Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Typisch een antwoord van de immer droge en relaxte man die met zijn band Pavement een van de boegbeelden van de jaren negentig werd. Maar ook de zonnegod van de indie kan niet voor eeuwig zijn schouders ophalen over alles waar de wereld zich druk om maakt. De 39-jarige Malkmus moet nu namelijk ook de handen uit de mouwen steken om luiers te verschonen. Jawel, meneer is vader geworden van een dochter. “Ze is geboren op Hollandse wijze: gewoon thuis dus. Het was prachtig. In Amerika bevalt iedereen in het ziekenhuis. Ze heet Lottie, of zoals jullie zouden zeggen, Lotje.”
Betekent dit ook dat je een vaste relatie hebt met de moeder?
“Ja, die is erg serieus. Dat is ook het beste voor de baby. We wonen samen hier in Portland. Hoewel ze nu in New York is voor haar tentoonstelling. Ze is een kunstenaar.”
Ondanks deze verandering blijft er sinds 1995 om het jaar een album van hem uitkomen. Zoals het ook een zekerheidje is dat er telkens spetterende gitaarsongs met de nodige onverwachte wendingen opstaan. Zo ook met Face the Truth, album nummer drie van Malkmus de soloartiest.
Toen ik je twee jaar geleden sprak noemde je Pig Lib het vreemdste album dat je ooit gemaakt had. Vele recensies noemen Face the Truth echter je vreemdste product. Welk album is nu vreemder?
“Ik hoor dat ook overal. Ik vraag me af of het nu negatief of positief bedoeld is, dat vreemde. Ik vind zelf Face the Truth veel toegankelijker en makkelijker tot je te nemen dan Pig Lib.”
Toch had je in je opnamekelder een poster opgehangen met de tekst ‘Don’t be normal. Don’t let things get normal’.
“Ja, ik dacht dat men niet op een net, perfect geluid van mij zat te wachten. Het zit niet in mijn persoonlijkheid om het kunstmatig perfect te maken. Ik probeer een tussenweg te zoeken. Alleen met Terror Twilight is het allemaal iets te verzorgd geworden door Nigel Godrich [producer, AV]. Hij maakt bourgeois avant-gardeplaten die erg netjes klinken. Ik ben een groot fan van zijn producties voor Radiohead, maar mijn eigen manier van werken past toch het beste bij me.”
Muzikale gids
Face the Truth ontstond dus in de kelder van Malkmus. Hij was er de eerste zes maanden van 2004 mee bezig. Soms met zijn band The Jicks, maar nog vaker in zijn uppie. Pas als een nummer helemaal klaar was, begon hij aan het volgende. Deze aanpak resulteerde in een zeer diverse plaat. Niet alleen typische Malkmus-popliedjes zijn er te horen (‘Mama’, ‘Post-paint Boy’), maar ook Turkse volksmuziek (‘I’ve Hardly Been’), een soort van indiedisco (‘Kindling for the Master’) en psychedelische folk (‘Loud Cloud Crowd’).
Opvallend is dat hij hiermee niet alleen zijn eigen muzikale horizon verbreedt, maar daarbij ook het publiek op een muzikaal spoor zet. “Ik vind het belangrijk dat de luisteraar met dit album met mogelijk nieuwe stijlen in aanraking komt. Op die manier raak ik zelf ook geïnspireerd. Ik krijg altijd compilatie-cd’s van mensen en zie veel bands. Daar leer ik van.”
Het muzikale spoor dat Malkmus de laatste jaren lijkt te volgen is dat van bands uit de late jaren zestig en het begin van de jaren zeventig, die psychedelische gitaarmuziek maakten.
“Morgen ken ik nu zo’n tien jaar. The Zephyrs heb ik de laatste jaren ontdekt. Ik heb altijd gehouden van San Francisco-bands als The Grateful Dead, Jefferson Airplane en Moby Grape. Dat zijn historisch gezien ook heel belangrijke groepen. Voor hen had je in de jaren zestig de garagebandjes met een goede zanger en goede liedjes. Zij hadden juist een instrumentale insteek ter compensatie van het gemis aan goede vocalen. Zeker voor indiemuziek is dat van groot belang geweest.
Wat belangrijk is in muziek blijft ook veranderen. We hebben een lange geschiedenis van wat belangrijk is, met The Velvet Underground, The Stooges en Wire als beste bands voor een bepaalde periode. Ik denk dat het tijd is voor een revaluatie. Als mensen Morgen horen, vragen ze zich af waarom zij The Stooges niet waren. Hun platen zijn net zo goed, maar ze hebben geen twintig jaar gespeeld en zijn geen vriendjes geworden met David Bowie. Dat is frustrerend, maar dat gebeurt tegenwoordig nog steeds. Over tien jaar zullen we met nieuwe oren naar sommige platen luisteren die nu op een schandalige manier genegeerd worden.”
Toen je solo ging verwachtte ik dat je ooit een akoestisch folkalbum zou gaan maken. Heb je daar wel eens aan gedacht?
“Jazeker, maar ik ben nog steeds niet zeker genoeg over mijn stem. Die is misschien nog iets te dun voor een serene achtergrond. Misschien komt het wel omdat ik een tweeling ben. Ik houd ervan om mezelf uit te dagen met verschillende geluiden op een plaat. Anderen zijn er nu ook beter in. Zoals Cat Power.
Ik speel wel veel akoestische gitaar, daar schrijf ik ook op. Maar ik ben niet zo’n goede tokkelaar. Ik speel maar met twee vingers, daardoor ben ik erg gelimiteerd en dan zou ik willen dat ik kon spelen als John Faye.”
Misschien moet je eens bij stadsgenoot M. Ward langsgaan, die heeft de alternative thumb-picking style helemaal onder de knie.
“Ik weet het. Ik ben een groot fan van hem.”
Over je songschrijverschap bestaat de theorie dat die uit twee periodes bestaat. De ene loopt tot Wowee Zowee, waarin je liedjes bouwde rond akkoorden, en de tweede loopt vanaf Brighten the Corners, waarin losse noten op de gitaar, die je ook vaak met je stem volgde, de boventoon voerden.
“Ik probeer dat niet zo vaak te doen zoals Sonic Youth, maar het is nogal verslavend. Mijn zanglijnen ontstaan meestal ook op de gitaar. Het is wel standaard iets van mij. Ik heb ook favoriete akkoorden die altijd terugkomen en een bepaalde gitaarstemming die ik altijd gebruik. Ik probeer er zoveel mogelijk verandering in aan te brengen. Maar of dat ooit echt gaat lukken… ik weet het niet.”
Moet je nog steeds platen maken om rond te kunnen komen?
“Ja toch wel. We krijgen een voorschot voor het maken van platen, wat uitgeversrechten op radio-airplay. Met toeren door Amerika verdienen we wat meer. Met toeren door Europa niet helaas. We spelen net quitte door de verkoop van T-shirts. Benzine, de crew, belasting, dat maakt het bij jullie erg duur. Nu de euro zo hoog staat is het deze keer misschien anders.”
We zijn in ieder geval erg blij dat je in september Utrecht aandoet.
“O ja, Utrecht. Heb je daar ooit een Broodje Mario gegeten? Moet je echt doen, die zijn heerlijk. Ik ben al een paar keer in die stad geweest. Op de markt bij het station en Da Capo Records. Erg goede winkel.”
Face The Truth is uitgebracht door Domino/Munich.
Stephen Malkmus treedt op tijden The Music in my Head in Den Haag op 13 juni.
http://www.kindamuzik.net/interview/stephen-malkmus/stephen-malkmus-wijst-zijn-publiek-de-weg/9889/
Meer Stephen Malkmus op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/stephen-malkmus
Deel dit artikel: