Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het is niet zo vreemd dat er in deathmetalland Amerika aanvankelijk weinig animo is voor black metal, dat regelrecht indruist tegen een aantal Amerikaanse grondwaarden. Het is niet alleen lofi en muzikaal primitief, maar vooral ook hautain, elitair, antidemocratisch, nihilistisch, pessimistisch en extreem ongezellig. In de VS is metal toch vooral machomuziek voor een luidruchtig, bierovergoten avondje uit, en wordt bovendien veel waarde gehecht aan hoogstaande productie en goede instrumentbeheersing.
Verdwaalde blackmetalbands
Er zijn wel wat verdwaalde vroege Amerikaanse blackmetalbands, maar ze vormen toch slechts een voetnoot bij het Scandinavische geweld: VON (San Francisco), Absu (Texas), Judas Iscariot (Illinois), Demoncy (Pacific Northwest) en Profanatica (New York). Ze vertegenwoordigen wel precies de regio's die later de hot spots zullen blijken als het genre aan het begin van de nieuwe eeuw aan populariteit begint te winnen.
Het is veelbetekenend dat die opmars van USBM, zoals Amerikaanse black metal ook wel wordt genoemd, in gang wordt gezet door een band met wortels in de indierock. In 2000, wanneer de oorspronkelijke Noorse blackmetalstorm weer is gaan liggen, brengt het uit The Fucking Champs voortgekomen Weakling het album Dead as Dreams uit. Het is voor Amerikaanse begrippen ongekend groots en meeslepend, met een bewust gecreëerde apocalyptische einde-van-het-millenniumsfeer. Het gitaarwerk in de uitgesponnen nummers van gemiddeld een kwartier doet soms zelfs denken aan de noise-erupties van Sonic Youth; eindelijk een bewijs dat er ook in de VS eigenzinnige en gedurfde black metal kan worden gemaakt. Weakling - afkomstig uit San Francisco en vernoemd naar een Swansnummer - krijgt een Velvet Undergroundachtige cultstatus: er zijn niet veel mensen die het album horen, maar ze beginnen wel allemaal een bandje.
Herkenbare Amerikaanse stijl
In het kielzog van het eenmalige project Weakling worden vervolgens de contouren zichtbaar van een herkenbare Amerikaanse stijl: suicidal depressive eenmansblackmetal. Geïnspireerd door Judas Iscariot - maar vooral ook het Noorse enfant terrible Burzum - ontstaat er langzaam maar zeker een ware stortvloed aan zelfgeproduceerde 'slaapkamerblackmetal'. Riffs zijn hierbij vaak ondergeschikt aan het door monotone drumcomputers en suizende gitaren gedomineerde atmosferische klankbeeld, dat in veel gevallen nauwe verwantschap vertoont met dark ambient, wave en shoegaze. De beste eenmansacts maken van USBM een tot de verbeelding sprekende aangelegenheid: enerzijds refereren ze aan het typisch Amerikaanse lone wolf individualisme, anderzijds wordt in een voortdurend spel tussen agressieve hoogmoed en lethargisch defaitisme black metal herbedacht als existentieel drama.
De twee eenmansacts die duidelijk boven het maaiveld uitsteken komen niet geheel toevallig uit Californië, the Golden State die echter in de Amerikaanse folklore ook altijd het einde van de wereld heeft gesymboliseerd, de laatste frontier, of in de woorden van William Faulkner, de 'asshole of the world'. Het zijn Xasthur (Los Angeles, foto bovenaan) en Leviathan (San Francisco), voor velen bijna synoniem met USBM; Leviathan zeker ook vanwege zijn ambientproject Lurker of Chalice.
De blackgazevariant wordt verder geperfectioneerd door het zowel muzikaal als publicitair in nevelen gehulde duo Velvet Cacoon, afkomstig uit het stukje Amerika dat aardrijkskundig nog het meest wegheeft van Noorwegen, het Twin Peaksland van de Pacific Northwest. Ondertussen verschijnt in 2002 ook nog Tara, het occultistische magnum opus van de Texaanse oudgedienden Absu.
USBM op de kaart
Toch komt het album dat USBM definitief op de kaart zet weer uit onverwachte hoek. De dronekoningen Sunn O))) oogsten in 2005 ook buiten metalkringen alom lof met Black One, een ode aan black metal met een Immortalcover, een eerbetoon aan Bathory én memorabele gastvocalen van Wrest (Leviathan) en Malefic (Xasthur). Het daaropvolgende jaar volgen er doorbraakalbums van de twee bands die zich inmiddels genreleiders mogen noemen: Nachtmystium (Illinois, foto midden) introduceert op Pink Floyd geïnspireerde space black metal en Wolves in the Throne Room (Pacific Northwest, foto onderaan) gaat met zijn ziedende epische hipsterblackgaze verder waar Weakling ophield, en profileert zich daarnaast als esoterische ecometalband, compleet met leefgemeenschap en nachtelijke optredens in de bossen.
Want de solipsistische slaapkamerstofzuigers mogen het genrebeeld dan misschien nog steeds domineren, USBM kenmerkt zich inmiddels toch vooral door een muzikale openheid van geest, juist omdat black metal uit Amerika per definitie niet authentiek, niet 'true' naar Noorse maatstaven kan zijn. Terwijl de hoon van de puristen neerdaalt kunnen minder rechtlijnige liefhebbers zich tegoed doen aan de spannende, avontuurlijke en vaak ronduit excentrieke genrekruisbestuivingen die de nieuwe generatie Amerikaanse blackmetalbands voortbrengt.
Zo verwerkt Agalloch (Pacific Northwest) een steeds groter wordende hoeveelheid doom, prog en folk in zijn black. Dat wordt op een andere manier ook gedaan door twee female fronted bands uit de progressieve metalhoofdstad San Francisco: Ludicra is één van de grote beloftes binnen de USBM en drijft op de eigenzinnige en tegelijk klassieke riffs van John Cobbett (Hammers of Misfortune), terwijl Saros kan pronken met een klassiek geschoolde gitariste en de drummer van Weakling.
Noors uit Noord Dakota
Uit het afgelegen North Dakota komt Hennes Siste Høst, dat in het Noors (!) gezongen black metal à la Taake knap combineert met Dinosaur Jr.-achtige grunge. Ook het Texaanse Cobalt (foto rechts) zoekt het in de alt.rock en laat op Gin (2009) op bijna plagiaristische wijze horen hoe Tool had geklonken als het een black metal band was geweest. Met referenties aan zowel field hollers als het hedonisme van Hunter S. Thompson en de oorlogsthematiek van Ernest Hemingway (zanger Phil McSorley is beroepsmilitair en Irakveteraan) is Cobalt een typisch voorbeeld van de momenteel in volle gang zijnde eclectische herinterpretatie van black metal als Amerikaanse muziek.
Eenmansact en voormalig bluegrassmuzikant wrnlrd uit Virginia maakt het wat dat betreft nog bonter met zijn dissonante avant-black, die naar eigen zeggen is geïnspireerd door de weird Old America-geest van de Anthology of American Folk Music, in het bijzonder de banjodrones van Dock Boggs. Op het zojuist verschenen Myrmidon speelt hij met cross dressing en de meidengroepproducties van Phil Spector. Andere interessante weirdo's zijn Bone Awl, dat black metal koppelt aan oi!-punk en het Canadese Wold, dat met blackened white noise de sneeuwstormen op de prairies van Saskatchewan verklankt.
NYBM
De meest baanbrekende USBM van het moment komt uit New York. Krallice is een veelgeprezen project van leden uit artmetalbands als Behold… the Arctopus en Orthrelm. Waar Krallice deels nog binnen de quasi-Noorse Weaklingtraditie staat, voert Liturgy de - zeker voor New Yorkse blackmetallers - al langer voor de hand liggende flirt met avant-garde en noise nog verder door. Het uit hipsterparadijs Brooklyn afkomstige kwartet koerst met zijn abstracte 'transcendental black metal' van riffloze tremolo picking en organisch golvende burstbeats zelfs nadrukkelijk richting de sheets of sound-esthetiek van free jazz.
De talloze verfrissende genre-experimenten binnen de USBM - bovenstaand overzicht is nog verre van compleet - worden inmiddels ook weerspiegeld in de niet-metalwereld. Naast Sunn O))) schurken bijvoorbeeld harsh noisebands als Wolf Eyes en Prurient qua geluidsbeeld geregeld dicht tegen black metal aan. Prurients Dominick Fernow houdt er zelfs een black metal hobbybandje op na (Ash Pool), en hij is niet de enige (Jay Reatards Winter Coffin, Kill Your Idols' Black Anvil). Indiekopstukken als Thurston Moore (Sonic Youth) en John Darnielle (Mountain Goats) zijn vurige pleitbezorgers van het ooit zo verfoeide genre, en ook het gezaghebbende indiewebzine Pitchfork heeft sinds een aantal jaren een metalcolumn waarin USBM de hoofdmoot vormt; 'hipstermetal' wordt een begrip. Dit jaar verscheen bovendien de meest openlijke liefdesverklaring aan black metal van 'buitenaf', Wind's Poem van de Noordwestelijke lofi eenmansband Mount Eerie.
Verlost van dogmatiek
De grote verdienste van USBM is dan ook dat het - samen met ondermeer de Franse avant-gardisten - gedurende het afgelopen decennium black metal voor een deel heeft verlost van de verstikkende Noorse dogmatiek en de overheersing van het imago en de bijbehorende randverschijnselen; de focus is verlegd naar muzikale geloofwaardigheid. Met behulp van aloude Amerikaanse beginselen als individualisme en vrijheid wordt een scala aan eigenzinnige alternatieven geboden voor black metal als louter het domein van anonieme corpse paint-hordes van ondode Noormannen. USBM heeft gezorgd voor nieuw elan in een enigszins vastgeroest genre en maakte het tot één van de meest enerverende stromingen in de ondergrondse muziekwereld van de jaren nul, en het einde van de mogelijkheden lijkt nog lang niet in zicht.
(Foto Wolves in the Throne Room: Johnny Delacy)
http://www.kindamuzik.net/dossier/usbm/amerikaanse-black-metal-van-laatkomers-tot-avant-gardisten/19497/
Meer USBM op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/usbm
Deel dit artikel: