Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het is een kantoordag voor de platenbazen van Bastaard. Voor Jeroen Kant en Mathijs Leeuwis betekent dat niet een dag vergaderen op een patserig kantoor, maar gewoon brainstormen en mailen met de benen op tafel in het gammele houten huisje van Kant in Heesbeen, met de barbecue binnen handbereik. "Vroeger wilden we altijd bij een label, maar wisten we nooit wat dat nou doet. Nu weten we het: de hele dag Facebooken!" Die opmerking wordt gevolgd door een luid gelach van het tweetal.
Bastaard
Het idee om een eigen platenlabel te beginnen ontstond toen het duo in gesprek met hun huidige boeker, Zwaardvis, te horen kreeg dat het wel makkelijker zou worden met een label achter zich. De beloofde connecties belden echter niet. Kant: "Weken verstreken, de plaat was bijna af en er gebeurde niks. We konden wel op goedkeuring van anderen zitten wachten, maar toen kwam het idee om het zelf maar te doen. Je wordt naar buiten toe serieuzer genomen met een label. Mathijs belde me op met het idee, 's avonds in de kroeg hadden we een naam en de dag erna zaten wel al bij de Kamer van Koophandel. Die wereld van labels, boekers en promoters, dat was vroeger iets onbereikbaars. Maar er zijn geen regels voor, dat moet je op je eigen manier ontdekken en doen."
Bulderend van het lachen meldt het tweetal dat de visie van Bastaard er op gericht is om zo snel en makkelijk mogelijk miljonair te worden. Maar, zo zegt Leeuwis nadat de lach weer neergedaald is: "Ons belangrijkste doel is niet zozeer de verkoop, maar het algehele plaatje sterk naar buiten te brengen. Dit is de ultieme vrijbrief om te doen wat je écht wilt. Je begint met liedjes schrijven omdat er iets uit moet. Daar wil je zo min mogelijk gezeik omheen hebben. Kun je dat bereiken door zelf die laptop en telefoon te pakken, dan moet je dat doen." Waarop Kant aanvult: "Ik riep ook altijd dat ik daar niet goed in ben, maar dat is te makkelijk. Als je niet naar poep wilt ruiken dan moet je zelf je kont afvegen."
"Voor het geld hoeven we het niet te doen. We zijn nu aan het denken over aparte combi's. Graag zouden we liedjes gaan maken met Joost Prinsen, die we momenteel proberen te benaderen. We willen juist niet dat doen wat mensen van ons verwachten. Het idee is iemand als Prinsen uit het hoekje te trekken waarin hij zit, zodat wij ook uit ons comfortabele hoekje komen. Dat versterkt elkaar en dan ontstaat er iets nieuws. Dat is anders dan een bandje aannemen en een paar cd's verkopen. Het label is voor ons een paraplu om nieuwe creatieve uitingen aan op te hangen en om te zorgen dat Joost Prinsen het ook serieus neemt. Dus nee, onze eigen muziek gaat daar niet onder lijden."
De beste singer-songwriter
Jeroen Kant is momenteel volop in de race in het tv-programma van Giel Beelen, waar voor het tweede jaar gestreden wordt om de titel van De Beste Singer-songwriter van Nederland. Met zijn eigenzinnige 'Halleluja' stootte hij met vlag en wimpel door naar de volgende ronde. "Hoe vaak heb ik nou de mogelijkheid om in één avond een half miljoen mensen te bereiken? Ik doe wat ik graag wil doen en daar leef ik grotendeels van, op de gitaarlessen na. Het is niet dat ik er dadelijk opeens ben, of dat ik er ooit ben, maar als ik straks een tour kan doen langs de popzaaltjes en het zit vol, dan ben ik blij. Waar je al jaren op de deur staat te kloppen, gaat ie dan opeens makkelijker open."
Kant is er dan ook heilig van overtuigd dat hij thuishoort in de categorie die het programma zoekt. "Zij zoeken een singer-songwriter. Dat ben ik! Dan kun je daar aankomen met je hippe muziek die niet verder reikt dan wat er de laatste jaren in de hitlijsten staat, maar daar mag ook wel iemand tussen staan die dieper teruggaat in de traditie. Dat was een reden voor mij om mee te gaan doen. Misschien ben ik dan een vreemde eend in de bijt, maar ik put uit een traditie van meer dan honderd jaar. Ik bedoel dat niet lullig, maar er is meer dan wat je voorgeschoteld krijgt."
Helemaal op zijn plek voelde Kant zich niet in de voorronde. Daar hing, zo zegt hij, vooral een puberaal sfeertje. "Veel mensen vonden mij volgens mij maar een rare jongen. Dat ik door ben en zij niet, dat is niet zonder reden. Ik ben daar voor mezelf en om mijn ding te doen. De mensen die nu door zijn naar de finale, dat zijn allemaal toffe artiesten. Michael Prins, die jongen op de piano, is te gek. En in diezelfde uitzending zat Maaike Ouboter, die meteen een nummer 1-hit scoorde. Dat zijn mijn twee favorieten."
Weggezet worden als kleinkunst ziet Kant niet als een nadeel. "Daar kies ik zelf voor. Het is juist tof dat ik mijn scheepswrak straks neer mag zetten op festival Boulevard. Voor mij vormen mensen als Herman van Veen en Toon Hermans inspiratie. Iemand als Tom Waits speelt ook veel in theaters, maar in Amerika hebben ze geen kleinkunst. Hij vertelt grappen, verhaaltjes en is gewoon artiest. Ik wankel wel op die grens met kleinkunst, dat weet ik. Maar je snapt het wel of niet. Ik hoef niet de hele wereld blij te maken. En op het eind van de dag bedenk ik: Bob Dylan en Tom Waits draaien ze nooit op de radio. Mijn hele kast staat vol met dingen die je niet hoort op de radio. Als ik daar bij mag horen dan vind ik dat prima. Ik heb liever het publiek dat mij ontdekt en blijft plakken dan dat mensen het door de strot gedouwd krijgen."
http://www.kindamuzik.net/interview/jeroen-kant/jeroen-kant-veegt-zijn-eigen-kont-af/24094/
Meer Jeroen Kant op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/jeroen-kant
Deel dit artikel: