Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Als een stel flipperkastballen stuiteren ze door hun albums. Vastpinnen is onmogelijk en daar ligt dan ook de kracht van Animal Collective. “Ik kijk op een zo kinderlijke mogelijk manier tegen het leven aan,” vertelt Dave Portner (aka Avey Tare). “Dat heeft niks te maken met onvolwassenheid. Ik vind eigenlijk dat iedereen de wereld zou moeten benaderen met het enthousiasme van een kind. Je kunt jezelf ongelooflijke dingen leren, maar er zijn maar weinig mensen die dat ook werkelijk doen. Dat is de pest met deze wereld, iedereen heeft zijn eigen patroontjes die hij blijft volgen, maar het begint pas als je beseft dat die patronen helemaal niet hoeven te bestaan.”
Studiozenuwen
Die visie druppelt uit elke porie van Feels en zowat elk ander album van Animal Collective. Magisch was Here Comes the Indian, een wilde trip langs een met lsd-visioenen besmeurde horizon. Op Sung Tongs werd die oneindige trip vertaald in de klanken van een magisch samenspel van op hol geslagen akoestische gitaren en vocalen. Een onbezonnen, ongeremde manier van spelen waarin die harmonie hand in hand gaat met uitbundige melodieën en een aanstekelijke hoeveelheid spelplezier. Op Feels is de band weer op volle sterkte. Dus met Deaken en Geologist erbij. Waar op Sung Tongs alleen Avey Tare en Panda Bear te horen waren, sloten zij zich weer bij de groep aan, waarna ze in Seattle de studio indoken met producer Scott Colburn (o.a. producer van Sun City Girls en Climax Golden Twins). “Dat was niet niks. We waren redelijk zenuwachtig allemaal. Het was de eerste keer dat we zo lang in een studio werkten. Een dikke maand. We hadden zoiets van ‘of het wordt heel zwaar of heel makkelijk’. Het bleek uiteindelijk een geweldige ervaring.”
Kwartetten met ideeën
De vier leden van het Collective zijn al sinds hun jeugd met elkaar verbonden. Vrienden, studiegenoten maar vooral artistieke soulmates. Dwarrelend door een omgeving van privé- en kunstscholen die hun creatieve binnenste prikkelden besloten ze begin deze eeuw hun muzikale energie te steken in een label, Paw Tracks, wat uiteindelijk leidde tot de oprichting van hun eigen muzikale eenheid. Samen met gelijkgestemden als Black Dice, Gang Gang Dance en Orthrelm delen ze studio- en oefenruimtes en worden onderling inspiratie en ideeën uitgewisseld. “Het is niet zo hecht als mensen vaak beweren hoor. De band die we hebben komt voort uit het feit dat we allemaal ergens anders vandaan komen maar toch een beetje dezelfde mentaliteit hebben. We hebben allereerst een heleboel tijd genomen om onze eigen muziek te laten groeien. Pas later hoorden we de muziek waarmee deze bands bezig zijn. Dat maakt ons allemaal zo verschillend en dat is echt heel mooi.”
Fuck die hipstershit
Inderdaad, de noisescapes van Black Dice, de esoterische tribal van Gang Gang Dance en de minimalistische metal van Orthrelm zijn muzikaal gezien een heel andere wereld dan de meeslepende spielerei van Animal Collective. Laat staan dat de band iets heeft met de hippe shit uit New York. The Strokes, The Bravery. ‘Fuck die hipstershit’, wij doen ons eigen ding, lijkt hun motto. Een instelling die best wel wat met de punkhouding te maken heeft. “Weet je,” zegt Portner filosofisch, “voor mij is een doe-het-zelfhouding echte punk. Als je het mij vraagt was zelfs de originele hippiemuziek punk.
Ik denk dat we gewoon mensen zijn die naar nieuwe manieren zoeken om onszelf uit te drukken, in plaats van die vaste patronen te volgen en te doen wat je geacht wordt te doen om succes te hebben met een band.” En New York is daar een goede plaats voor, zegt Portner. “Er wonen hier zoveel mensen, van wie er een hoop erg open zijn, ook wat het ontdekken van nieuwe muziek betreft. Hoe meer aanbod er is, hoe opener mensen zullen worden. Internet speelt daarin een handige rol. Er is zoveel te ontdekken, ik kan me goed voorstellen dat je daardoor een steeds bredere smaak krijgt. Het is wachten op het moment dat je iets hoort in de juiste omgeving.”
Stuiter! Stuiter! Stuiter!
Toch was die openheid niet zo vanzelfsprekend in het begin. Regelmatig verliet het publiek hun concerten halverwege en waren onbegrepen blikken eerder regel dan uitzondering. Pas na Here Comes the Indian schrok de pers wakker, en daarmee ook veel muziekliefhebbers. Nu, na het veelgeprezen Sung Tongs en het verschijnen van Feels dat volgens velen een grote stap richting een groter publiek is, lopen grote zalen als de AB in Brussel warm voor de muziek van het Collective. Dat is niet zo gek, want live is de groep al helemaal niet te stuiten. Een ontlading van menselijke en haast dierlijke emoties die zijn weerga niet kent. “Vooral in de Verenigde Staten spelen we nu in veel grotere concertzalen. We hebben vroeger wel gemerkt dat mensen wegliepen maar natuurlijk geloofden we heilig in ons eigen ding en gingen we altijd door. Ook dankzij al onze vrienden die ons altijd gesteund hebben.” Pink van geluk gerust een traantje weg, want je mag in je handjes knijpen dat er een band als Animal Collective bestaat. Maar toch, hoe vrij en los de muziek klinkt, de basis wordt enorm zorgvuldig neergelegd. Één laag folk, één laag psychedelica, één laag pop, één laag drone, een diepe onderstroom van ambient, vaak allemaal in één liedje. Opvallend afwezig is de tegenwoordig zo alom presente arty factor. Arty is Animal Collective nergens, die onwaarschijnlijke hoeveelheid enthousiasme zorgt ervoor dat nergens peinzend over de kin wordt gewreven. Je vraagt je hardop af hoe ze tot zo’n resultaat kunnen komen. Zo wild en speels, maar op hetzelfde moment gefocust en strak. “Ik schrijf elk nummer vanuit mijn eigen emoties,” legt Portner zakelijk uit, “ik denk dat het de dipjes en de veranderingen in die emoties zijn die het doen lijken of een liedje alle kanten opstuitert. Zo werkt de geest in intense situaties, vooral in deze wereld. Alles is zo gespannen.”
Kotsen, schijten en klaarkomen
En terwijl je fantaseert over een wereld waarin Animal Collective Lange Zwans en Aars G van de eerste plaats in de hitlijsten stoot is Portner daarmee zelf niet bezig. Waarom geen duet met Kylie Minogue? “Haha! Je kent me goed. Ik heb de laatste tijd veel naar Kylie’s muziek geluisterd. Ook Bobby Brown - de acidfolkmuzikant, niet die jaren tachtig popster - en Nirvana hebben ons flink beïnvloed. Maar popliedjes, die ambitie heb ik niet. Misschien de anderen wel. Ik wil eigenlijk muziek maken die je laat kotsen en schijten, of een orgasme bezorgt, misschien.”
Jungleboek
Sprake van kotsneigingen of rectale oprispingen is er niet echt als je naar Feels luistert. Miniatuurorgasmes daarentegen lijken over de hele plaat te zijn gestrooid. Bovendien spreekt een speelse tekst als deze uit de euforische single ‘Grass’ best tot de verbeelding: “pretty little femur sitting in my cherry dream boat / I’d be sad if you’re rejected from my hip bone / and my knee if I sailed away from continents and touched my lovers hair / then you’d be very happy if I touched her there” De talloze kwinkslagen en met kinderlijk plezier overgoten refreinen en bruggetjes liggen als kleine porties afrodisiacum verspreid over het muzikale junglebook dat Feels is. Die spontaniteit is een direct gevolg van de wijze waarop de band zijn muziek creeërt. Portner: “Ik schrijf de teksten terwijl ik de melodieën bedenk. Ik kan de teksten niet los van de muziek bedenken, het vormt één geheel.”
“Het gaat allemaal met vallen en opstaan,” legt hij verder uit, “we praten er niet zoveel over. Het draait allemaal om het spelen en als we voelen dat we iets natuurlijks en nieuws te pakken hebben, proberen we dat vast te houden. Daarom voelt Feels zo nieuw en fris aan, het album is helemaal gebaseerd op onze huidige gevoelens.”
Keep on jamming
Panda Bears soloalbum Young Prayer, dat vorig jaar verscheen net na Sung Tongs, is misschien wel het meest naakte en emotionele album dat een Animal Collective-lid heeft voortgebracht. De rauwe, akoestische emotie in Panda Bears mijmerende vocalen die af en toe flink scherp oprispen staan allemaal in het teken van Panda Bears overleden vader. Veel wil Portner er niet over kwijt, het is immers niet zijn ding. “Maar dat spul bezorgt me nog vochtige ogen”, laat hij los. En over toekomstige zij-projecten is hij al even zwijgzaam: “Ik denk dat we gewoon blijven jammen.” Dat is je geraden, vriend.
Animal Collective kan je op de volgende plaatsen live gaan bekijken:
27/10/05 Amsterdam (NL), Paradiso
28/10/05 Brussel (BE), AB-Club
29/10/05 Gent (BE), Vooruit (Pauze-festival)
12/11/05 Utrecht (NL), SJU Jazzpodium (Rumor 42)
http://www.kindamuzik.net/interview/animal-collective/animal-collective-kinderen-voor-het-leven
Meer Animal Collective op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/animal-collective
Deel dit artikel: