Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Aan de gevel van de Amsterdamse poptempel wordt op een grote kleurenposter het Nederlandse podiumdebuut van Stephen Fretwell aangekondigd. Op de poster heeft een Poolse met balpen geschreven dat ze Fretwells cd in Amsterdam kocht en diep is geraakt door zijn breekbare liedjes. Ze is droevig, omdat ze daags voor Fretwells optreden terug naar huis vloog en tot slot nodigt ze hem uit om een bezoek aan Polen te brengen.
De jongeman die zoveel losmaakt met zijn melancholische fluisterliedjes, wacht binnen op me. De kleedkamer, ingericht met een versleten sofa, een ijskast met bier en mineraalwater en een treurende kamerplant in de hoek oogt als een vertrouwde omgeving voor wie de fraaie muziek van Fretwell kent. De popster van de avond zit er onderuitgezakt in de leren bank aan een blikje bier te lurken. Zijn warrige krulharen van de poster die buiten hangt, zien er net zo wanhopig uit als de dorstige plant in de hoek van de kleedkamer.
Verwachtingen
Stephen Fretwell weet niet zo goed wat hem het afgelopen jaar allemaal is overkomen in zijn thuisland. Opeens dook zijn naam in de bekende Britse popbladen op. Totaal onverwachts kreeg hij ook een contract bij een grote platenmaatschappij aangeboden en mocht hij op tournee met de populaire rockgroep Keane. Dat zijn naam aan de andere kant van de Noordzee nog niet is opgepikt, vindt hij niet verwonderlijk. “De cd is tamelijk laat uitgekomen in de rest van Europa. Je hebt gelijk als je zegt dat het daarom misschien nog te vroeg is voor een uitgebreide Europese tournee. We laten het voorlopig bij een kleinschalig optreden in Paradiso. Dan kunnen de mensen later zeggen dat ze er bij waren,” lacht Fretwell, terwijl hij me een sigaret aanbiedt, waarvoor ik als niet-roker bedank.
Fretwell glijdt nog dieper weg in de sofa. Een verse sigaret bungelt aan zijn lippen. “Het zou eveneens een goed moment zijn voor een tweede cd, omdat mijn plaat al uit 2004 stamt. Behalve een paar nieuwe nummers die ik heb geschreven, laat een opvolger nog wel even op zich wachten. Als je bij een grote platenmaatschappij zit, wordt er iets van je verwacht. Er is veel meer druk van buitenaf. Ik laat me echter niet opjagen, want dat gaat in tegen mijn manier van werken. Die jongens van de platenmaatschappij weten ook niet zo goed wat ze met me aanmoeten. Ze vinden dat ik ingewikkelde muziek maak, maar ze kunnen moeilijk eisen dat ik dezelfde rotzooi ga maken als die je dagelijks op de radio hoort. Hoe dan ook, er zijn wat kaarten verkocht, maar ik verwacht eerlijk gezegd alleen Engelse toeristen.”
Manchester
Eigenlijk wil ik het met Fretwell niet over Dylan hebben. Fretwell vindt dat een goed idee. Hij wordt al meer dan genoeg met de meester vergeleken. “Zo kun je iedereen met een gitaar wel vergelijken met Dylan", vindt Fretwell en legt zijn vinger op de overeenkomsten, "we maken allebei miserabele muziek, maar daar houdt het al snel bij op.” Bovendien heeft hij veel meer met Britse songsmeden als Damien Rice en wijlen Elliott Smith.
Toch zijn er wel degelijk meer overeenkomsten tussen Fretwell en Sir Bobness. In de voortreffelijke documentaire No Direction Home vertelt Dylan over de drang om zijn geboorteplaats Duluth in Minnesota te ontvluchten. Fretwell verhuisde ook van zijn door God verlaten geboorteplek Scunthorpe naar het drukke Londen. “Het zou goed kunnen dat saaie plekken in de wereld een goede voedingsbodem zijn voor singer-songwriters. Scunthorpe is een onopvallend plaatsje zonder een ziel. Het enige waar ik aan dacht, was een manier te vinden om die ellende zo snel mogelijk achter me te laten. Ik wilde het platteland verlaten en in de grote stad wonen. Als eerste kwam ik in Londen terecht. Met al die mensen op elkaar voelde die plek aan als een broeierig kippenhok, daarom verhuisde ik kort daarna naar Manchester. Ik woon nu in een levendige muziekstad, waar je goed kan eten en ´s avonds naar een concert kan gaan."
Magpie wordt afgesloten met het nummer ‘New York’, dat gaat over Fretwells droom ooit in die stad te wonen. “Ik ben een onrustige ziel”, vertelt hij, “als ik op het platteland ben, wil ik naar de grote stad. Ben ik daar, dan wil ik weer terug. Voor nu is Manchester een aangenaam tussenstation om te vertoeven.”
Tussen alle rockbands in Manchester voelt Fretwell zich geen outsider met zijn akoestische gitaar en mondharmonica. “Eerst speelde ik in een bandje dat eenvoudige collegerock maakte. Ik heb normaal gesproken altijd vier muzikanten om me heen. Ik vind me eigenlijk geen soloartiest, maar soms heb je geen keuze. Dat ik nu alleen met gitaar in de bovenzaal van Paradiso sta, is om praktische en budgettaire redenen. Alleen reizen is goedkoper. Op de cd staat echter het groepsgevoel centraal.”
Symboliek
Wat zijn muziek betreft, wil Fretwell zich niet vastpinnen aan één genre. “Het is absoluut waar dat de harmonieuze zang doet denken aan oude countryplaten. Ik houd van veel muziek: country, oude soul en simpele rock. Als je in Engeland woont, kan je ook niet om The Beatles heen, vandaar die popinvloeden. Ik pik van alles iets mee, maar probeer vooral mijn eigen songs te schrijven."
In de poëtische teksten van Fretwell is veel symboliek te bespeuren. Als je de donkere hoes van de cd goed bestudeert, zie je dat er ook allerlei details opstaan, die terug komen in de songteksten. In de spannende openingsregel van het eerste nummer zingt Fretwell bijvoorbeeld over monsters met groene ogen aan de kust. Het is een opmerkelijke openingszin van een boeiende cd.
Fretwell denkt er iets anders over: "Je hebt wel eens zo´n regenachtige dag waarop je een en ander verzint. Ik heb nergens lang over nagedacht, zeker niet over de betekenis van een song. Dat nummer over monsters met groene ogen aan de kust is één van de vele songs over vluchten. Veel van mijn songs gaan over ontsnappen aan saaie plaatsen en sommige mensen waar je liever niet mee in aanraking komt. De monsters met groene ogen staan voor iedereen aan wie je een hekel hebt. Je wilt kortom de wereld veranderen, maar uiteindelijk kan je beter vertrekken.”
Bliksemoptreden
Ondertussen is de geluidstechnicus druk met zijn laptop in de weer en steekt een eindeloos filosoferende Fretwell de ene na de andere sigaret op. Vanmiddag heeft hij het rustig aangepakt. In koffieshops en langs de grachten heeft hij de toerist uitgehangen.
Zo neemt Fretwell het ook niet zo nauw met de twintig minuten die zijn afgesproken voor het interview, totdat hij zich realiseert dat het geen gek idee is om voor het optreden nog een hapje te eten.
Kort daarop geeft Fretwell een schitterend bliksemoptreden voor een handjevol vroege vogelfans, die zijn naam in de wandelgangen hebben opgepikt.Tot zijn eigen verbazing blijkt Stephen Fretwell gelijk te hebben: de zaal is voornamelijk gevuld met Britse toeristen. Op het podium maakt hij er een grap van door te vertellen dat hij had gehoopt eindelijk eens voor een cultureel ingesteld volk en niet voor dronken thuispubliek te spelen. In het krappe uur dat het optreden duurt, presenteert Fretwell op een luchtige manier zijn mistroostige songs. Hij sluit de avond op toepasselijke wijze af met het prachtige ´Hey, That´s No Way to Say Goodbye´ van Leonard Cohen en zo laat hij het publiek zowaar nog vrolijk achter ook. Niet slecht voor iemand die miserabele muziek maakt.
http://www.kindamuzik.net/interview/stephen-fretwell/de-miserable-muziek-van-stephen-fretwell/11731/
Meer Stephen Fretwell op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/stephen-fretwell
Deel dit artikel: