Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
South By South West (SXSW) 2007 is een jaarlijks muziekfestijn van vier dagen in Austin, Texas. Rijen wachtenden voor grote clubs als Emo’s, Antone’s en Stubb’s, zwoegende fans met polsbandjes, op vrije doortocht hopende journalisten en zakenlui met badges om hun nek en overal in- en uitladende muzikanten op straat. KindaMuzik loopt er tussen en doet verslag.
SXSW is een bijzonder festival. Er is weliswaar een groot festivalterrein ten zuiden van de rivier ver buitendowntown Austin, maar het speciale van dit festival is dat de bezoekers van club naar club sjouwen. Elke zaal, variërend in capaciteit van nauwelijks honderd tot ruim duizend, ademt een eigen sfeer. Elk optreden is daardoor een unieke ervaring. Bands mogen drie kwartier spelen, anders komen niet alle 1300 acts evenredig aan bod.
Buitenbeentjes
Daniel Johnston, de manisch-depressieve dorpsgek van Austin, tapt een foute oorlogsgrap als zijn begeleidingsband The Nightmares nog aan het opbouwen is. Als hij daarna de Hitlergroet brengt, wordt de sfeer in het congresgebouw aanzienlijk minder zonnig dan buiten. Johnston speelt nieuwe nummers over satan en zijn moeder. De emotionele toegift ‘True Love Will Find You in the End’ tovert na een grimmig optreden nog iets van een regenboog tevoorschijn.
Prettiger gestoord is Lee ‘Scratch’ Perry [foto rechts]. De reggaegrootheid is in werkelijkheid een kleine gestalte met een kleurrijke paraplu op zijn hoofd. Alles aan Perry glinstert en straalt warmte uit. Als hij over het podium huppelt en klassiekers als ‘Inspector Gadget’ in de Lone Star Lounge van het congresgebouw zingt, gaat het dak er onmiddellijk af.
Met de vraag ‘wie is Scott Walker?’ begint Stephen Kijaks film Scott Walker: 30 century man. Die draait in bioscoop Alamo die ook meedoet aan SXSW. Tal van sprekende hoofden geven hun mening over het enigma. Het unieke van deze film is dat de schuwe Walker zelf volop aan het woord is en dat hij zich laat filmen in de studio. Zo zit je anderhalf uur op het puntje van je stoel in afwachting van alle antwoorden op het raadsel Walker, die er natuurlijk nooit echt komen.
Kerkmuziek
Marissa Nadler staat er verloren bij in drinkparadijs Bourbon Rocks. Het meisje met de akoestische gitaar en dromerige folksongs is niet op haar plaats tussen cocktailserveersters in korte broekjes en cowboys met imposant borsthaar. Nadlers serene ballades stammen uit een tijdperk waarin nog geen gekleurde vloeistof uit glazen buisjes werd gedronken.
Central Presbyterian Church is een betere locatie voor intieme momenten. Niet iedereen brengt er eenzelfde blijde boodschap als de Britse hippieveteraan Donovan. De vrijbuiter zingt doodleuk heidense volksliederen in het huis van God. Geen altaarjongen die zich eraan stoort, integendeel. Als een volle kerk al vanaf het tweede nummer meezingt en klapt, herleven de jaren zestig op gewijde grond in Austin.
De lokaal populaire Duncan Sheik heeft naar eigen zeggen een enorme behoefte om te prediken. Als zijn mis zo sluimert als zijn luchtige, David Grayachtige, saaie singer-songwriterpop, loopt de kerk snel leeg.
Dat het ook anders dan de brave liedjes van Sheik bewijzen Nina Nastasia en Jim White. Laatstgenoemde is drummer in Dirty Three en niet de gelijknamige alt.countrygoeroe. White toont zijn trommelkunsten volop. De combinatie van White’s ingewikkelde drumpatronen en Nastasia’s fragiele meisjesstem werkt wonderwel. Uniek, vermoedelijk nooit in Europa te zien.
Bloedlink wordt het met duivelsgebroed Jandek. Als zijn zwarte cowboyhoed op de grond valt en zijn kale bol even zichtbaar is, wankelt Jandeks stoere imago. Met de rug naar de volle kerk neemt hij wraak met duistere, loeiharde vibraties van zijn driekoppige band en de donkere echo van zijn jammerstem. Een handjevol kerkgangers doorstaat deze heiligschennis.
Stand van zaken in Denton
Speciale aandacht voor Denton, de muziekstad uit het noorden van Texas. In Momo’s is het Stellabier gratis en organiseert Chris Flemmons van de Baptist Generals, die ons influistert dat zijn derde plaat nu echt bijna af is, het feestje.
Hold Back the Curse heet de spetterende nieuwe plaat van Hogpig [foto links] die binnenkort in Europa verkrijgbaar is. Hogpig speelt harde rock met zware grooves die stuiteren en hobbelen als een slecht wegdek. Toch houdt het viertal alles strak bij elkaar. Troeven: de furieuze zang van Ian Johnson en de knaller ‘Fuck You Mike Love’.
Wonderkind Robert Gomez [foto rechts] creëert met zijn achtkoppige band een gevarieerd en tintelend geluid dat werkelijk om te zoenen is. Zijn nieuwe plaat Brand New Towns komt helemaal tot leven in deze setting. We wisten niet dat de muziek van de man ‘So Perfect’ is, om met één van zijn beste liedjes te spreken.
De geluidsman heeft voor Midlake een transparant geluid gecreëerd waar je eng van wordt. Elk klein foutje valt op. Gedurende de set die bijna geheel uit nummers van The Trials of Van Occupanther bestaat, stuk voor stuk met gejuich onthaald, groeit de groep naar een niveau dat doet denken aan de beste momenten van Daryll-Ann en Grandaddy. Zo goed dat het saai wordt.
En Nederland?
Alamo Race Track speelt zijn kunstacademiepop in de matig bezochte bovenzaal van de Soho Lounge, een chique club. Nummers als ‘BlackcatJohnBrown’ en ‘My Heart’ worden met verve gebracht, maar te vrezen is dat Texas geen goede voedingsbodem is voor dit type zeurliedjes.
C-mon & Kypski staan in Copa, een kleine club iets buiten de heksenketel van 6th Street. Een half uur heeft de act nodig om het geluid perfect te krijgen. Dat kun je je in een Nederlandse zaal misschien veroorloven, maar niet in Austin. Hier liggen binnen loopafstand dertig clubs waar je ook interessante bands kunt zien. Als C-mon & Kypski beginnen zijn er niet meer dan vijftien toeschouwers in het zaaltje. Dat neemt niet weg dat de band een goede show geeft. De beats klinken lekker en gitarist Daniel Rose is goed op dreef.
De Hollandse bluesman Joep Pelt tourt in zijn uppie door Amerika en doet ook Austin aan. Er zit een handjevol mensen voor hem in Copa’s. Dan is het moeilijk moordballades zingen. Toch slaat Pelt zich er goed doorheen en boeit hij de mensen met zijn verhalen en geweldige gitaartechniek. Al ware Clarksdale, Mississippi een betere plek voor Pelt geweest.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=15128
Meer SXSW Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/sxsw-festival
Deel dit artikel: