Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Gitarist Russell Lissack en bassist/zanger Gordon Moakes van de groep uit Londen zitten in de kleedkamer van Paradiso op me te wachten. Zanger/gitarist Kele Okereke en drummer Matt Tong staan op hetzelfde moment enkele andere journalisten te woord, de band is gewild bij journalistiek Nederland. De postpunksensatie staat vandaag in het voorprogramma van Interpol, terwijl ze een week eerder London Calling aandeden. Lissack en Moakes zien bleek en erg enthousiast komen ze niet over. Ik krijg een slap handje. Ze zijn moe, erg moe. Wekenlang zijn ze al op reis: bus in, bus uit. Eigenlijk hebben ze geen zin in nog een interview, al proberen ze er het beste van te maken.
“Op sommige dagen ben je gewoon niet in de stemming om geïnterviewd te worden. Dan wil je aan helemaal niets denken,” aldus Moakes. Wat het alleen maar erger maakt is dat elke journalist dezelfde vragen stelt. Als ik aan het eind van het interview vraag wat ze nooit meer willen horen, probeert Moakes te doen alsof hij lang moet nadenken: “Alles wat te maken heeft met het begin van de band enzo. Dat verhaal is ook niet boeiend. Elke keer probeer ik een manier te vinden om het interessanter te brengen dan het in werkelijkheid is.”
Idolen
Maar die creativiteit is vandaag even niet aanwezig. “Kele en Russell zaten op dezelfde school en raakten bevriend. Al snel gingen ze op zoek naar mensen die op dezelfde golflengte zaten. Vier jaar geleden kwam ik erbij en Matt maakte de band twee jaar geleden compleet,” aldus Moakes’ antwoord op de gewraakte vraag, die ook ik natuurlijk stelde.
Een jaar nadat Matt Tong het viertal completeerde, stuurden ze een demo naar Franz Ferdinand. De timing had bijna niet beter kunnen zijn volgens Moakes: “Franz Ferdinand begon net wat meer bekendheid te krijgen. Ze waren op zoek naar een band voor een minifestival, georganiseerd door Domino Records, en daarvoor werden wij uitgenodigd.” Maar Moakes benadrukt dat Bloc Party het succes niet aan hun idolen heeft te danken: “Het was geen kritiek moment in onze carrière, om eerlijk te zijn. Het was gewoon het beetje geluk dat we nog nodig hadden, op dat moment kregen we toch al veel aandacht.”
Roerstaafje
Moakes is duidelijk de grootste prater van de twee. Zakelijk en rustig legt hij alles uit. Voordat hij bij de band kwam was hij grafisch ontwerper: “Ik wilde graag in een band spelen, maar vond het tegelijkertijd erg belangrijk om iets achter de hand te hebben. Om mezelf in leven te kunnen houden. Het succes van Bloc Party voelt er alleen maar beter door: het is me toch gelukt.” Met zijn geel geblokte blouse en hoekige bril heeft hij een studentikoos uiterlijk. Lissack is de absolute tegenpool van de bassist. Met zijn dunne, slungelachtige voorkomen, de scheve pony en het bomberjack dat het hele interview aan blijft, lijkt hij eerder een anarchistische kraker, dan de gitarist van een hippe rockband.
Gedurende het interview zegt hij weinig, het houten roerstaafje in zijn handen krijgt daarentegen alle aandacht. Hij spreekt met zijn gitaar, aldus Moakes. Lissack: “Spelen in een band is het enige dat ik kan. Ik kan niet werken in de echte wereld, de band is mijn wereld.”. Het is op dit moment niet aan hem te zien, maar hij voelt zich goed in deze wereld: “Het is precies zoals ik verwacht had, al weet je natuurlijk niet precies wat je moet verwachten. Ik vind het fantastisch om te doen, ik ben erg gelukkig.” Waarna zelfs een klein lachje op zijn gezicht te zien is.
Kerstmis
Moakes neemt het weer over van zijn collega: “We maakten vroeger veel grappen over hoe het zou zijn in een tourbus. Nu is dat opeens de realiteit.” En bevalt het een beetje? “Het is saai,” verzucht hij. “Het is krap zitten en het is niet makkelijk om in te slapen. Maar het is goed genoeg hoor.” Gelukkig voor het viertal hebben ze de komende tijd even rust. Het debuutalbum Silent Alarm is al af, maar blijft nog tot Valentijnsdag op de plank liggen. Dat het nog zo lang duurt heeft eigenlijk maar één reden: Kerstmis. “In de aanloop naar de feestdagen komen er alleen maar compilaties uit. We zijn bang dat het album daardoor weggedrukt wordt,” aldus Moakes. Een beetje nerveus zijn ze wel. Aangezien ik het album al heb gehoord kan ik ze geruststellen: ze hoeven zich nergens voor te schamen.
Bloc Party staat steeds meer in het middelpunt van de belangstelling. Wat nou als de groep een one-hit-wonder blijkt te zijn? Volgens Moakes maakt de band zich daar wel eens zorgen over. Op hetzelfde moment wordt Lissack weer wakker: “We denken dat we muziek maken die mensen echt in het hart raakt, de rest is niet belangrijk.” Moakes neemt het weer over: “We proberen te negeren wat mensen over ons schrijven en we proberen te negeren wat hip is op dit moment.” Het enige dat de band wil is geloofwaardig overkomen: “We doen weinig tot niets nieuws, dat weten we. Maar ik daag elke zogenaamde hippe band uit om een nummer te schrijven zoals ‘Compliments’, dat op Silent Alarm staat. Dat nummer heeft niets te maken met hip willen zijn, het is juist een erg warm nummer.”
Gitaarsolo’s
Het is ook niet zo dat Bloc Party opeens op het toneel is verschenen. Moakes: “We hebben al veel fouten gemaakt.” Lissack: “Voor de gemiddelde luisteraar lijkt het misschien alsof we heel snel bekend zijn geworden, maar we doen dit al zeker vijf jaar. In die tijd hebben we geleerd hoe we een goede band moeten zijn. We hebben onze fouten gemaakt toen we nog niet in het middelpunt van de belangstelling stonden.” Bang voor wat er komen gaat zijn ze niet: “Als men vindt dat ons album het wachten waard is en we al die aandacht dus verdiend hebben, ga ik dat niet tegenspreken,” zegt Moakes lachend.
Silent Alarm, vernoemd naar een artikel uit The New Scientist, is geproduceerd door Paul Epworth, die eerder ook al het debuutalbum van The Futureheads gedeeltelijk onder handen nam. Zijn er net als bij The Futureheads regels waaraan een nummer van Bloc Party moet voldoen, zoals een verbod op gitaarsolo’s? “Nee absoluut niet, als je regels opstelt beperk je jezelf,” roept Lissack uit, terwijl hij er bijna een kleur van krijgt. Moakes nuanceert zijn antwoord: “Er zijn een paar ongeschreven regels, bijvoorbeeld dat een nummer niet te lang mag zijn.”
Nu even niet
Dus we hoeven nooit langgerekte conceptalbums van de band te verwachten? Lachend: “Euh..., dat wil ik eigenlijk ook niet uitsluiten. Klinkt best erg, of niet?” Als ik daarna vraag hoe een nummer van Bloc Party het beste te omschrijven is, lijkt Lissack even zijn moeheid te vergeten: “Ze hebben allemaal gitaarsolo’s,” vertelt hij grinnikend. Ook nu weer blijft Moakes zakelijk: “De nummers zijn gewoon to the point. Er zit niets in de nummers dat overbodig is.” Hoe simpeler, hoe beter dus? “Absoluut, maar wel tot op zeker hoogte.”
Dan is het interview voorbij. Opgelucht staan de heren op om zich terug te trekken. De vrije tijd die ze krijgen is schaars: “Soms een uur of twee per dag en dan wil je eigenlijk alleen maar onder de douche staan en wat eten,” aldus Lissack. Binnenkort hebben ze even vakantie, maar vanaf februari 2005, als Silent Alarm de cd-rekken bereikt, zal de aandacht rond Bloc Party weer verder toenemen. Althans, dat is de verwachting. Gordon Moakes en Russell Lissack proberen er waarschijnlijk niet aan te denken. Nu even niet.
http://www.kindamuzik.net/interview/bloc-party/bloc-party-hoe-simpeler-hoe-beter/8302/
Meer Bloc Party op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/bloc-party
Deel dit artikel: