Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het contrast kan niet groter zijn. Na zijn afstuderen van het Rotterdamse Conservatorium verhuisde de gastvrije Kant terug naar het Brabantse land, niet ver van zijn geboortegrond. "Ik heb vier jaar in Rotterdam gewoond en in het begin vond ik dat helemaal geweldig, die herrie en drukte. Maar toen ik richting het afstuderen ging werd ik het steeds meer beu. Ik verlangde steeds meer naar rust. Dat ademen die liedjes dan ook uit. Ik studeerde elektrische gitaar. Op een dag heb ik alle elektrische gitaren en versterkers weggedaan en een akoestische gitaar gekocht. Toen had iedereen zoiets van: 'Wat doet ie nu?' Ik houd wel van drastische wendingen. Nu geniet ik van de rust hier, ondanks dat ik graag in de stad kom. Er zijn ook veel mensen uit de stad die het beangstigend vinden dat dit dan alles is. Maar je kunt de auto pakken of de bus en je bent zo weer ergens anders. Ik kan weer terug naar de rust, zij moeten weer in de herrie gaan zitten."
Buitenbeentje
Zijn biografie schept het zelfverkozen beeld dat Kant een buitenbeentje in de muziekbusiness is. "Ik ben anders dan de doorsnee Nederlandse muziek. Maar als je het totaalplaatje bekijkt is het toch hetgeen wat de mensen van je denken wat je in de bio probeert neer te zetten. Als je dan die hoes ziet met die vleugels op mijn rug en mijn leven in dat wegrottende houten huisje en die liedjes, dan krijg je wel het beeld van een buitenbeentje. Maar ik heb echt best wel wat mensen om me heen. Ik spreek nog wel eens iemand."
"Goud of op Je Bek Gaan, dat was voor mij ook de beste titel. Je moet altijd maar doorgaan, want je wilt een goede muzikant worden. Daar moet je dan voor gaan. Maar vaak kom je dan in die situaties dat je met je gitaar op een kruk een avond zit dood te gaan voor 25 euro terwijl er niemand luistert. Ik blijf daar toch mee doorgaan, er is geen weg terug. Voor mij zegt het wel veel over hoe ik het aanpak. Maar mensen moeten ook weer niet gaan denken dat ik hier de hele dag met die vleugels op mijn rug rondren. Mijn liedjes schrijf ik dan ook vaak met een knipoog."
Die knipoog, die deelt Kant in zijn door roots- en bluesmuziek geïnspireerde liedjes uit in zijn moedertaal. "Vaak is het dat mensen bij Nederlandstalig denken aan het meezingcircuit. Maar dat is toch raar? Het is gewoon de taal waarin je zingt. Dat is op zich ook logischer dan in het Engels omdat ik heel de dag Nederlands praat en denk. Dus waarom zou ik het dan in het Engels doen? Ik houd van bluesinvloeden, maar wel met een eigen draai. Ik ben geen neger, ik zit niet in Mississippi en ik hoef geen katoen te plukken. Dus dan heb ik het over mijn eigen blues. Ik bedoel, als ik al een WIK-uitkering krijg, als je dat dan vergelijkt met de Mississippimannen, wat heb ik dan voor blues? En aan de andere kant is er die humor. Zodra je alleen de pure blues gaat doen met Nederlandse teksten erbij wordt het al snel een beetje knullig."
Spuuglelijk
Met eerste single 'Spuuglelijke Baby' doet de roodharige Brabander in elk geval een goede humoristische poging om op te vallen. "Dat komt bij mij voort uit de angst dat mijn vriendin opeens zwanger zou zijn. Ik had die twee zinnen: 'Hij vond haar best wel lelijk en zij vond hem niet zo knap'. Die heb ik meteen opgeschreven. Dat zijn twee dezelfde dingen die toch de andere kant op wijzen. Toen ben ik verder gaan schrijven. Op een gegeven moment ontstaat daar dan zo'n verhaaltje uit. Hoeveel mensen zijn er wel niet die bij elkaar zijn maar eigenlijk niet bij elkaar horen of willen zijn. De een heeft de ander bezwangerd, daar komt dan een kindje uit en dan krijg je zo'n toestand. Dat vond ik wel een mooi beeld."
Ook onderwerpen als leven, dood en hel en hemel komen aan bod op Kants nieuwe plaat. "Ik vind het anno 2011 raar als mensen helemaal in de heer zijn, maar ik vind het tegelijk ook fascinerend. Iemand die hier de aarde overziet en oordeelt, dat zijn middeleeuwse ideeën. Vooral de kerken, ze hebben zoveel ellende gebracht. En dan het liedje 'Halleluja', dat gaat over de dingen waar ik wel blij mee ben. Daar geef ik dan toch de credits aan de Heer. Dan hoeft ie er misschien niet te zijn, maar toch: bedankt! En dat bedoel ik niet grappig of lullig. In Engelse liedjes zit ook vaak the Lord, dat is ook niet allemaal per se aan de Heer gericht. In het Nederlands klinkt dat dan meteen zo kerkelijk. Misschien word ik ook nog voor de EO-jongerendag gevraagd! Met dit liedje heb ik verder geen boodschap. Voor mij zit er geen ironie in, het is een ode aan het leven."
"Ik heb ook teksten die niet alleen maar over bloemetjes en bijtjes gaan, maar ik kan niet zeggen dat je er depressief van wordt. Het leven is triestig aan de ene kant. We zijn hier met z'n allen, we gaan allemaal dood en er is genoeg ellende. Niks gaat zoals je wil. Als je iedereen vraagt wordt er geklaagd over van alles en nog wat. Maar uiteindelijk is het toch ook wel weer heel mooi allemaal."
Over de muziekwereld is Kant niet uitgesproken positief. "Er is veel goede muziek, maar daar wordt weinig aandacht aan besteed op de landelijke radiozenders. Wat ik jammer vind in de hedendaagse muziek is dat het publiek niet zelf op zoek gaat. Daar ligt het aan. Het komt gewoon door de meute die niet verder denkt dan Marco Borsato. En dat terwijl er zoveel goeds is. Als je nu een beetje de moeite neemt om op ontdekkingstocht te gaan, dan kom je genoeg tegen."
http://www.kindamuzik.net/interview/jeroen-kant/jeroen-kant-buitenbeentje-met-een-knipoog/21675/
Meer Jeroen Kant op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/jeroen-kant
Deel dit artikel: