Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
The Beach Boys. Vroeger kon ik oprispend gal maar net onderdrukken bij het horen van de eerste tonen van 'Get Around', of nog erger 'Surfin' USA'. De oooohs en aaaahs hoefden maar aangeheven te worden of ik liep scheldend de kamer uit, met de handen naar boven gerezen, vol van de vraag hoe een zichzelf respecterend mens dit serieus kon nemen. Nee, neem dan het debuut van The Stone Roses! Goed, dat was bij vlagen ook een zijige bedoening maar swingde voluit zonder die onaanraakbare cooleness te verliezen. Dat was pas muziek! Of neem iets later Electr-O-Pura van Yo La Tengo, het lieflijke New Yorkse trio dat de gitaren kon laten scheuren zonder te voldoen aan de clichés die scheurende gitaren toen en nu nog bij me oproepen. Door de gitaren heen hoorde je popliedjes die vaak eigenlijk geen popliedjes waren, maar tegendraadse nummers die zo slim verpakt waren dat het erin ging als zoete koek. Waarom bleven al die helden van me, zoals ook Teenage Fanclub, refereren aan die strandjongens uit Californië, aan die ideale schoonzonen waaraan elke vader zijn dochter graag zou weggeven? Van gestreepte blouses, of eigenlijk blouses alleen al, liepen de koude rillingen me over het toen nog ranke lijf.
Duizelingwekkende dynamiek
In de platenzaak stond ik wat verlegen rond te neuzen in het vakje van The
Beach Boys. Hoe heette dat album ook alweer met dat ene nummer dat iedereen
zo mooi vindt. "Meneer, mag ik u." Verdomd ja, hoe kon ik het vergeten:
Pet Sounds. Snel naar huis toe om de cd te beluisteren, hopelijk zag
niemand me die zoetsappige Beach-Boysplaat kopen. Pet Sounds klonk
niet zoals ik verwacht had. Ik werd niet onmiddellijk gegrepen door de
georkestreerde nummers maar na de zoveelste masochistische onderwerping kon
ik niet meer om de vele lagen in de nummers heen, de duizelingwekkende
dynamiek in popliedjes die slechts enkele minuten duurden maar veel langer
leken. Dat alles werd al gauw een verslaving.
In de later aangeschafte stereoversie van Pet Sounds schreef Brian Wilson als commentaar bij 'Wouldn't It Be Nice' dat de accordeons rockten. Ik wist precies wat hij bedoelde, ik was om. Met 'Wouldn't It Be Nice' begon nu elke dag, 'Wouldn't It Be Nice' werd op antwoordmachines achtergelaten en zelfs vrienden die een hekel hadden aan The Beach Boys konden het nummer neuriën. Ik durf niet eens over 'God Only Knows' te beginnen.
Om een lang verhaal lang te houden: ik stortte me onmiddellijk met volle overgave op de ontwikkeling van God op Aarde en zong zachtjes mee zodra Brian Wilson het had over zijn meisje dat hem troostte toen hij zo stom was geweest om stoer te doen tegen die jongens in die andere snelle wagens. Nu moest er geracet worden en ik reed mee. Van 'Don't Worry Baby' tot 'Surfin' USA' tot 'Help Me, Rhonda' (singleversie, welteverstaan) en weer terug. Al die vernuftige liedjes, hoe had ik dit zo lang over het hoofd kunnen zien?
Diepgang
In eerste instantie draaide het bij The Beach Boys ook enkel om die leuke
nummers zoals 'The Warmth of The Sun', 'I Get Around', 'Little Honda',
'Girls on The Beach'. Albums waren er vooral voor de singles en dus werden
ze geserveerd met aardig wat opvullertjes. Met Today en Summer
Days (And Summer Nights!!) was er pas een ommezwaai merkbaar. Er stonden
zoveel goede nummers op deze twee platen (terwijl de laatste zelfs een
zoethoudertje was voor de platenmaatschappij) waarvan enkele een enorme
diepgang kenden. Het moet toen geleken hebben alsof Brian Wilson nieuwe
hoogten bereikte. Ik wou dat ik dertig jaar ouder was. Op beide platen
stonden tussen de rafelig geproduceerde nummers strakke jongens als 'When I
Grow Up (To Be a Man)', 'Dance, Dance, Dance', 'She Knows Me Too Well', 'Let
Him Run Wild' en de cover van Phil Spector, 'Then I Kissed Her'. Nummers
waarvan de arrangementen van stemmen, de soepele drumpatronen, de
ritmewisselingen, de verschillende toonhoogten en ongebruikelijke
instrumenten verrasten maar die zoveel meer beloofden, ook al wist ik al wat
het volgende hoofdstuk zou zijn.
Wanneer tijdens 'Dance, Dance, Dance' op één minuut en veertien seconden een octaaf hoger ingezet wordt, is deze bonk even stil. Of 'She Knows Me Too Well', het mierzoete nummer met niet voor de hand liggende melodieën, dat me melancholisch doet mee knikken maar ondertussen doet glimlachen vanwege de tekst die alleen maar door een puberende jongeman kan zijn geschreven: When I look at other girls it must kill her inside / But it'd be another story if she looked at the guys. De vooruitgang in Brian Wilsons schrijven en productie lag nog wel het meest besloten in het grootse 'California Girls', het nummer met de aanhef van een klassiek stuk dat met de inval van het orgel op slag verandert in een sprankelend popnummer waarin een van de mooiste harmonieën ooit in de popmuziek te horen is. Brian Wilsons falsetto raakt in het refrein verweven met Mike Love's fantastisch stoïcijnse stem en trekt het nummer zo naar een hoger plan.
Inzinking
Brian Wilson voelde zelf dondersgoed aan wat er gebeurde. Thuisblijven, dat
wou de toen vierentwintigjarige, om zich te concentreren op het maken van
muziek. De hectiek van het leven on the road was niet meer aan hem
besteed, een zenuwinzinkinkje was daar het teken van. Terwijl de rest van de
jongens geld ging verdienen op de internationale podia sloot Brian Wilson
zich op in de studio en maakte daar de reuzenstap naar wat mijn ontmoeting
met The Beach Boys zou worden: Pet Sounds.
Met terugwerkende kracht zat ik naast Brian Wilson in de studio. Pet Sounds betekende voor mij een periode van popmuziek die tegelijk toegankelijk en uitdagend was. Voor Brian Wilson betekende het een volgende stap, die nog groter moest worden, nog spannender, een werkelijk artistiek hoogtepunt dat Sgt. Pepper van The Beatles naar de kroon moest steken. Dat zou allemaal moeten maar het gebeurde niet want hij kreeg nu echt een klap: een totale inzinking die hem lamlegde. De creatieve geest liep uit de pas met de verwachtingen die men had van The Beach Boys. Mede door al het 'snoepgoed' dat in grootverpakkingen verorberd werd (dit wordt soms lachend bevestigd, en dan wordt het gebruik weer gebagatelliseerd) stak het gevoel van onzekerheid nog sterker de kop op.
Voor de band op zijn beurt betekende dit dat de songschrijver wegviel. De rest van The Beach Boys zag haar kans schoon en de jaren zeventig werden ingeluid door de compleet veranderde machtsverhoudingen. Dennis Wilson droeg ineens liedjes aan, zo ook Al Jardine. Bruce Johnston (Brian Wilsons tourinvaller) scoorde een dikke hit met 'Tears in the Morning', en Carl Wilson zette een bescheiden productionele stempel. Wanneer Brian Wilson al z'n krachten verzamelde en uit bed wist te kruipen, droeg hij ook nog z'n steentje bij. Dat allemaal tot mijn genoegen want eigenlijk was genieten van hele albums van de strandjongens passé.
De jaren zeventig braken overigens nog op een andere manier aan. Weg was de pop uit de jaren zestig, rock en soulinvloeden tekenden van nu af aan het geluid van The Beach Boys. Toch bleven de nummers van Brian Wilson de rillingen veroorzaken. Tussen de pastiche en doordeweekse poprock was het zoeken geblazen naar, ik doe even een greep, 'When a Man Needs a Woman', 'Busy Doin' Nothin'' en 'This Whole World'. In dikwijls twee minuten en nog wat zat zoveel dynamiek dat het gewoon aan je voorbij gaat als je niet goed oplet. Brian Wilson was altijd al de man van liedjes, in de jaren zeventig werd dat gevoel alleen maar versterkt door de enkele pareltjes die de Beach Boy schreef. Pas toen ik alle nummers van Brian Wilson dood had geanalyseerd besloot ik op zoek te gaan naar het album dat het daglicht nooit gezien had, het verloren gegane en vermeende meesterwerk Smile.
Smile is nu uit op Nonesuch/Warner.
» Bezoek Brian Wilsons website
http://www.kindamuzik.net/features/article.shtml?id=7776
Meer The Beach Boys op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-beach-boys
Deel dit artikel: