Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"London calling to the faraway towns..." Het liedje van The Clash waar het festival zijn naam aan ontleent, is nog nooit zo toepasselijk geweest. De programmering van deze november-editie is bepaald een collect call vanuit Londen naar de rest van de wereld, met een kwart van de affiche voor niet-Britse bands. Maar liefst vier bands uit de VS, twee uit Australië, één uit Nieuw-Zeeland en een Frans duo.
Dat de Amerikanen (met name White Denim en A Place To bury Strangers) en het van oorsprong Parijse John & Jehn voor de hoogtepunten van het festival zorgen, is veelzeggend. Het New Yorkse Trouble Andrew is op zijn minst spraakmakend: de een vindt het geweldig, een ander hét dieptepunt van het weekend. De delegatie van Down Under blijft gemiddeld onder de maat, met alleen een voldoende voor The Presets, en weinig beklijvende optredens van Ladyhawke en Van She.
"London calling to the underworld / Come out of the cupboard, you boys and girls"
Goed, de laatste editie is nog niet zo'n kinderfeestje als in april met al die getekende snorretjes. Toch verzuchten achtereenvolgens een 25-jarige en een 18-jarig meisje dat ze zich echt oud voelen op London Calling. Maar laat het over de bands gaan. Veel jonge debutanten op het programma, die het in sommige gevallen meteen waarmaken (I Blame Coco, Cajun Dance Party, Twisted Wheel) en in andere gevallen wel potentie hebben, maar nog wel wat langer mogen rijpen om echt te overtuigen (Bombay Bicycle Club, FrYars, Esser).
Aan de andere kant presteren de veteranen wisselend. Voor Noah and The Whale is het niet heel moeilijk om het optreden op de vorige editie van Motel Mozaique te overtreffen, maar de benedenzaal van Paradiso blijft erg groot voor deze muziek. Bromhead's Jacket heeft weliswaar de crowdsurfers op de hand, maar speelt een onthutsend slordige set met een totaal niet spontaan in brand gestoken gitaar. Eigenlijk is Late of the Pier de enige band die de grote zaal echt platspeelt.
"London calling, now don't look to us / Phoney Beatlemania has bitten the dust"
The Courteneers,
White Lies, The Late Greats, The Hot Melts... totaal overbodige britpop 'volgens het boekje', waar je alleen maar je schouders over kan ophalen. En ook in de dansbare hoek is een hoop sjabloonwerk te bespeuren. Maths Class is na Late of the Pier toch echt een lightversie van hetzelfde en Findo Gask onderscheidt zich te weinig van Hot Chip.
Is het dan echt zo'n slecht lang weekend? Nee, er zijn best een paar sterke shows van bands die graag nog eens terug mogen komen. Magistrates, The Pan I Am, Cajun Dance Party, Twisted Wheel en Baddies bijvoorbeeld. Maar die hadden makkelijk allemaal op één avond gekund. En als het dan toch over vier dagen moet worden uitgesmeerd, waarom dan niet een paar bands minder zodat de laatste show tegen middernacht begint in plaats van 2.00 uur – als het al niet uitloopt?
"Cause London is drowning and I, I live by the river"
Voordat Franz Ferdinand doorbrak, was London Calling een undergroundfestival dat nauwelijks uitverkocht. Bij de laatste paar edities waren de kaartjes al weg voordat er überhaupt een band bekend was gemaakt. Dat feestje zal, met alle middelmaat van de laatste editie, niet eeuwig duren. De internationale uitstapjes - zelfs als er totaal geen Britse link is, zoals bij White Denim - zijn voor herhaling vatbaar. Als de nadruk echter op de Britse muziek blijft liggen, wordt het tijd voor een nieuw concept.
Foto: Late of the Pier op London Calling, door Niels Vinck
http://www.kindamuzik.net/column/london-calling-festival/london-calling-is-toe-aan-nieuwe-formule-kindamuzik-maakt-de-balans-op
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: