Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
‘Rootsrock van de zanger van Drivin’ n’ Cryin’, zo kondigt de poster in Ekko het concert van vanavond aan. Met die band maakte Kinney eind jaren tachtig, begin jaren negentig enkele platen met harde rocksongs en ingehouden, folky ballads. Led Zeppelin meets Woody Guthrie, in een tijd dat nog niemand sprak over americana, alternative country of twang. Bindende factor was de hese stem van Kinney, die klonk alsof het elk moment gedaan kon zijn met de personages in zijn liedjes.
Na Drivin’ n’ Cryin’ maakte Kinney verscheidene, hier slecht verkrijgbare, soloplaten. Totdat vorig jaar ineens Sun Tangled Angel Revival verscheen op Compadre Records, ondersteund door distributeur Sonic Rendezvous. Een geweldige plaat waarop de twee uitersten van zijn oude werk, het folky element en de rockende keerzijde, soepel samenvloeiden. Vervolgens wilde elke zaal in Nederland Kinney boeken. Aan het einde van zijn eerste Hollandse tournee in jaren zit de vriendelijke en vermoeide Kinney onderuitgezakt tegenover ons in Ekko’s piepkleine kleedkamer, een bodempje Jack Daniels onder handbereik.
In 1989 zag ik je in Rotterdan op Metropolis en toen maakte ik me al zorgen over de houdbaarheid van je stem.
“Echt waar? Ik heb nu tien shows achter elkaar gedaan en ook nog de griep opgepikt. Allemaal een beetje te veel voor iemand van vijfenveertig jaar. Gelukkig krijg ik wat rust voordat we naar Engeland gaan.”
Je nieuwe plaat Sun Tangled Angel Revival leek me een conceptplaat, totdat ik de regeltjes over de film The Lighting Bug zag, in de liner notes. Is er een verband met die film?
“De plaat was eerder klaar. Er was aanvankelijk geen label in geïnteresseerd. Een vriend van me [regisseur Robert Hall – KM] ging een film maken, waar ik aan kon bijdragen. Er is geen thematische relatie tussen de plaat en de film. Maar ik hou er van om Sgt. Pepper-achtige conceptplaten te bedenken. Elk plaat, elke song zou zo moeten zijn.”
Dus Sun Tangled Angel Revival is een conceptplaat?
“Al mijn platen zijn conceptplaten.”
Wat zou dan het centrale thema kunnen zijn?
(Lange pauze) “Het gaat over een man die veel heeft gereisd en nu in een appartement woont. Hij belt vrienden over de hele wereld en hij vraagt hen om de telefoon uit het raam te hangen, zodat hij de geluiden van die stad kan horen. Hij weet hoe die steden eruit zien, hij is er vaak geweest. Hij hoort ambulances en het geluid van fietsbellen. Elke song komt uit zo’n situatie voort.”
Gaat de plaat ook over Amerika?
“Ja, in zekere mate. Ik heb het idee dat heel de westerse beschaving eender is, Japan, Azië en Nederland ook.”
Omdat de hele wereld tegenwoordig op Amerika lijkt?
“Ik hoop het niet! Utrecht zeker niet. Nergens in Amerika vind je een stad die zo cool is.
Athens, Georgia misschien?
“Athens is pretty cool. Maar Amerika heeft geen traditie in het beschermen van zijn eigen schoonheid.”
Ik dacht dat dit het thema van de plaat was. De veranderingen in de VS en jouw sombere visie daarop.
“Daar word ik inderdaad somber van. Er is een enorm gebrek aan hoop. America is a down place. Vanwege de president. De regering controleert de media en vertelt ons wat en hoe te denken. Jongeren groeien hiermee op, dat is onverantwoordelijk. De Republikeinen staan ver van de mensen af, vooral van de werkende klasse. Het stomme is dat die klasse wel op hen stemt, omdat dat modieus schijnt te zijn. Het is eenvoudiger je aan te passen. Republikeinen demoniseren andere mensen, dat is vreselijk en het overschaduwt Amerika. Aan de andere kant kunnen we ons best uit die crisis omhoog werken. We moeten ons organiseren en onze stem hoorbaar maken. Niet opgeven. Ik ben working class en Democraat, maar ik haat de republikeinen niet.”
Deze deprimerende toestand moet wel goede inspiratie bieden voor een plaat. Je staat hiermee in de traditie van The Carter Family, Woody Guthrie en Bob Dylan.
“Misschien wel, maar alleen omdat er geen andere keuze is dan erover te zingen. Het is niet iets om vrolijk van te worden, er valt niks te vieren. Die aangeprate angst voor terroristen is te stom voor woorden.”
Toch blijven er maar goede bands uit de VS komen, hoe erg de situatie ook is.
“Je hebt gelijk; crisis brengt goede muziek voort. Maar het was veel beter onder Bill Clinton. Iedereen had plezier en was meer geïnspireerd.”
Er zit niets anders op dan weer vier jaar te wachten.
“Ja, maar het Amerika van nu lijkt ondertussen steeds meer op Nazi-Duitsland. Men praat je leugens aan. Ze zouden je willen doen geloven dat de muren hier geel geverfd zijn. Maar dat is niet zo.”
Dat zijn ze wel!
“Ehh, sorry.”
O hemel, jij komt uit de sixties...
(Lacht) “Ik zie diepere dingen. Je begrijpt wat ik bedoel.”
In de titelsong zing je over hoe herinneringen aan liedjes blijven plakken.
“A song becomes a dream/ Passing through the day/ I remember the first time/ And who I was with. Dat fragment? Soms hoor je liedjes en dan komt alles weer boven. Bij ‘Shiny Happy People’ [van REM – KM] denk ik aan het verjaardagspartijtje van mijn dochter. ‘Carwash’ [van Rose Royce – KM] brengt me terug in de seventies.”
Zoals die man in het appartement ook van alles te binnen schiet.
“Als hij maar geluiden hoort. Als ik iets van The Cramps of van The Ramones hoor, weet ik weer precies waar ik toen was.”
De eerste keer dat ik ‘The Whisper Tamed the Lion’ van Drivin’ n’ Cryin’ hoorde, was ik met een meisje dat de bassist van D&C leuker vond dan mij.
“Oh God!” (lacht) “Stupid girl.”
Vanavond speelde je ‘Honeysuckle Blue’. Luister je nog naar de D&C songs?
“Ik speel er nog veel. Mijn huidige band kent ze ook.”
Je laatste plaat is hier juichend onthaald, als een soort comeback. Dat was niet zo met je vorige platen.
“Maar die zijn hier ook niet uitgebracht. En het is twaalf jaar geleden dat ik hier gespeeld heb.”
Zo bezien gaat het weer bergopwaarts met je carrière?
“Zeker. Ik krijg veel steun van boekingsbureau Belmont, al denk ik niet dat ik de volgende keer weer zoveel optredens achter elkaar doe. Dit is wel één van mijn favoriete landen. Elke stad heeft iets. Leeuwarden is working class en in Rotterdam heb ik aristocratische lieden ontmoet. Utrecht is mooi en ik houd ook erg van Deventer.”
Helemaal mee eens, ik kom uit Deventer.
“Deventer lijkt op de plaats waar ik vandaan kom, de Mid-West. Ik moest er weg op mijn éénentwintigste, om elders aan werk te komen. Koeien en melkfabrieken, die hebben we thuis ook. Het vee in Deventer ziet eruit als ons vee.”
Laatste vraag: heb je Chronicles Volume One, de autobiografie van Bob Dylan, al gelezen? Hij schrijft over zijn MacDougal street-periode als folkzanger, waar jij ook over gezongen hebt.
“Ik ben erin begonnen, maar ik wacht eigenlijk liever tot hij zijn hele reeks af heeft. En dan neem ik alles in één ruk door. Misschien ben ik in oktober terug, vraag me er dan nog eens naar. Dylan is briljant. En beter dan ooit, de laatste tijd.
Zijn laatste optredens in Amsterdam waren niet heel indrukwekkend.
“Werkelijk?”
Hij had praktisch geen stem meer.
“Alsjeblieft begin daar niet over...”
http://www.kindamuzik.net/interview/kevn-kinney/kevn-kinney-een-crisis-brengt-goede-muziek-voort/9295/
Meer Kevn Kinney op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/kevn-kinney
Deel dit artikel: