Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Om kwart voor één ’s middags heeft gitarist Noble al een paar biertjes achter de kiezen, evenals de overige bandleden die interviews geven. “Ja,” merkt hij op, “we hebben wel een goede baan uitgezocht. Een beetje muziek maken, een beetje reizen, wat praten en een lekker biertje drinken.” Dat klinkt heel aangenaam, maar het vele reizen en spelen hebben wel degelijk hun sporen achtergelaten en dat valt, zowel muzikaal als tekstueel, terug te horen op de tweede plaat. Volgens Noble is de band indertijd vrij blanco gaan touren: “Je denkt er natuurlijk wel over na, maar niets gebeurt uiteindelijk op de manier waarop je denkt dat het gebeurt,” vertelt hij. “Dus waarom zou je je er dan nog druk om maken? Het was heel erg leuk en af en toe gebeurden er heel vreemde dingen.” Zo smeet Noble tijdens een optreden een stoel in het publiek “en zo ben ik helemaal niet,” haast hij zich op te merken. Waarom zoiets dan toch gebeurt? “Het spelen van die intense nummers ging gepaard met ongelukken,” vertelt hij. “Yan en Eamon liepen op een gegeven moment op krukken, Hamilton brak zijn vinger; het liep allemaal een beetje uit de hand.”
Een nieuw geluid
Het leek de band dan ook geen verkeerd idee om het even wat rustiger aan te doen. Het is dus ook niet vreemd als Noble vertelt dat Open Season grotendeels tot stand is gekomen in een schuurtje op het Engelse platteland. “Het was er erg vredig en ik denk dat de nieuwe nummers dat ook reflecteren.” Dat zou best eens kunnen, want het eerste dat opvalt aan de plaat is dat de muziek een stuk rustiger van aard is. Veel meer een popplaat dan een rockplaat, zogezegd. Maar daar is Noble het niet helemaal mee eens.
“Ik denk dat het eerste album ook best een popplaat is. Het zit alleen wat meer verborgen in verschillende lagen.” Maar een nummer als “How Will I Ever Find My Way Home” is wel degelijk pure pop; het refereert sterk aan een band als Belle & Sebastian, en dat is een behoorlijk verschil. “Je voelt de behoefte om dingen anders aan te pakken,” zegt Noble. “Het is leuk om dingen anders te doen. Je wilt jezelf niet herhalen... Het derde album zal wel veel meer een rockplaat worden.” Een term als ‘een eigen geluid’ hoeft wat de gitarist betreft dan ook niet van toepassing te zijn op British Sea Power. “Je hebt van die bandjes waarbij je meteen hoort dat zij het zijn. Dat is heel knap, maar het lijkt me ook heel saai.” Wat misschien wel weer inhoudt dat een aantal fans van het eerste uur het moeilijk kan krijgen met Open Season. Noble haalt zijn schouders eens op: “Tja, sommigen zullen wellicht wat teleurgesteld zijn in ons nieuwe geluid...”
Vergelijkingen
Bij het omschrijven van de muziek van British Sea Power wordt Joy Division veelvuldig aangehaald, zoals bij zoveel bandjes de laatste tijd. “Ik denk niet dat ons werk ook maar iets op dat van Joy Division lijkt,” vindt Noble. Hij heeft echter wel een idee waarom mensen de vergelijking trekken. “Kijk, toen we begonnen met optreden en leerden spelen was het anders. In die tijd leek ons werk wél erg veel op de muziek van Joy Division en dat beeld is bij veel mensen blijven hangen...” Alle vergelijkingen lijken de gitarist echter niet heel veel uit te maken. “Veel mensen noemen Sparks tegenwoordig als vergelijking. Onze muziek zou klinken als een soort mengelmoesje van hun werk en dat van Joy Division. Tja...Ik hou van Sparks, maar ik vind ook niet dat we daar erg op lijken.”
Waar je het nieuwe geluid ook mee wilt vergelijken, de progressie die de band heeft gemaakt op zijn nieuwe plaat is in elk geval duidelijk te horen. “We spelen beter dan twee jaar geleden...hoewel we nu misschien ook niet heel erg goed zijn,” grijnst Noble. “Maar we weten wel beter wat we doen. We hebben het één en ander over muziek maken en opnemen geleerd de afgelopen twee jaar.” Dat blijkt, want opnametechnicus Bill Price (Sex Pistols, The Clash) was erg verbaasd over de goede kwaliteit van de demo-opnames die de band meebracht naar de studio. “Het is verbazingwekkend dat de positie van een opnamemicrofoontje zoveel verschil kan uitmaken voor het geluid,” merkt de gitarist op. De Noor Mads Bjerke, die eerder werkte met Primal Scream, maar ook met de meidengroep Girls Aloud, produceerde het leeuwendeel van de plaat. “Misschien was Mads al die gladde popbandjes waarmee hij werkte wel heel erg beu,” grijnst Noble.
Boomtakken
Na afloop van het gesprek wandelen we het Vondelpark in om foto’s te maken. Dat gebeurt niet zonder reden, want British Sea Power houdt er van om het podium aan te kleden met takken van bomen en andere natuurlijke rekwisieten. “Het is alsof je een stukje thuis meeneemt,” legt Noble uit. “Drie bandleden komen uit het Lake District, wat bekend staat om de mooie natuur. Het geeft een wat ander perspectief en is leuk om tegen aan te kijken tijdens een concert.” Zodoende zoeken we een paar leuke boompjes uit als achtergrond voor de foto’s. Als die gemaakt zijn en we teruglopen wijst hij naar een klein boompje. “Hier kunnen we inderdaad mooi een paar takken van afzagen voor bij onze optredens.”
http://www.kindamuzik.net/interview/british-sea-power/muziek-maken-reizen-en-bier-drinken-het-goede-leven-volgens-british-sea-power/8964/
Meer British Sea Power op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/british-sea-power
Deel dit artikel: