Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Platencontracten? Welnee. Een enkele keer, als ze Marsel van der Wielen nog niet kennen, dan willen de muzikanten nog wel eens om een papiertje met krabbel vragen. Maar meestal blijft dat beperkt tot de eerste single. Daarna vertrouwen ze hem wel, die fanatieke gozer uit Amsterdam met z’n eerlijke glimlach. Zijn platenlabel Delsin roeit al vier jaar tegen de stroom in. Met mooie electronische platen van artiesten als Aardvarck, Aroy Dee en Dynarec. Volgens Van der Wielen liggen ze "in het verlengde van Detroit-techno en die dingen van de Black Dog”. Echt vernieuwend is het vaak niet meer, maar geldt hetzelfde niet voor de laatste albums van Underworld, Orbital en Jeff Mills?
Delsin is puur. En hardnekkig. Waar andere electronische platenlabels vroeger of later van de radar verdwijnen, is de bliep van Delsin nog altijd loud and clear. Iemand moet het doen, is het belangrijkste motto van de Amsterdamse platenbaas. “Soms heb ik er wel eens flink te balen van, als een goede plaat niet zo goed verkoopt als ik gehoopt had. Maar ik blijf het doen. Al was het maar omdat er te weinig anderen zijn. Bovendien komen er telkens weer nieuwe artiesten met nieuwe muziek waarvan ik denk: dit moeten mensen gewoon horen.”
En dus staan er inmiddels vijftig platen op de plank. Had Van der Wielen ooit gedacht zover te komen? “Weet je, ik heb er nooit over nagedacht.Het was meer zo van: ik doe een plaat en daarna nog een. En nog een. Of leek het nog een keertje zou overdoen, als ik anno 2005 opnieuw zou moeten beginnen? Ik denk het eerlijk gezegd wel. Want ik run Delsin voor de leukigheid. Als ik het niet leuk zou vinden was ik allang gestopt.” Want voor het geld hoeft hij het niet te doen. Het is armoe in platenlabelland. Eventjes dacht de Amsterdammer dat hij ervan kon leven. “In 2001 ging het namelijk nog een stuk beter in de muziekbusiness. Toe was het ook financieel nog net te doen. Maar inmiddels zit de klad er flink in”, moppert Van der Wielen. “Vooral de cd-verkoop is helemaal ingekakt.” Daarom is Delsin -net als veel andere undergroundplatenlabels- begonnen met de verkoop van albums op mp3-formaat. “Dat doe ik via Bleep.com (van Warp Records, red), I Tunes en de online-winkel van Rushhour. Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe dat gaat lopen. Die nieuwe verzamelaar is het eerste album dat tegelijkertijd ook digitaal wordt verkocht via Bleep.”
Big in Japan
Van de Nederlandse markt moet Delsin het sowieso niet hebben. Minder dan tien procent wordt in eigen land verkocht, ondanks inspanningen van gespecialiseerde platenwinkels als Clone in Rotterdam en Rushhour in Amsterdam. “Het meeste gaat naar Japan. En daarna Duitsland. Engeland is lastig. Daar zit bijvoorbeeld al tien jaar geen fatsoenlijke distributeur. Die gaan daar om de haverklap failliet of ze betalen nooit." Toch zitten daar wel liefhebbers van mooie electronica, zo bleek vorig jaar toen Van der Wielen in Londen moest dj-en. “Daar kreeg ik een hoop complimentjes van jongens die ik helemaal niet kende. Dat was wel erg leuk."
Wat geeft eigenlijk de meeste voldoening, als je het niet van de verkoopcijfers moet hebben? “Als ik de plaat in mijn handen heb en alles er goed uitziet”, vindt hij. Ook de creativiteit is leuk. “Vooral bij albums kan ik er wat van mezelf in kwijt. Sommige van m’n artiesten zoals Aardvarck of Future Beat Alliance flikkeren bij wijze van spreken veertig, vijftig tracks over de muur en roepen: kijk maar wat je uit wil brengen. Dat vind ik leuk. Bovendien kun je met albums meer doen qua promotie en artwork. "
Niet achterlijk
“Maar het leukste is toch een nieuwe artiest die nog niemand kent en die vervolgens heel goed ontvangen wordt. Dynarec bijvoorbeeld. Of Yoav B. Zijn plaat begint vooral in Duitsland nu goed te lopen. Dat is toch een bevestiging dat ik niet helemaal achterlijk ben.” De waardering van bevriende platenlabels, muzikanten en pers is een belangrijke motivatie. Maar soms ook een frustratie. Zo kreeg het donkere techno-album Strike van de Amsterdammer 154 bijvoorbeeld juichende recensies in de vakbladen en op websites, maar werd de cd niet door het publiek opgepikt. Volgens Marsel van der Wielen loopt dat vaker parallel, vreemd genoeg. “De grootste deejays op aarde kunnen je plaat draaien, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat je er veel van verkoopt. Die link is er helemaal niet.”
Langzaam kwam het besef dat muziek ook in de underground vaak als een commercieel product wordt gezien. Door de distributeurs dan. En dat je zoiets vies als ‘hypes’ hebt, waarop je zou moeten inspelen. Mopperend: “De meeste mensen kopen muziek die op dat moment ‘in’ is en een bepaalde sound heeft. Terwijl er volgens mij toch ook een markt moet zijn voor liefhebbers die serieuze, tijdloze technoalbums kopen."
http://www.kindamuzik.net/interview/delsin/delsin-wie-moet-het-anders-doen/11129/
Meer Delsin op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/delsin
Deel dit artikel: