Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ook helemaal rock ‘n’ roll is het kantoor van Suburban, waar op een zonnige vrijdag de band rondhangt tussen de stapels cd’s, posters en andere bandrommel. Met wat kratten bier in huis voelt de band zich al snel thuis en praat op zijn gemak met mensen uit de pers. Niet dat ze allemaal komen om de band te interviewen. Gerenommeerde popjournalisten komen gewoon voor de gezelligheid. Want dat is belangrijk hier op de tiende verdieping bij Suburban: gezelligheid. Gelukkig is er in het kleine magazijn waar honderden dozen cd’s op elkaar zijn gestapeld, ook tijd voor een serieus gesprek met bassist Bartmann en drummer Bart.
Suburban pronkt behoorlijk met jullie, er worden veel acties georganiseerd rond de release. Nu zitten jullie hier gezellig op het kantoor van Suburban. Is dit een hechte rockfamilie?
Bartmann lacht: “Nee, we zijn eigenlijk op zoek naar een ander label. Nee, het is echt te gek. Ze doen hard hun best. Hun belangrijkste ding is distribueren, het label doen ze erbij omdat ze van muziek houden, en dat merk je. Ze zorgen supergoed voor ons.”
Dus eerder zakelijke vrienden die je op weg helpen in muziekland. Die split met Zeke, is dat een vriendschappelijk onderonsje of stiekem een middel om voet aan de grond te krijgen in het buitenland?
Bartmann: “We hebben het er vroeger al eens over gehad met die gasten, maar het kwam er niet van. Afgelopen zomer kwam onze Duitse platenbaas met het voorstel, en die heeft het op poten gezet. Het zou mooi zijn dat we met deze split ook in Amerika voet aan de grond te krijgen. Dat is een gunstige bijkomstigheid, maar we wilden al lang een split met Zeke maken omdat we het een supergoeie band vinden.”
Bart: “Het was gaaf om met hun een split te maken. Zeke heeft ons toch ook muzikaal beïnvloed. Als het vijf jaar geleden van de grond was gekomen, waren we nog harder door het dak heen gesprongen dan nu.”
Bartmann: Wat niet wegneemt dat wij nog steeds erg fan zijn van ze. Het is gewoon erg gaaf om een split te maken met een band waarvan je fan bent.”
Vooralsnog weer een flinke tour op voornamelijk Nederlands grondgebied. De enige manier om als popliefhebber PPS te ontwijken is om in een klooster te gaan wonen.
Bartmann: “Daar zijn we nog niet geweest nee. Vier jaar terug dachten we al “misschien moeten we maar eens minder gaan spelen, anders komen de mensen straks niet meer”. Maar mensen blijven komen dus ehh…”
Dus jullie ook.
Bart: “Ja. Da’s echt niet normaal. Soms dan spelen we tachtig keer per jaar in Nederland en het is iedere keer gewoon vol.”
Bartmann: “Zolang je de respons krijgt en merkt dat mensen het gaaf vinden is dat kicken. Nu klinkt het wel zo van ‘mensen komen dus wij spelen wel’, maar op een of andere manier is iedere show op zich gewoon weer supergaaf.”
Bart: “Ook als er twee mensen staan, gaan we een hele goeie show geven. Optreden is sowieso leuk om te doen.”
Bartmann: “We hebben in Duitsland een keer voor één betalende bezoeker staan spelen.”
Bart: “Volgens mij waren het er drie. Maar we hebben toen toch goed gespeeld en die mensen hebben het verder verteld zodat het vol was toen we er de volgende keer speelden.”
Bartmann: “En die drie gasten staan nog steeds vooraan als we in de buurt spelen.”
Jullie hebben trouwe aanhang.
Bartmann: “Zeker weten.”
En zo loopt het in Duitsland ook steeds beter.
Bartmann: “De laatste twee tours hadden we hier en daar al wat zaaltjes uitverkocht, dus het gaat de goeie kant op.”
Is dat een bevrediging, een zaal uitverkopen?
Bartmann: “Dat is altijd goed voor je ego.”
Een optreden is dus altijd feest. Hoe moeilijk is dat?
Bartmann: “Het gaat vanzelf.”
Bart: “We doen natuurlijk wel iedere keer ons best om het nog beter te krijgen, nog strakker, nog vetter. Maar in feite blijft het gewoon hetzelfde: lomp rocken.”
Is dat hele ‘Lucky 13’ imago nu een beetje voorbij, ook gezien de authentiekere Amerikaanse stijl van de cover van Spread Eagle?
Bartmann: “Dat is geen voorbedacht iets. Ik was een shirt aan het maken met een adelaar erop en dacht “hey, da’s misschien wel iets voor op de hoes”. Er zit geen filosofie achter. Maar het imago zal wel hetzelfde blijven, ook dat is vanzelf ontstaan.”
Bart: “Gewoon lekker zuipen en feestvieren, dat is eigenlijk meer het imago. Dat doen we dan ook nog steeds.”
Bartmann: “Ik koop al vijftien jaar precies dezelfde kleren: bandshirtjes, een Levi’s 501, Dr. Martens eronder en toevallig is dat rock ’n’ roll imago van vlammen en dobbelstenen er vanzelf bijgekomen. “
Bier is ook zo’n onderdeel van je imago. Jullie zuipen jezelf voor een optreden altijd nog klem, gaan op het podium door en achteraf wordt het krat leeggemaakt?
Bartmann: “Ja. Of een fles whisky.”
En dat houden jullie vol
Bartmann: “Dat blijkt.”
Bart: “Voor het optreden drink ik tegenwoordig iets minder, omdat ik dan toch iets beter speel. Maar dat maak ik dan achteraf wel goed.”
Nu we het toch over imago hebben. Tatoeages is ook helemaal rock ‘n’ roll. Jullie hebben tatoeages, net als veel van jullie aanhang. Er zullen vast mensen zijn met een Peter Pan-tatoeage, wat vind je daarvan?
Bartmann: “Die zijn er best wel veel zelfs. Dat is echt supergaaf. Dat voelt goed. Het is bijzonder als mensen zo ver gaan om daar hun leven mee rond te lopen.” Het fenomeen is Barmann niet vreemd: “Ik heb zelf ook tatoeages van andere bands. Ook van mijn eigen band: een cd-hoes en een klein logootje.”
Die toegewijde mensen hebben dan ook een boegbeeld voor het genre op hun arm staan. Zo lees je in recensies over speedrockbands vaak een verwijzing naar jullie, als de band niet goed is wordt het zelfs de zoveelste ‘PPS-kloon’ genoemd. Speedrock is ook zo’n term die van jullie afkomt.
Bartmann: “Die hebben we zelf verzonnen, of een kennis van ons eigenlijk. Maar er worden tegenwoordig bands mee aangeduid die dergelijke muziek al eerder maakten, maar nu dus gekoppeld worden aan naar die term of onze band. Ik zou niet durven zeggen dat we de veroorzaker zijn van een stroming. Het is wel grappig als je die verwijzingen tegenkomt in recensies, maar ik vind niet dat er bands zijn die klinken zoals wij klinken. Mensen vergelijken ons vaak met Motörhead en AC/DC. Ik vind zo’n vergelijking een hele eer, maar ik vind absoluut niet dat we klinken als Motörhead. We zijn dan wel snel en hard, maar hebben een totaal ander geluid.”
Mensen vragen vast ook regelmatig ‘of je er van kunt leven’?
Bartmann: “Toen ik in bandjes begon te spelen wist ik al vrij snel dat dat was wat ik wilde doen. Het zou te gek zijn, mochten we er ooit van kunnen leven, was de gedachte. Sinds een jaar of twee drie is het zover en het is nog veel gaver dan ik gedacht had dat het zou zijn. Het is de mooiste baan van de wereld. Constant feestvieren en er nog geld voor krijgen ook. Ik vertel dat graag als mensen ernaar vragen”
Gezien de frequentie van het tegenkomen van mensen met Peter Pan-shirtjes, heb ik het idee dat je alleen van de merchandiseverkopen al kunt leven.
Bartmann: “Dat valt toch wel tegen. Er blijft netto niet veel van over. Daar kan je lang niet van leven. We verkopen een hele hoop, dat wel.”
Over een paar weken albumpresentatie in de Effenaar. Dat zal wel uitverkopen. Straks staat daar een splinternieuw sjiek gebouw. Een pijnlijk afscheid van je thuishonk?
Bartmann: “Jawel. Ik ben nog niet erg kapot van het nieuwe gebouw. Je ziet veel dat oude pandjes met sfeer platgaan voor betonnen puisten waar totaal geen karakter in zit. Ik vond het al niks toen het plafond in de Effenaar verhoogd werd. Dat is bijvoorbeeld het leuke aan in Duitsland spelen: daar kom je vaak nog in rokerige holen en dat heeft wel echt zijn charme.
Bart: “Als klein menneke stond ik in de Effenaar voor het eerst te kijken naar een band, uiteindelijk mag je er dan zelf spelen, helemaal zenuwachtig natuurlijk.
En nu verkopen jullie er automatisch uit.
Bart: “Dat had ik natuurlijk nooit durven dromen. Ik hóóp dat dezelfde sfeer als nu, of misschien wel zoals vroeger, terugkomt in het nieuwe gebouw. Het is voor ons als band misschien niet zo erg dat die zaal iets groter wordt.”
Bartmann: “Er komt ook een kleine zaal bij, dat is wel goed om kleinere bands kwijt te kunnen. Maar wat ze in die grote zaal moeten gaan programmeren? Ik zou het niet weten. Ik moet nog maar zien of het allemaal gaat lukken, ik hoop het wel natuurlijk. We hebben wel jaren geleden meegedaan aan de actie van Effenaar om subsidie los te krijgen, vooral ook omdat de Effenaar ons altijd gesteund heeft, maar die verbouwing had voor mij niet gehoeven.”
Bart: “In kleine rokerige holen is het vaak minder strak geregeld dan in een grote tent. Dat is ook wel weer leuk. We zijn wel eens in Duitsland in een aula van een bibliotheek terechtgekomen waar ze zelf met crêpepapier lampen rood of groen maakten. Verder zie je dan wat matige apparatuur staan. ‘Dat wordt helemaal niks’, dachten wij. Uiteindelijk stond de hele tent compleet afgeladen, buiten stonden nog eens tweehonderd man te zuipen. Dan is het opeens allemaal echt supergaaf. Ergens anders waar we laatst speelden, dimden de lichten en vielen vijf platen uit het plafond toen die lange hier een snaar aansloeg. Dat zijn leuke dingen.”
Bartmann: “Een van de gaafste kroegen in Europa is The Wilded Heart in Berlijn, dat is totaal rock ‘n’ roll, ziet er te gek uit en het heeft fantastische sfeer. Daar gaan we graag spelen, maar iedere keer als we er spelen dan realiseer je je na drie nummers weer: oja, de ventilatie is kut en halverwege de show wordt het zwart voor je ogen en dan kan je amper meer spelen. Maar ja, maakt niet uit weet je, als het een supergave tent is.”
Bart: “Een keer in België was het zó druk. Er was geen nooduitgang, in de kleedkamer ging de hele kroeg naar de plee en er lagen scheerspullen van iemand die daar ook nog woonde.. In België nemen ze het iets minder nauw met regels. Tijdens het optreden was het op een gegeven moment zo warm dat ik naar buiten moest om frisse lucht te halen. Maar dat was wel een gave show, en daar gaat ‘t om. En dat het dan toevallig superranzig is, ach ja.”
Jullie zijn niet de band die weigert te spelen als het gammel en onveilig is?
Bart: “Als het nou heel vaak zou voorkomen en het zou al eens fout zijn gegaan, dan moet je wel voor je eigen veiligheid kiezen. Maar meestal is er toch wel een extra deur. Wij zijn niet zo flauw. De mensen zijn bovendien meestal toch wel blij als we komen. Dan doen ze wel hun best voor je. In de States bijvoorbeeld zijn we helemaal niemand, daar geven ze gewoon helemaal niks om jou. Daar kleed je je maar om in de zaal of op de plee. Twee drankbonnen per bandlid en daar moet je het mee doen. Backstage is er vaak niet en je moet maar een slaapplek zoeken op de bank bij een paar maten.” Lacht: “Als je daar gaat spelen dan weet je wel weer hoe het ook alweer wás.”
We zitten niet voor niks op deze tiende rock ‘n’ roll-verdieping. Suburban wil natuurlijk dat we over het nieuwe album praten. Allereerst: Spread Eagle klinkt zwaarder; de V8-motor van Peter Pan is gesmeerd met een dikker vet. Verder is de surfpatserij van Lucky Bastards naar de achtergrond verdwenen, maar het is wél ‘gewoon’ Peter Pan.
Bartmann: “Ja dat klopt misschien wel. We waren niet van plan om een andere richting in te slaan. Het enige was dat mensen klaagden over dat we het live-geluid niet op plaat konden krijgen. En dat kunnen ze bij deze plaat niet meer zeggen.”
Is dat de insteek geweest?
Bartmann: “Een vet nummer maken, dat is de insteek. Een nummer dat je bij je strot grijpt en niet meer loslaat. “
Bart: “Het eindresultaat is meer aan degene die het mixt, hoe die het doet. Bij onze vorige albums hebben we ook alles uit de kast getrokken, maar hoe het dan op de band wordt gezet; daar hebben wij niet heel veel mee van doen.”
Om dat live-geluid te realiseren kozen jullie voor Tomas Skogsberg?
Bartmann: “Ja. Hij had platen gemaakt die wij erg goed vonden. Dat hadden we ook bij vorige producers. Maar omdat hij een naam heeft opgebouwd, vertrouw je hem. Je hebt nog wel veel discussies, daar niet van.”
Bart: “Hij had een heel duidelijk beeld van wat hij wou. Als hij echt iets wilde deed hij het niet. Hij had een hoop oude spullen waar hij bij zweerde. Hij had een snaredrum die al gebruikt werd op veel platen zoals de eerste twee Hellacopters. Ik heb dezelfde, een oud ding uit 1960, maar het moest op de zijne zodat hij zeker wist dat het goed kwam. Uiteindelijk staat het er heel strak op en daar zijn we heel erg tevreden over. Bij vorige albums dacht ik nog wel eens: oeh, dat had ik toch iets anders moeten doen, bij deze helemaal niet.”
Het beukt en rock, maar zo pakkend en speels als op Premium Quality lijken ze niet meer te worden geserveerd. Oftewel een tikje minder toegankelijk.
Bart: “Ja en nee. Dit album gaat er wel heel hard op, waardoor mensen iets hebben van ‘pfoe, dit is wel zware kost’, maar als je hem een paar keer draait, dan is dat gevoel voor het grootste deel toch wel weg.”
Zit er vooruitgang in de teksten?
Bartmann: “Ze zitten wat beter in elkaar.”
Maar gaan vooral nog wel over auto’s, zuipen en vrouwen?
Bartmann: “En aanverwanten.”
Maar er staat ook wat maatschappelijke frustratie op.
Bartmann: “Nou ja, frustratie… Het is de realiteit. ‘Damn you all to hell’ gaat over dat de wereld ten onder gaat aan religie. Het komt van mijn afkeer tegen religie, die ik altijd al had. Vroeger sloegen ze elkaar onderling in elkaar, maar nu heeft iedereen er last van. Ik was nu eindelijk kwaad genoeg om het te gebruiken.”
Jullie zijn veel onderweg samen, levert dat wel eens ruzie op?
Bart: “We hebben wel eens een meningsverschil, maar dat is zo weer bijgelegd.”
Bartmann: “We zijn een keer uit elkaar geweest zelfs.”
Bart: “Meestal heeft het met drank te maken. Als je op elkaars lip zit en moe bent, dan barst de bom wel eens. Maar 99 van de 100 dagen kunnen we het prima met elkaar vinden. Anders zouden we het ook niet volhouden, natuurlijk.”
Bartmann houdt meer van lacherig plagen dan ruzie maken: “Het vereist wel wat opofferingsvermogen, want zij zijn natuurlijk superlastige ventjes.”
Bart: “Als het ooit nog eens uit de hand loopt komen we wel met aparte nightliners naar het optreden, ieder een eigen bus.”
Bartmann: “Er zijn bands die het zo doen ja.”
Bart: “Als er maar genoeg geld verdiend wordt, zo is het dan echt.”
Van die bands waar het plezier op is en het op gegeven moment alleen voor het geld doen.
Bartmann lacht: “Zo worden wij. Van die op geld beluste ouwe lullen.”
Peter Pan Speedrock presenteert zijn nieuwe CD Spread Eagle vrijdag 22 april in de Effenaar in Eindhoven. Speciale gasten zijn onder andere Electric Eel Shock en The Spades.
http://www.kindamuzik.net/interview/peter-pan-speedrock/peter-pan-speedrock-blijft-peter-pan-speedrock/9222/
Meer Peter Pan Speedrock op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/peter-pan-speedrock
Deel dit artikel: