Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Gemstones, het binnenkort te verschijnen nieuwe album van Adam Green, is weer een heerlijk schizofreen popalbum. Leonard Cohen kijkt nog steeds mee over de schouder van de jonge Amerikaan maar Green heeft het zichzelf iets moeilijker gemaakt. De gewone popliedjes hebben plaatsgemaakt voor nummers met veel ritmische verrassingen. Na een half uur heb je het gevoel veel langer naar de plaat geluisterd te hebben. Maar sommige zaken zijn onveranderd, het is nog steeds zo dat elk nummer zit volgestopt met ontzettend doordachte en grappige one-liners. Haast beatpoëzie, zou je zeggen.
Wie is je favoriete schrijver?
“Ik weet het niet. Ik lees niet zoveel literatuur maar wel rommel zoals Stephen King of andere mystery. Ik lees overigens wel wat dichtwerk van Allen Ginsberg, William S. Burroughs, Truman Capote.”
Vooral Ginsberg had ik wel verwacht. Je teksten zijn zo prominent aanwezig door hun slimme humor.
“Het kost me veel tijd om liedjes te schrijven. Gewoonlijk zijn er enkele regels voor elke die erin komt. Ik schrijf de tekst en de muziek op hetzelfde tijdstip en heb daarvoor ook een dictafoon.”
Is dat dan een gek idee, jij en het schrijven van verhalen of een boek?
“Ik heb een boek dat uitkomt in januari. Het heeft niets met liedjes van doen, het is gewoon wat ik op mijn computer heb geschreven. Het wordt tweetalig: Engels en Duits. Het wordt uitgegeven door een Duitse uitgeverij.”
Je schreef het toch wel in het Engels?
“Ja, het wordt precies hetzelfde in het Engels als in het Duits. Het bestaat uit vier hoofdstukken en bevat ondermeer poëzie.”
Je bent ook heet in Duitsland, toch?
“Dat is wel de plek waar de meeste vraag is naar me.”
Heb je enig idee van de reden?
“Mijn vorige plaat kreeg er veel goede recensies. Ik heb Duitse voorouders.”
Wie?
“Mijn grootouders.”
Dus dat is rond de tweede wereldoorlog?
“Ja.”
Zijn ze gevlucht?
“Ja, gedurende de oorlog.”
Een joodse achtergrond waarschijnlijk?
“Uh uh.”
…
“Maar uhm, ‘Jessica’ was een top tien hit in Duitsland.”
Valt het succes in de VS te vergelijken met dat in Duitsland?
“Er is weliswaar meer vraag in Duitsland maar in de VS kennen ze me ook wel. Ik heb er flink getourd, in elke stad is er wel een kleine groep mensen die me kent. Maar eigelijk kom ik vaker naar Europa om te touren dan dat ik tour in de VS. Eigenlijk heb ik in de VS helemaal niet zoveel gedaan voor Friends of Mine. Ik was zo druk bezig in Europa en mijn boekingsagent had gewoon geen tijd vrij. Van de honderdtwintig shows die ik voor het vorige album deed waren er zeker honderd van in Europa.”
Je teksten verraden een slimmerik. Ik stel me zo voor, met jouw gebektheid, dat je een pain in the ass was voor je docenten op school.
“Niet toen ik klein was want ik ging niet naar school tot mijn dertiende. Ik kreeg thuis les van mijn moeder en broer. Een uur weg van het centrum van New York. Ik leerde van mijn broer de tuba en piano bespelen.”
Nee, ik bedoel normale lessen, zoals wiskunde, etc.
“Ja, precies, daar ging ik niet naartoe. Ik ging pas naar school op high school. Ik wist al een boel want mijn broer had me thuis al wiskunde en science geleerd. En hij leerde me muziek kennen. Toen ik dertien was wou ik naar een echte school en mijn ouders lieten me gaan. Ik denk omdat ze graag hadden gezien dat ik wetenschapper werd. Dat zijn zij wel allemaal. Mijn vader is een professor op Columbia en mijn broer is een astrofysicus. Dat moest ik dus ook maar toen ik naar school ging kwam ik onmiddellijk in de problemen. Ik wou mensen ontmoeten zoals op televisie. Dus mijn eerste vriend op school was een drugsdealer die speed verkocht. Hij was wel goed voor me want hij leende me een heleboel goede platen die me inspireerden. Hij was niet helemaal lekker meer. Ooit kwam hij naar school en had hij een boel haar afgebrand terwijl hij crack had gerookt, en hij wist het niet eens!
Hoe oud was je toen?
“Toen ik dertien, veertien was. Hij verliet school. Ik had rond die tijd een vriendin, die ik ontmoet had op summer camp, en ze was erg religieus. Ze stierf aan leukemie. Ik kreeg toen ik tiener werd een enorme opdonder en dat was moeilijk. Ik raakte ook nog eens bevriend met allerlei slechte kinderen. Ik was toen altijd heel treurig. Op dat moment begon ik ook liedjes te schrijven met Kimya. Ik ontmoette haar in een coffeeshop waar ik optrad. Ik speelde wat gouwe ouwe, folkliedjes van bijvoorbeeld Hank Williams. Ze vertelde dat ze in een platenzaak werkte en daar ging ik dan naartoe met mijn gitaar. We maakten er liedjes en dat werd The Moldy Peaches.”
Maar hoe kom je rond je veertiende op Hank Williams?
“Ik ging altijd naar twee heel goede platenzaken. In eentje werkte twee erg coole kerels die…ik was altijd erg geïnteresseerd in muziek. Ik kreeg mijn eerste gitaar op mijn twaalfde en muziek was toen het zelf verzinnen en niet de bladmuziek van Beethoven en Strauss, die ik moest spelen van mijn broer. Maar ik hield van popmuziek terwijl thuis niemand dat leuk vond. Dat drugsdealerjochie gaf een stapel platen van Bikini Kill, Black Flag, etcetera. Ik kwam in de winkels voor dat soort muziek maar begon het al heel snel saai te vinden. Ik zocht iets anders… Ik zocht naar betere melodieën, betere teksten, en ik vond dat in de muziek uit de jaren zestig en daarnaast lieten die kerels veel nieuws zien. Ik ging ook in die winkel werken. Door hen kreeg ik platen van The Incredible Stringband, Skip Spence, The Velvet Underground, The Doors, ik luisterde naar muziek uit de jaren dertig, Amerikaanse folkmuziek. Ik ben hun een boel schuldig. Ze zeiden me dat je je moest schamen als je alleen naar indierock luisterde. Ze gaven me een muzikale opleiding. Dat was op mijn veertiende. Daarnaast leerde ik hoe je dat op gitaar moest spelen.”
Het hele anti-folk-geluid paste in het tijdsbeeld, er braken met The Moldy Peaches meer van jullie vrienden door. Je eigen soloplaten passen helemaal niet in een plaatje. Hoe kom je erbij?
“Ik zocht naar iets en vond eindelijk een manier van zingen waarbij ik me goed voelde. Ik kon veel oefenen met The Moldy Peaches.”
Het is ook meer entertainment, je bent haast een Frank Sinatra die croonend op het podium staat…
“Ik vind dergelijke artiesten erg goed. Vorig jaar luisterde ik veel naar Jacques Brel, vooral het liedje ‘Brussels’. Ik voelde me prettig bij het geluid van Friends of Mine. Ik had een groot bereik, ik kon veel stijlen proberen, verschillende ritmes, verschillende melodieën, verschillende teksten. Het paste bij de fase waarin ik was aanbeland. Het gaat gewoon om wat bij je past, wat lekker aanvoelt.”
Dat is misschien wel zo maar je Gemstones is toch echt lastiger te verhapstukken. De ritmes zijn meer complex…
“Ja precies, er zijn meer stand-outs. Ritmisch is het veel complexer. Los van de individuele liedjes zijn er vaak daarbinnen twists and turns. Het einde van een liedje heeft soms niets te maken met het begin maar luister je het vanaf het begin, dan begrijp je hoe het muzikaal gezien tot het einde komt. Ik schreef veel tijdens de vorige tours.
Dit zijn wel lastige liedjes om even te spelen op je gitaar!
“Er kwam geen gitaar aan te pas, ik zing alles in de recorder.”
…en in de studio komen de muzikanten…
“Nee, nee, nee, ik doe heel lang over het schrijven van een liedje. Als ik het tijdens de tour af heb, oefenden we ze tijdens sound checks. Dan probeerde ik de akkoorden uit. Als ik dat uitgevist had namen we het op in de set. Toen ik aan het einde van de lange tour klaar was, had ik alles al een keer live gespeeld. En ik was klaar om de studio in te gaan.”
Maar ritmisch was alles zoals het nu is, het lijken me namelijk moeilijke nummers om even tijdens een tour te leren. Of heb je een goede band?
“Wanneer ik ze voorleg aan de band zijn de liedjes helemaal klaar. En dan leer ik het ze gewoon.”
Een kleine dictator?
“Het is onder mijn naam, het is geen band. Ik zorg er gewoon voor dat de instrumenten niet met elkaar in de clinch liggen, dat ze bij elkaar passen. Ik heb de band al een lange tijd. De muzikanten zijn van een erg hoog kaliber. Ik realiseerde me op een gegeven moment dat ik ritmisch veel meer van ze kon eisen, iets waar ik voorheen gewoon niet aan had gedacht. Het is zelfs nog relatief makkelijk voor hen om dit te doen, ik hoef het alleen maar uit te leggen.”
Zat het dan allang mee in je hoofd?
“Nou ja, het is dus begonnen met onder andere ‘Brussels’ van Jacques Brel, of het album Berlin van Lou Reed en dan vooral de drumritmes, en ook een van mijn laatste liedjes voor The Moldy Peaches ging al die kant op, ‘Rainbows’, dat heeft ook veel
ritmewisselingen. Ik merkte dat het lied ‘Gemstones’ het live erg goed deed, en toen kwam ik in de fase dat ik meer van dat schreef.
Het grappige is dat de nummers langer klinken dan ze duren, gemiddeld zo’n 2 minuten en nog wat. Maar er gebeurt zoveel…
“Ja, maar ik heb als regel dat ik geen album aflever dat korter is dan een half uur. Anders voelt het alsof ik de mensen besteel. Als je het hele album doorluistert is het best een grote reis, je moet veel verteren in een half uur. Ik vind het heel plezierig als je aan het einde van een plaat komt en niet verveeld bent. En dat je het dan nog een keer wil opzetten. Het is bijna triest dat veel albums te lang zijn waardoor je eigenlijk nooit aan dat laatste nummer toekomt.”
Je schreef het album over een periode van meer dan een jaar maar er staan niet echt referenties aan de politieke situatie in de VS, behalve ‘Choke on Cock’, waarin Bush een hoofdrol speelt.
“Ik ben het laatste jaar gewoon niet zo bezig geweest met politiek. Ik ben in zoverre politiek dat ik stem bij de verkiezingen maar ik houd me meer bezig met vrienden en familie, zorgen dat ik het ’s nachts warm heb en dat er eten is. Dat zijn mijn grootste zorgen. Ik ben er niet bang voor om politiek in mijn liedjes te stoppen maar die noodzaak voel ik nu niet. Ik ben tamelijk realistisch en een vreedzaam persoon. Realistisch in de zin van dat ik bezig was met de tour, vrienden en familie, ik had geen tijd om me daarmee bezig te houden.”
‘Choke on Cock’ is overigens een fascinerende titel…
“Het lied gaat over de media. Ik denk dat het menselijk brein niet genoeg geëvolueerd is om het concept van media te omvatten. Het gaat om het gevoel van een teveel aan informatie en het misselijke gevoel dat het geeft. Eigenlijk heb ik nog niet genoeg afstand van het liedje om te kunnen weten waar het over gaat. Soms duurt dat wel een jaar.”
Wat vindt jouw intelligente familie van het feit dat je popmuziek maakt en soms nogal confronterende teksten schrijft?
“Ze zijn er de laatste paar jaar erg van teruggekomen. Ik vraag mijn ouders om helemaal niets. Mijn vader laat zijn vrienden nu mijn video’s zien! Hij vertelde me onlangs dat hij wakker werd met het nummer ‘Friends of Mine’ in zijn hoofd. Dat zoiets gebeurt maakt het ook goede liedjes.”
Vind je jouw muziek ook intelligente muziek?
“Ik denk graag dat ik muziek op een kunstzinnige manier maak, ja. En dat mensen mijn muziek zien als goed geconstrueerd, genietbaar, en ik hoop dat de liedjes in de hoofden van mensen blijven hangen. Dat is uiteindelijk waar popmuziek toch om draait. Het is niet iets wat ik van mezelf kan zeggen, ik laat het liever door anderen zeggen.”
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=8462
Meer Adam Green op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/adam-green
Deel dit artikel: