of Metallica, helemaal in het wit.”
Maar juist die restyling door Anton Corbijn van Metallica mislukte helemaal.
Michael: “Da’s waar. Lars Ullrich in een luipaardenvel was ook gewoon geen gezicht. Ik denk niet dat ze zich daar erg comfortabel in voelden. Terwijl ze het juist heel serieus benaderden. Dan gaat de grap ervan af. Je moet er niet een te groot statement van willen maken.”
Die witte pakken kleurden goed bij de witte cello.
Andy: “Verrek, dat is waar. Goed dat ‘ie geen roze cello had, anders hadden we een probleem gehad, hahaha.”
live-foto uit het archief, door Niels Vinck
http://www.kindamuzik.net/interview/therapy/therapy-laat-zijn-tanden-zien/12697/
Meer Therapy? op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/therapy
Deel dit artikel: