Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
The Ex is als punkband begonnen en bestaat nu 25 jaar. Er zijn nu tientallen platen en cd’s, met cellist Tom Cora, met improviserende musici, met niet-westerse zangers. Toch hangt het allemaal met elkaar samen. Zelfs de solo-uitstapjes van de bandleden bevatten in zekere zin nog Ex-muziek. Wat is dat voor muziek?
“The Ex is een optelsom van heel individuele uitingen. Daarom is het zo’n raar bandje. Hoe Kat drumt, daarvan vind je geen tweede in de wereld, en hoe wij zo’n beetje gitaar zijn gaan spelen, da’s ook niet heel gangbaar. Maar zelfs als we improviseren kun je nog horen dat wij het zijn. Dat wisten we allemaal ook niet van tevoren…
Er zijn eigenlijk twee takken: er is de hele tak met gasten en improvisaties en er is een reeks platen met een live-achtige sfeer, waarop je de nummers zet die je live speelt. Die zijn iets meer ‘dit wordt het gewoon, want dit zijn wij’. Er zit dan wel ontwikkeling in, en het gaat soms alle kanten op, maar het blijft toch je eigen stijl.
De muzikale gasten zijn vaak erg onder de indruk van de manier waarop hun eigen bijdrage vorm krijgt in onze muziek. Ik vind het fenomenaal dat een drummer als Han Bennink het een uitdaging vindt om met ons mee te gaan op een tournee naar de westkust. Gastmusici doen vaak anders dan anders bij ons. Ik vind dat heel grappig. Als je puur technisch naar onze muziek kijkt, is dat toch vrij simpel uiiteindelijk. Negen van de tien rockmuzikanten vinden dat wij niet kunnen spelen. Onze muziek heeft geen standaard rock-kenmerken zoals gitaarsolo’s, akkoordenschema’s of een ingewikkelde ritmische opbouw.”
Jullie speelden in 2000 op het Holland Festival gecomponeerde muziek van de futurist Mossolov
“Nou ja, we kunnen ook wel wat natuurlijk…”
Het concert… Komen er allerlei herinneringen langs van 25 jaar The Ex? Noem eens een paar namen.
“Ja ook, er zijn nog steeds mensen die we vanaf het allereerste begin kennen, en die nog steeds mooie en originele dingen doen. John Langford is denk ik wel de oudste van het stel. Hij is van The Mekons, die waren al eerder bezig dan The Ex. Een jaar eerder denk ik, en wij waren fans. Hij zal er ook bij zijn.
Er komt ook een Marokkaanse Gnawa-band. Die kwamen we in Amsterdam tegen, het is een recente toevoeging aan de lijst. Andy (Moore, gitarist, KM) had ze gezien. We hebben teveel om op te noemen, er zijn dan ook concerten in twee zalen tegelijkertijd.
Gold Blade speelt ‘glamrock’, van die Gary Glittermuziek. De zanger was vroeger van The Membranes, een van onze favoriete bands. We hebben jaren geleden met ze getoerd, ze stonden echt overal ‘net naast’, echt heel erg goed. Ze wilden per se komen spelen. Dan zeggen wij natuurlijk geen nee, want het wordt erg leuk. Ze gaan ook een paar oude Membranes-nummers spelen en die zijn toch wel, eh, klassiek.
Elektrelane is een nieuwe meidenband uit Brighton met wie we een tournee hebben gedaan aan de Amerikaanse westkust. In het begin denk je dat het niks is, maar na verloop van tijd hoor je dat het zulke eerlijke muziek is, dat ben ik in jaren niet tegengekomen. Het is heel speciaal, heel gevoelig en ze nemen allerlei risico’s, vreemde dingen komen er tevoorschijn.
The Evens, met Ian MacKay, die deze keer iets heel anders gaat proberen. De bandnaam geeft geloof ik aan dat hij een beetje meer ‘even’ wil worden. Hij speelt met zijn vriendin, dan krijg je dat soort dingen…”
Saxofonisten…
“Mats Gustaffson, Ken Vandermark komen: twee enthousiastelingen die erg van onze muziek houden omdat ze er veel rare dingetjes in kwijt kunnen. Vooral Ken staat heel erg in de jazztraditie, hij speelt echter graag met ons. Hij hoort geen referentie met wat hij kent, en het is voor hem een enorme uitdaging om daar iets tegenover te zetten. Dat vindt hij spannender dan jazz spelen waar hij zijn gewone riffs kan spelen die hij gewend is.
John Butcher is een heel ander verhaal. Hij is met ons in Italië op tour geweest. Het is heel indrukwekkend hoe hij met alle akoestieken van de verschillende zalen kan omgaan, en hoe hij kan horen wat hij er die avond van kan maken. De ene avond speelden we in een galmende fabriekshal en de dag erna in een morsdood kraak-keldertje. Butcher is een akoestische muzikant, en met ons speelde hij voor het eerst van zijn leven met een rock-PA. Meteen ging hij met de feedback van de PA dingen doen. Dat soort dingen staat hij gewoon ter plekke uit te vinden. Dat kan hij gewoon op z’n gehoor, en hij heeft ook een enorm gevoel voor vorm. Hij kan fantastische dingen doen, een hoofdstuk apart in de saxofoonwereld…
Silent Block: dat zijn gasten met tafels waarop hele rare zelfgebouwde dingen staan. Eentje heeft speakers op tafel staan waar hij rijst en knikkers in gooit, het zijn een soort alchemisten…”
Zijn dit mensen die jullie hebben meegenomen van jullie tournees, om aan ons te kunnen laten zien?
“Ja, precies. Zo kwamen we in Frankrijk Anne James Chaton tegen, een waanzinnige geluidsdichter. Hij zoekt een bepaalde dag uit, dan koopt hij alle kranten. Een krantenkop die die dag heel belangrijk was, leest hij voor en neemt hij op. Dan maakt hij er een ‘loop’ van. Tegelijkertijd verzamelt hij van die bewuste dag alle bonnetjes, papiertjes en kleine snippers die op die dag totaal onbelangrijk waren. Die ratelt hij dan over het opgenomen fragment heen. Het is wereldnieuws met de alledaagse dingen er door heen. Je raakt er van onder hypnose als je het hoort, heel vreemd. Er bestaat een dubbel-cd met achttien stukken, allemaal hetzelfde idee. Heel consequent en ook heel origineel.
Peter Zegveld doet veel met kindertheater, maar komt eigenlijk uit de muziekhoek. Wat ik van hem zag, was een soort electronicaconcert, maar dan uit 1920. Hij staat met olievaten en speakers en megnpanelen enorm te zweten om daar muziek uit te halen. Ik heb nooit iemand gezien die zo staat te puffen als hij, zo staat-ie z’n best te doen. En hij beweegt haast helemaal niet, ik vind het echt geweldig om naar te kijken.”
Terrie, je bent net vijftig geworden. Ben jij de oudste bij The Ex?
“Jaaaa, natuurlijk ben ik de oudste van The Ex! Of een generatiegenoot als John Langford van The Mekons ouder is, dat weet ik eigenlijk niet. Dat hoeft niet natuurlijk, ook al is hij langer bezig. De oudste die op ons festival komt is in ieder geval Getatchew Mekuria, de Ethiopische saxofonist. Getatchew is zeventig, en dat is echt oud, zeker voor Ethiopische begrippen. Hij gaat samenspelen met het ICP. Dat is een Nederlands improvisatie-orkest en ze gaan Ethiopische numers spelen. Dat heb ik ze gevraagd, en zelfs Misha (Mengelberg, de eigengereide ICP-pianist, RT) is overtuigd, dus dat zal wat worden.”
Misha speelt behoorlijk ‘intellectueel’. Als hij gedwongen wordt om te ‘grooven’, gaat hem dat toch niet altijd even gemakkelijk af. Er is een plaat met saxofonist Noah Howard met Afrikaanse ritmiek waar hij niet echt veel van bakt.
“Ach, Misha doet maar, we kijken wel. Meestal zitten er dankzij hem toch erg mooie momenten bij.”
Er bestaan ook opnames van The Ex met Misha Mengelberg die vrij moeizaam klinken, op het Duitse Moers Festival.
“Dat was ook een chaotisch concert, er kwamen mensen te laat, en er was geen soundcheck. We stonden ook nog eens op een heel breed podium, zodat je nauwelijks van elkaar kon horen wat er gebeurde. Op andere momenten zijn we wel geconcentreerder bezig geweest.”
Dat concert is uitgebracht op cassette, waarom niet op cd?
“Nou, dat hebben wij niet gedaan, ik weet daar niets van. We hebben wel in Ethiopië een cassette uitgegeven, Kat (de drumster) zingt, met Han Bennink op drums.”
Dus het is een bootleg?
“Mischien wel ja. Dat vinden we goed, ze gaan hun gang maar…”
Er zijn al zoveel platen van The Ex…
“Welja…”
Een van de statements op platengebied uit de begintijd van The Ex was een ‘aktiesingle’ (of misschien zelfs wel een axiesingel), een flexidisc die meer dan twintig jaar geleden is rondgedeeld aan de bewoners van Wormer en omstreken: ‘Villa Zuid Moet Blijven’.
“Ja, Villa Zuid, dat klopt, daar bel je nu naar toe. Villa Zuid is gebleven, we hebben nog wel enig succes!”
Wat was dat voor atmosfeer, toen eind jaren zeventig punkmuziek zo belangrijk was voor mensen die zich bezighielden met kraken?
“Het is heel raar, maar nu bestaat dat dus helemaal niet meer, dat soort sfeer. Er was een soort opgewondenheid van tientallen bandjes die gewoon begonnen, en dat het al gauw goed genoeg was. Dat het publiek het prachtig vond, en dat de bandjes het mooi vonden, dat er ook allerlei plekken waren om op te treden. Het was een soort kinderlijke sfeer haast, in positieve zin.“
Als je kwaad was, dan pakte je een gitaar, dat was iets wat in die tijd heel normaal leek.
“Ja. Er hing een soort opgewondenheid omheen. Het was ook niet alleen kwaad, het was ook gek, origineel, alles kon eigenlijk ook. Het was heel open. Hier in Wormer, waar Villa Zuid staat, daar had je misschien wel vijftien punkbandjes. Allemaal heel jong en heel raar ook allemaal. Dat was best bijzonder.“
Zijn jonge bands niet gewoon raar omdat ze niet anders kunnen?
“Nou, ja, dat is dus juist het mooie. Dat vond ik ook de beste bands altijd. The Fall en The Mekons hadden dat ook: die deden iets in volle overtuiging, en het technisch kunnen was helemaal niet zo belangrijk. Ze konden zich wel uitdrukken, en precies doen wat ze wilden. Ik hou daar nog steeds heel erg van. Ik vind dat tegenwoordig meer terug in de Afrikaanse muziek, meer dan in rockmuziek. Dat mensen zich goed kunnen uitdrukken zonder dat ze nou helemaal de techniek beheersen. Ik vind dat ook de beste improvisatiemuziek: dat er een beetje een worsteling in zit, wat onzekerheid, en dat muzikanten risico nemen. Dat vind ik belangrijker dan keurig alle noten goed spelen.“
The Ex bracht in de jaren tachtig dingen uit waarbij je je afvroeg of het een actiebrochure was met een single, of een plaat met een bijlage. In die kraakscène begin jaren tachtig was het niet alleen muziek. Er waren ook tijdschriften, pamfletten. Als je al die stencils en vlugschriften terugziet vraag je je soms af: waar haalden ze het allemaal vandaan?
“Ha, ha! Het was natuurlijk een krankzinnige tijd. De een was bezig met boekjes, de andere werd fietsenmaker, of wilde dingen gaan verkopen. Je had natuurlijk kraakpanden die vreselijk teloorgingen aan allerlei ellende. Wij zaten altijd aan de kant van dingen organiseren, dingen zelf doen, grote panden kraken en daar dan waanzinnige clubs in beginnen. De Emma en de Van Hall, schitterende tenten waar veel gebeurde. Sonic Youth speelde daar, en er mixte toen ook heel snel wereldmuziek, jazz en punk. Heel vroeg kwam daar alles bij elkaar.”
En dat terwijl al rond ’80 het uniform van de punk en de krakersbeweging gedefinieerd was: hanekammen, leren jassen met steeds dezelfde symbolen en bandnamen.
“Ja, daar hielden wij ons evenzogoed verre van. Je had al vrij snel een vrij conservatieve stroming binnen de punk, en dat was weinig grappig. Op een gegeven moment was het een moeilijke tijd voor ons. Omdat wij dan niet bij de hardcore-punk hoorden, en iets raardere muziek gingen spelen, en later een drumster kregen die nog nooit van punk gehoord had. Nee, het was al eerder: toen Wim kwam drummen en Geurt er uit ging waren er al mensen die vonden dat dat niet kon. We hoorden al snel bij de ‘vreemde stroming’. Het waren reële risico’s: als we in Groningen speelden liepen we gevaar. Ten eerste omdat we uit ‘Amsterdam’ kwamen werden we door hardcore punks met bier begooid. Bij Simplon werd op een gegeven moment door de medewerkers en de organisatie besloten The Ex maar van het podium te slaan. Later konden we daar weer gewoon spelen, ook met trombonist Wolter Wierbos. In de jaren negentig zaten er misschien andere mensen, of ze hadden heel veel geleerd in de tussentijd…
Op een gegeven moment dachten we wel: als het echt zo moet, moeten we dan wel verder gaan? Het wordt toch wel een beetje te heftig. Als mensen je gaan belagen vanwege iets heel instinctiefs, zoals onze muziek. Je hebt wel een grote mond hierover en je bent kwaad daarover, maar dat is toch vrij open allemaal.”
Als jullie dan vervolgens zelf werden aangezien voor een stelletje radicalen, wat voor gevoel had je daar dan bij?
“Nou, we waren in sommige opzichten best radicaal, maar wel altijd de positieve kant op. Wat we deden had met mensen te maken, en met sociale dingen. Met de krakerswereld als ‘machtsblok’ bijvoorbeeld, daar hadden wij eigenlijk nooit iets mee van doen. Wij deden het allemaal zo’n beetje op ons gevoel, maar als je terugkijkt op de afgelopen periode van 25 jaar, ben ik toch heel blij dat we het zo hebben gedaan. Zo gingen we al vroeg naar het Oostblok, Polen, Tsjechië, Rusland. Daar ontmoette je mensen, en we gingen naar Griekenland. We waren dan ook heel flexibel als band.”
Hoe nieuwsgierig was je naar het toenmalige communisme in het oosten?
“Nou, je dacht er wel iets van, maar dan ben je er ineens zelf: het was een ellende in Rusland. Mijn God, wat een stelletje chagrijnen bij elkaar! Daar was echt niemand tevreden! Lange rijen en gewoon: ellende. Dat was toch wel erger dan ik verwacht had, ik had het me net iets fleuriger voorgesteld dan wat ik daar toen tegenkwam. Ik had er al nooit zo’n goed gevoel bij, maar dacht dat dat toch ook wel een beetje westerse propaganda zou zijn. Achteraf ben je dan ook blij dat je jezelf nooit communistisch hebt genoemd, zoals de Rondo’s bijvoorbeeld vroeger deden, compleet met hamers-en-sikkels op hun shirts. Later waren ze dan weer anarchistisch: die stortten zich echt van de ene definitie in de andere, zeg maar. Dat hadden wij nooit zo nodig, op de een of andere manier.
Buiten de politieke dingen die we deden hebben we toch altijd een muzikale creatieve tak gehad. Dat maakte dat we vooral uitgingen van een goede spirit. Nieuwe dingen doen, humor er bij ook.”
Humor? Ook in de begintijd van de boze punk?
“Jazeker, dat was gewoon zo, ook al kan ik het me voorstellen, als je de strenge hoezen ziet van onze eerste platen, dat mensen ons veel dogmatischer voorstelden dan we waren.”
Stevige statements, linkse idealen. Als je de posters en pamfletten naleest, lijkt het net alsof iedereen heel zeker wist hoe het allemaal moest.
“Dat hoorde denk ik een beetje bij de tijd. Je had ook allerlei rare knakkers die zich ergens opstortten, vreemde schrijvers en tekenaars. Maar weet je, wij waren bijvoorbeeld helemaal niet bezig met drugs of met gewelddadige types. Die waren er wel in de kraakbeweging en die trokken een hele groep asociale idioten aan, en zielepoten die met hun ziel onder hun arm liepen. Maar het is ook een beetje hoe je het definieert. Wij hadden er niet zo’n last van. Er was toch een soort lossigheid waarmee we dingen oplosten, we konden om veel dingen gewoon lachen en we waren druk bezig met van alles organiseren. En soms wisten we het gewoon ook niet. Weet je, die dogmatische types, die hielden meestal ook niet van muziek. Da’s wel makkelijk.”
De media van de jaren zeventig en tachtig hebben vooral een grimmig beeld van de linkse kraakbeweging belicht: de rellen rond de kroning van Beatrix, opstootjes bij kernwapendemonstraties, gewelddadige ontruimingen.
“Als je er bij was, en je kende wat ins en outs, dan zag je ook heel duidelijk dat het allemaal niet zo zwart-wit was als het leek op tv. Een kerncentrale als Kalkar leek ons gewoon belachelijk, en dat blijkt ook achteraf: het ding is er nooit gekomen. Dat was mijn eerste grote demonstratie, ik heb nog geknokt daar!”
Ooit maakte The Ex een reeks van zes bij elkaar horende singeltjes. Er zaten kilo’s pamfletten en ander papierwerk bij. Het ging over Koerdistan, seksisme, Verenigd Europa, Herr Seele zong mee op een liedje en er waren geïmproviseerde stukken met Nederlandse jazzmuzikanten. Het eigenaardige was, dat er uit al die sociale, politieke en andere informatie helemaal geen eenheid te destilleren was.
“Het was meer het spectrum van waar we mee bezig waren. Aan de ene kant kon je je opwinden over burgemeester Van Thijn in Amsterdam, dat was de pamflettistische kant, maar je had ook een muzikaal gedeelte: de Bimhuis-singles en de Koerdische zanger, en natuurlijk Kamagurka en Herr Seele.”
In hoeverre ‘geloofden’ jullie nu zelf in de maakbaarheid van zoiets als de ‘Koerdische Staat’, op het moment dat je een singeltje met volksmuziek uitbrengt met een lijvig boekwerk over Koerdistan?
“Het is gewoon een krankzinnig idee dat er zoveel Koerden zijn die geen eigen land hebben. Het is het grootste volk op aarde dat geen land heeft. We lazen in die tijd de achtergronden, en hoe het gegaan is, er was een een Koerdisch feest waar we zagen hoe ze met hun kinderen omgaan. In diezelfde tijd kwamen we die ontzettend aardige man tegen die op onze plaat zong. Door die twee dingen kom je tot zo’n soort product. Het had allemaal erg te maken met de mensen die we tegenkwamen. We hebben nooit iets gemaakt met de pretentie dat we de hele wereld konden overzien. We bleven bij die Koerdische dingen, omdat we de Koerdische muziek waren tegengekomen. Vervolgens raak je dan geïnteresseerd in wat die mensen te zeggen hebben, of wat er wordt gezongen. We hoefden het er ook niet helemáál mee eens te zijn, of voor altijd te blijven volgen. We keken gewoon met open vizier naar dingen.“
Jullie zijn een van de weinige Nederlandse bands waarvan zo ongeveer alles wat er ooit gemaakt is nog te koop is. Zijn er ook platen die je niet meer opnieuw wilt uitbrengen omdat je er niet meer achter staat? Ik denk aan duidelijke politieke of muzikale missers.
“Nou, muzikaal zeker niet, nee. Ik heb er ook geen enkele spijt van, we begonnen gewoon met nul komma nul. Het is toen geworden precies zoals we waren, en die lijn gaat door tot nu. Er is een improvisatietak, een politieke tak, we zijn niet plotseling een a-politieke band geworden of in een andere stijl gaan spelen. Het heeft zich langs verschillende lijnen ontwikkeld.
Het enige wat ik nu een beetje… ik bedoel… dat is ‘Weapons for El Salvador’. Daarvan denk ik nu toch een beetje: oei. Het verzet aldaar vroeg zelf om wapens, ze wilden van die dictatuur af. En de enige manier om dat bereiken was met wapens, dat klopte dan ook wel, dus het feit dat het verzet daar om vroeg is ook wel OK… Maar om je daar nu helemaal als Nederlands bandje… “
Niet alles is meer verkrijgbaar. Er zijn natuurlijk ook nog allerlei kleinschalige gekkigheidjes die waren voorbestemd om collector’s items te worden…
“Nou, dat komt allemaal wel, hoor!”
Zouden jullie tijdens de jubileumconcerten nog liedjes van de eerste drie singeltjes kunnen spelen?
“Ha, ha! Dat doen we eigenlijk nooit, maar voor het feest gaan we inderdaad een paar oude nummers instuderen, Dat wordt een grote grap, want we hebben met Rozemarie (Heggen, RT) tegenwoordig een contrabassiste in de groep. We konden er nu wel om lachen om het wél te doen. Het is gewoon erg komisch.
Er was ook geen principiële discussie om het níet te doen, maar we deden altijd al zoveel moeite om onze nieuwe nummers onder de knie te krijgen. Dan leek het oefenen van oude nummers een beetje een stap terug.”
http://www.kindamuzik.net/interview/the-ex/25-jaar-the-ex-het-feest/7895/
Meer The Ex op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-ex
Deel dit artikel: