Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Kan je een plaat maken die geschikt is voor grote stadions? Moet zoiets niet gewoon gebeuren? Aerosmith poept dat soort platen op commando uit, misschien omdat ze niet anders kunnen, maar Snow Patrol is er echt bewust mee bezig geweest, dat hoor je. De nieuwe plaat, Eyes Open, biedt weinig nieuws en klinkt te formulematig om te overtuigen.
Wanneer ik deze bevindingen aan drummer Jonny Quinn voorleg, reageert hij behoorlijk zakelijk. “We hebben een verbeterde versie van The Final Straw gemaakt, dat was onze insteek. En we wilden inderdaad een plaat maken die overeind blijft in de grote hallen waarin wij de laatste paar jaar vertoeven. De nummers moeten simpel en doeltreffend zijn om onder die omstandigheden te overtuigen.” Snow Patrol lijkt zich behoorlijk bewust van zijn status. Zo schaart Quinn zijn band onder de groten, om dat woordje ‘groot’ net op tijd weer in te slikken om niet te arrogant over te komen. Nu horen deze heren natuurlijk bij de topbands van dit moment. Maar bescheidenheid siert de mens en dat lijkt de drummer gelukkig ook te beseffen.
Luxe, luxe, luxe
De band huurde net als veel van hun grote collega’s een villa buitenaf om rustig aan nieuwe nummers te kunnen werken. Pure luxe of ook echt vruchtbaar? Quinn: “Uiteraard is het een luxe dat je je dat als band kunt veroorloven. Maar het werkt ook goed. Wij hebben een tijd lang in de spotlights gestaan en dan is het wel bevrijdend om ver van de bewoonde wereld aan nieuwe nummers te werken.” Veel is er aan de werkwijze van de band niet veranderd, vindt de drummer. Het enige echte verschil is de nieuwe, in 2005 toegetreden bassist Paul Wilson, die één nummer voor de nieuwe plaat aanleverde. “Paul is een zeer muzikale jongen, en hij bespeelt een heel arsenaal aan instrumenten. Zijn inbreng heeft absoluut verfrissend gewerkt. Hij heeft ook al in een heel stel andere bands gespeeld, waarvan Terra Diablo de bekendste is.”
Om een beetje vaart in het gesprek te krijgen probeer ik Quinn over te halen wat sappige details uit de doeken te doen. Snow Patrol staat niet direct bekend als een band waar de sleazy rocklevensstijl van afdruipt. ‘Netjes’ worden ze zelfs vaak genoemd. Ook in dit opzicht zijn de vergelijkingen met Coldplay dichtbij; brave en goedgeschoolde jongens die buiten alle verwachtingspatronen om grote sterren worden. “Sappige details wil je? Nou, die zijn er niet echt. Wel werd een van mijn bandleden onlangs bijna onthoofd toen hij zijn kop uit het dak van onze toerbus stak. We reden onder een viaduct door en ik trok hem echt net op tijd naar beneden. Dat had behoorlijk naar af kunnen lopen.”
Hoezo serieus?
Tijd voor veel grapjes is er schijnbaar niet. In ieder geval niet naar de buitenwereld. Snow Patrol is een bedrijf, een imperium, een merk geworden. Zo vertelt Quinn dat de band constant bezig is om te professionaliseren, groter te worden en de shows tot in de perfectie uit te werken. “We willen de fans waar voor hun geld geven. We kunnen niet meer aankomen met een kaal showtje zonder mooi licht en decor. Alhoewel, we hebben natuurlijk wel de nodige opwarmconcerten gedaan de laatste maanden. Die optredens brachten ons terug naar de zalen waar wij jaren geleden stonden. Een aangename ervaring zonder opsmuk. Het kan dus wel, maar de grootse aanpak is ook zeer de moeite waard.”
En die aanpak leverde Snow Patrol jongensdromen op. Zo speelde de band in het voorprogramma van The Rolling Stones, toerden ze met U2, stonden ze op Live8 en vindt Quinn hun optreden op het Glastonbury-festival het mooiste moment uit de bandcarrière tot op heden. “Dat was echt een keerpunt: De hele weide stond onze nummers mee te schreeuwen. Die avond hadden wij als band zoiets van: 'we hebben het geflikt, dit gaan we uitbouwen'.”
En dat uitbouwen lukt Snow Patrolaardig. Nu de opwarmtournee erop zit, is het tijd om aan het echte werk te beginnen, aldus Quinn. Een grote headlinetournee door Amerika reikt tot midden juli, om daarna een serie megashows voor eigen publiek in Ierland, Schotland en Engeland te doen. Ook zal de band op Lowlands en Pukkelpop aantreden als één van de grote publiekstrekkers. Aan rust hoeft Snow Patrol het komende jaar dus niet te denken.
Toch zijn er wel spaarzame momenten van bezinning, zegt Quinn. Momenten waarin ze lekker muziek luisteren, sporten of gewoon niks doen. Als muziekliefhebber ben je natuurlijk benieuwd wat deze heren in hun discman, i-pod of taperecordertje hebben zitten. Dat blijken geen obscure metalplaten of knetterharde technoalbums te zijn. Wel luisteren ze allen graag naar Queens Of The Stoneage en de elektronische liedjes van The Postal Service spreekt ze ook wel aan. Het blijven immers popjongens. Ook hier hoef je geen hele rare sprongen van ze te verwachten.
Gezanik van de pers
De nieuwe plaat Eyes Open is geproduceerd door Garret Lee. De man die van doorbraakalbum The Final Straw een millionseller maakte. Hij wist de band met een geraffineerde mix bij zowel mainstream- als indiepubliek geliefd te maken. Wat betekent: krachtige en makkelijk in het gehoor liggende songs als basis nemen en ze vervolgens aankleden met de nodige vernuftige arrangementen. Op Eyes Open is dit niet anders, maar de indieliefhebbers zouden wel eens moeite kunnen krijgen met de erg toegankelijke richting. De pers lijkt in ieder geval behoorlijk verdeeld. Quinn reageert vrij laconiek: “Gezeur van de pers hadden we wel verwacht. Ons vorige album was zo’n onverwacht succes, dat we al ingecalculeerd hadden dat we op ons nieuwe album de nodige kritiek zouden krijgen. Er is nu immers een referentiekader. Voorheen kende bijna niemand ons. Toen was alles nog nieuw. Wij hebben vertrouwen in de nieuwe plaat en hopen er veel fans bij te krijgen.”
Laten we realistisch zijn. De media kan nog zoveel schrijven en nog zo negatief zijn over Snow Patrol. De meeste fans, clipzenderkijkers en radioluisteraars malen er niet om. De grootste groep leest niet eens recensies, zegt Quinn. “Veel fans komen gewoon naar onze shows om een toffe tijd te hebben en onze muziek wordt massaal op radio en tv gedraaid. Dat is echt van belang. We hoeven ons dus niet bijzonder veel zorgen te maken.”
Daar heeft de drummer het behoorlijk bij het rechte eind. De kans dat met dit album een nog breder publiek wordt aangeboord lijkt een onvoldongen feit.
Toch is een nog grotere markt niet de enige drijfveer van de vier heren in Snow Patrol. Zo vertelt Quinn dat hij de onbezonnen, prille fase van zijn band een bijzonder warm hart toedraagt. “De dagen dat nog niemand wist dat het ooit wat met ons zou worden, zijn nog helemaal niet zo lang uit zicht natuurlijk. Dat moet je wel goed voor ogen houden. Maar daarom proberen we ook die kleinere shows tussendoor te blijven doen. Puur om in contact te blijven met onze begintijd.”
http://www.kindamuzik.net/interview/snow-patrol/het-stadiongevoel-van-snow-patrol/13534/
Meer Snow Patrol op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/snow-patrol
Deel dit artikel: