Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De Britse band Suede zet er na elf jaar een punt achter. Dat werd onlangs in onderling overleg beslist tijdens een meeting van de groep. Suede zal wel nog de geplande concerten in Spanje, Noorwegen en Groot-Brittannië afwerken, waarna de groepsleden zich vanaf volgend jaar zullen toespitsen op solo-projecten. Het (slechte) nieuws werd wereldkundig gemaakt door een officieel perscommuniqué van de groep zelf. Verder deelt Suede ook mee dat er enkel nog een nieuw album komt als ze er ‘artistiek’ helemaal klaar voor zijn en dankt de groep haar fans voor de geweldige steun doorheen de jaren. ”See you in the next life”, luidt het tot slot.
Dat één van de meest invloedrijke en belangrijke Britse bands van de jaren negentig ermee ophoudt te bestaan, is gezien de turbulente geschiedenis van de groep – het gonsde wel vaker geruchten omtrent een nakende split – niet echt wereldschokkend nieuws. En toch! Met het precies één jaar geleden verschenen A New Morning (de naam zegt het al) had de groep niet alleen een nieuwe start genomen, ze klonken vitaler en frisser dan ooit tevoren, een stelling die in het kwadraat gold voor frontman Brett Anderson, die zijn jarenlange drugsverslaving definitief de rug toegekeerd had en de toekomst uiterst hoopvol tegemoet zag. Vrij recentelijk verklaarde hij op Pukkelpop dat de band reeds volop in de weer was met nieuwe songs en dat de pas verschenen Singles-collectie allesbehalve het einde van de band zou inluiden. Er lijkt echter weinig twijfel over te bestaan dat het Anderson zelf was die aanstuurde op een breuk. De ware achtergrond blijft beslist binnenskamers, al liet de zanger/songschrijver precies één jaar terug in een interview (met Oor-journalist Raymond Rotteveel) het volgende optekenen: “De reden dat een band ooit uit elkaar gaat, is meestal omdat ze het gevoel hebben dat ze hun tijd wel gehad hebben.” Profetische woorden, zo blijkt nu, al had Brett allicht nooit vermoed dat de naakte waarheid hem zo kortbij stond en dus komt het abrupt einde van de rijkgevulde Suede history alsnog als een verrassing binnengewaaid.
Het valt inderdaad niet te ontkennen dat het succes van Suede de afgelopen jaren stagneerde, of scherper gesteld, bergafwaarts ging. Na de overweldigende verkoopscijfers van het veelal bewierookte Coming Up (1996), wijzigde de groep in 1999 autoritair van koers met het veelal op samples en grooves steunende Head Music. Ondanks massale airplay en het navenante radiosucces van een rits singles (‘Can’t Get Enough’, ‘Everything Will Flow’ en vooral ‘She’s in Fashion’), bleef de groep op commercieel vlak in de kou staan. Fans van het eerste uur raakten het spoor van hun favorieten stilaan bijster en de tieners van toen kregen vanuit alle windrichtingen de meest verschrikkelijke Amerikaanse tienerbandjes in de maag gesplitst. Ondanks de back to basics benadering op A New Morning, leken de gouden (lees: lucratieve) jaren steeds verder weg te wandelen. Zelfs de lang onaantastbaar gewaande live-reputatie van Suede moest eraan geloven, zo illustreerden ons althans de laatste twee edities van Pukkelpop. De kids van tegenwoordig liggen nu eenmaal niet wakker van Suede. Dat hoeven Brett Anderson, Matt Osman, Richard Oakes, Alex Lee en Simon Gilbert voortaan ook niet meer te doen, op zaterdag 13 december a.s. mogen ze voor eigen volk (Astoria, Londen) het licht uitdoen. A new generation is calling!
INTRODUCING THE BAND: SUEDE (1992 – 2003)
De discografie van Suede beslaat zeven albums, inclusief de excellente dubbel-cd Sci-Fi Lullabies uit 1997 (volgestouwd met b-kantjes en rarities) en het ‘Singles’-album. Maar belangrijker nog liet de Londense band onuitwisbare sporen na in de historiek van de Britse popmuziek. Een terugblik op een woelige carrière van een veelbesproken band.
De bal ging aan het rollen in 1993, toen de EP The Drowners de Britten door het dolle heen jaagde. Suede haalde meteen de covers van enkele toonaangevende Britse magazines, niet in het minst in de hand gewerkt door de androgyne verschijning van zanger Brett Anderson (samen met meesterbrein Bernard Butler de creatieve as van de groep), die openlijk koketteerde met iconen als David Bowie, Marc Bolan en Morrissey en in z’n vaak provocatieve teksten obsceen knipoogde naar het decadente tijdperk van de glamrock. Toen het verval van Manchester niet langer te stoppen viel en de dagen van bands als Happy Mondays, Inspiral Carpets en Stone Roses geteld waren, viel de machtoverdracht in handen van groepen als Oasis, Blur, Pulp … én Suede, die hun neus net aan het venster staken. De term ‘Britpop’ werd boven de doopvont gehouden en terwijl de broertjes Gallagher enerzijds en Damon Albarn anderzijds, een media-oorlog op leven en dood uitvochten, barstte er met de release van het titelloze Suede-debuut (1993) in alle hevigheid een heuse Suedemania los. Supersingles als ‘Metal Mickey’, ‘Animal Nitrate’ en ‘So Young’ werden vervolgens in ijl tempo naar de top van de Charts gepiloteerd.
‘We're so young and so gone, let's chase the dragon from our home!’
(‘So Young’, Suede, 1993)
De hectische storm luwde echter snel toen bleek dat het hommeles was in Suedeland. De spanningen tussen Anderson en Butler stegen ten top en tijdens de opnames (die uiteindelijk werden afgerond door Anderson, bassist Osman en drummer Gilbert) van Dog Man Star (1994) besloot de gitarist om op te stappen. De amper zeventienjarige Richard Oakes werd inderhaast aangeworven, maar de ontgoocheling omtrent de breuk met Butler liep diepe sporen na binnen de groep en zou ook de daaropvolgende jaren een heikel thema blijven in interviews. Het bombastische en in pathos verzwolgen Dog Man Star werd vervolgens met de grond gelijkt gemaakt door de nietsontziende Britse pers. Merkwaardig, aangezien de plaat ijzersterke songs (‘New Generation’, ‘The Asphalt World’ en de verbluffende ballade ‘The Wild Ones’) opleverde en de melodramatische, vaak symbolische teksten van Anderson – die stijf stonden van de verwijzingen naar ’s mans drugsverslaving en literair geflirt met The Hollwood life – kunnen beschouwd worden als z’n meest integere ooit. Toen op de koop toe ook nog de Amerikaanse tournee flopte, verzandde de band in een diepe crisis.
‘My Marilyn come to my slum for an hour/I’m aching to see my heroine
I’m aching been dying for hours and hours’
(‘Heroine’, Dog Man Star, 1994)
‘And like all the boys in all the cities
I take the poison, take the pity
But she and I, we soon discovered/
we’d take the pills to find each other’
(‘New Generation’, Dog Man Star, 1994)
In tussentijd was toetsenist Neil Codling de groep komen vervoegen en in 1996 sloeg Suede keihard terug met het sublieme Coming Up, het meest coherente materiaal dat de groep in de jaren negentig genereerde. De Britten (Beautiful Ones, Trash, Saturday Night, Filmstar) regen de hits aan elkaar en het album zou uitgroeien tot hun grootste commerciële succes. Suede trok op wereldtournee en na afloop laste het kwintet een sabbatperiode van achttien maanden in..
‘Drag acts, drug acts, suicides, in your dad’s suits you hide/staining his name again
Cracked up, stacked up, 22, psycho for sex and glue/lost it to Bostik
Shaved heads, rave heads, on the pill, got too much time to kill/get into bands and gangs’
(‘Beaufiful Ones’, Coming Up, 1996)
1999 werd aanvankelijk opnieuw een succesjaar met de release van het elektronisch overstuurde Head Music. Suede werd ‘top of the bill’ geprogrammeerd op een hele reeks vooraanstaande zomerfestivals, maar zag z’n promotiekansen plots gefnuikt door de gezondheidsperikelen van Neil Codling (we herinneren ons levendig het concert op Pukkelpop toen de man totaal ongeïnteresseerd het publiek de rug toekeerde). De interne strubbelingen werden er niet minder om, een jaar later kende de groep nog even een opflakkering, maar naar aanloop van de opnames van het nieuwe album besloot Codling (kampend met het chronisch vermoeidheidssyndroom) de groep alsnog te verlaten. Hij werd vervangen door Alex Lee (ex-Strangelove).
‘The sunshine will blow my mind/and the wind blows my brain’
(‘She’s in Fashion’, Head Music, 1999)
Het zal u allicht niet verwonderen, maar toen de groep met Tony Hoffer in de studio zat naar aanleiding van A New Morning, bleek het opnameproces een maat voor niets en werden de songs in de prullenmand gekieperd. Suede liet zich echter niet kelderen door deze zoveelste tegenslag. Met Stephen Street als producer liep het wél van een leien dakje en het resultaat lag in het najaar van 2002 in de winkels. De aansluitende Europese tournee hield halt in een kolkende AB en het concert bekleedde een oververdiende ereplaats in mijn eindejaarslijstje. Live droegen we Suede immers torenhoog in het vaandel. Ook op T/W ’97 en twee jaar later in de Hallen van Schaarbeek werden we bedwelmd door het ongebreidelde charisma van Brett Anderson, geruggensteund door een uitstekende band die de ene hit na de andere afvuurde.
‘And the morning is for you/and the air is free
And the birds sing for you/and your positivity’
(‘Positivity’, A New Morning, 2003)
Gedurende hun loopbaan zag ik Suede zes keer aan het werk. Even vaak stond ik me af te vragen vanwaar de nu 36-jarige Anderson in godsnaam die energie en tomeloze kracht haalde. De inmiddels standaard geworden heen-en-weer beweging op de monitor, het vervaarlijk met de microfoon zwieren, het ritmisch handgeklap: de hondstrouwe rituelen van de man staan me voor eeuwig op het netvlies gebrand.
Eind september van dit jaar werden de Suede-fans nog extra in de watten gelegd toen de band vijf uitverkochte concerten gaf in het Londense ICA, waarbij ze hun fans elke avond vergasten op een integrale albumversie. Achteraf gezien beslist een gedroomde manier om afscheid te nemen. Met Suede verliest de UK dan ook één van de protagonisten en laatste survivors van de ooit zo ravissante Britpop-scène. Als je echter ziet hoe Damon Albarn, ondanks een geslaagde comeback dit jaar, zich vooral lijkt te focussen op Gorillaz, Oasis steeds meer vervaagt in een schim van zichzelf en Pulp al helemaal op sterven na dood is, kunnen we besluiten dat het misschien nog niet eens zo’n gek idee van Brett Anderson was om het rationele boven het emotionele te verheven en de eer aan zichzelf te houden.
Net voor het 'ter perse' gaan, lezen we een bericht van Brett Anderson op de officiële website (www.suede.net) van de groep. Anderson weerlegt de geruchten als zou de band gestopt zijn – zoals we reeds suggereerden – wegens de tegenvallende verkoopscijfers. Volgens de frontman bevindt hij zich, artistiek gezien, echter op een dwaalspoor en heeft hij momenteel andere uitlaatkleppen nodig, opdat hij vroeg of laat opnieuw zou kunnen terugvallen op zijn ‘demonen’, die hij van essentieel belang acht voor het songschrijven. Anderson zegt verder dat de bandleden in de beste verstandhouding uit elkaar zullen gaan en sluit tevens niet uit dat hij in de toekomst nog met hen zal samenwerken.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/suede/in-memoriam-suede/4556/
Meer Suede op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/suede
Deel dit artikel: