Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Andrews was ooit een jongen van zeventien toen hij naar London verhuisde om zijn leven aan de muziek te wijden. Zolang hij zich kan herinneren is muziek zijn manier geweest om zich uit te drukken. Muziek zit in zijn bloed. Zijn vader was toetsenist in de punkband XTC en is frontman van Shriekback. "Toen ik begon met spelen was mijn vader ver weg, maar mijn ouders hebben me zeker een liefde voor muziek meegegeven. Ik was niet eens een natuurtalent. Het heeft me veel moeite gekost om gitaar te leren spelen en mezelf te leren zingen. Vanaf het moment dat ik ophield met kind te zijn heeft muziek mij troost in de chaos gebracht. Zonder dat wordt alles te intimiderend en had ik de neiging angstig of depressief te worden. Daarom wilde ik per se leren spelen en zingen. Ik weet niet hoe ik het vol heb gehouden, want ik had echt een hekel aan mijn stem. Ik heb lang in mijn slaapkamer moeten oefenen voordat het enigszins aan te horen was."
Fraudeur
Hij wilde niet klinken als Frank Sinatra, Elton John of Jeff Buckley. "Ik had Van Morrisson en Leonard Cohen en Nick Cave. Ik herinner me dat ik Jeff Buckley hoorde en dacht: hoe kan dat, zo'n magische stem? Hij klinkt zo engelachtig. Bijna onmenselijk. Bij iemand als Tom Waits of Van Morrisson is dat anders. Zij hebben geen klassiek mooie stem. Je kan de puinzooi binnen in hen horen. Dat is een hele menselijke stem. Ik besefte al heel vroeg dat de enige stem die ik ooit zal hebben is díé die ik zelf maak."
Andrews voelt zich pas op zijn laatste album echt een zanger. Op de vorige albums had hij zich een hunkerende schreeuw aangemeten die al snel zijn handelsmerk werd. "Howling" (Janken) noemt hij het zelf. "Ik heb me lang een fraudeur gevoeld in het zingen, maar de laatste tijd heb ik er meer controle over. Ik wilde dan ook graag nieuwe dingen met mijn stem doen. Veel mensen claimen dat ze alles weten over wat ze kunnen, maar ik heb toch een rusteloze houding tegenover mijn kunnen. Ik was klaar met schreeuwen en wilde echt zingen. Door steeds nieuwe dingen te leren houdt het mysterie van de muziek nooit op."
Grote levensvragen
De muziek van The Veils kenmerkt zich sinds jaar en dag door snerpende klanken en vlijmscherpe teksten over de grote vragen van het leven. "Time Stays, We Go is een zinnetje waar ik de laatste paar jaar veel over heb nagedacht. Over vergankelijkheid en hoe bijzonder het is om je bewust te zijn van je eigen sterfelijkheid. Het is voor mij geen somber onderwerp. Ik kan er eeuwig over filosoferen. Soms is het beangstigend, maar het kan je ook aansporen om de tijd die je hebt goed te gebruiken. We moeten vieren dat wij mensen de mogelijkheid hebben om ons zo bewust te zijn van ons leven."
Het verschil met de vorige albums is te merken. Het is een stuk minder duister en vooral volwassener. "Ik heb ons eerste album The Runaway Found lang een vloek gevonden", zegt Andrews. "Dat waren de eerste nummers die ik ooit schreef en die bepaalden wat mensen dachten over mij. Terwijl ik nog nauwelijks tijd had gehad om na te denken over wie ik was. Nux Vomica schreef ik toen ik echt in de put zat en veel vragen had. Die vragen heb ik nog steeds maar ik kan ze nu op een zachtere manier stellen."
Toch kijkt hij nu graag op die jaren terug. "Nu kan ik op The Runaway Found terugkijken als iets van toen ik vijftien was, als een oud dagboek. Ik ben blij dat ik die herinneringen heb. Toen voelde ik me een bang kind. Nu voel ik me nog steeds een kind, maar minder bang."
http://www.kindamuzik.net/interview/the-veils/the-veils-finn-andrews-is-klaar-met-janken/23804/
Meer The Veils op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-veils
Deel dit artikel: