Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
”We wanted to sign to the biggest record label in the world, put out a debut album that would sell twenty million and then break up. Get massive and then throw it all away”, zo verklaarde zanger James Dean Bradfield medio ‘92 aan The Times. De bewuste plaat, Generation Terrorists, was meteen het startsein voor een woelige carrière die niet altijd over rozen ging en evenmin gespeend was van enige controverse en dramatiek. Dat Bradfield’s markante uitspraak kant noch wal raakte, mag meer dan tien jaar later wel duidelijk zijn. Een bewogen tijdperk dat de Manics vorig jaar subliem wisten te bundelen op Forever Delayed: The Greatest Hits. Met Lipstick Traces: A Secret History of Manic Street Preachers ligt er nog maar eens een verzamel-cd van hen in de winkels.
Of de Manics met dit omvangrijk dubbelalbum nieuwe fans zullen aanspreken, valt ten zeerste te betwijfelen, maar devote aanhangers van de band lopen deze maanden ongetwijfeld op wolkjes. Lipstick Traces is immers opgetrokken uit obscure b-kantjes, covers en andere rariteiten. Souvenirjagers wrijven zich dan weer in de handen omdat er twee nooit eerder uitgebrachte nummers op de dubbel-cd prijken, ‘Judge Yr’Self’ en ‘4-Ever Delayed’. Het gros van de songs dateert echter uit de roemruchte beginperiode van de band.
James Dean Bradfield, Nicky Wire, Sean Moore en Richey Edwards, vier rebelse working class teenagers uit het onooglijke Welshe dorpje Blackwood introduceerden zichzelf destijds – met veel zin voor theater – bij de Britse media. Het wild om zich heen schoppende kwartet zou hen vaak lik op stuk geven. Toen de befaamde Britse BBC-radiojournalist Steve Lamacq logischerwijze de integriteit van de Manic Street Preachers in vraag stelde, voegde Richey Edwards de daad bij het woord en kerfde hij zonder verpinken ‘4 Real’ in z’n voorarm. Het incident haalde prompt de voorpagina’s, maar zou de groep geen windeieren leggen. Nauwelijks een week later hadden de Manics immers een lucratieve major deal op zak. Na enkele succesvolle EP’s, waarin de groep nog overduidelijk met beide voeten in het post-punk tijdperk stond en heimelijk flirtte met The Clash en de vroege Guns N’ Roses, schopten de Welshmen het verenigd muziekjournaille in 1992 een geweten met het provocerende Generation Terrorists. Het ontbrak het dubbelalbum niet aan enkele spitante politieke kanttekeningen, waarbij vooral het manifesto van Valerie Solanas op de nodige bijval kon rekenen binnen de groep. ‘Motorcycle Emptiness’ werd een gigantische radiohit en beukte, aangewakkerd door de saillante esbattementen van Richey Edwards, de poort naar de States met veel machtsvertoon open. Het debuut bevatte tevens het razend knappe ‘Little Baby Nothing’, een opmerkelijk duet met de gevierde Amerikaanse pornoster Traci Lords.
Ondanks de aanhoudende kritische plensbuien stormden de Manic Street Preachers onverminderd verder door naar de top van de Britse muziekscene. Gold Against the Soul uit 1993 trapte alvast iets minder heftig tegen de schenen dan z’n voorganger en ook qua sound waren de meest ruwe kantjes weggevlakt. Het nastreven van commercieel succes was echter nog steeds uit den boze en dat zou nog geruime tijd zo blijven. De opnames van The Holy Bible, het derde Manics-album, werden flink in de war gestuurd door de steeds labieler wordende Richey Edwards. Een ontwenningskliniek moest soelaas bieden, maar wie er de gitzwarte, recalcitrante teksten (thema’s als anorexia en zelfverminking zijn veeleer regel dan uitzondering) van de plaat op naslaat, weet dat het grondig scheef zat in ‘s mans bovenkamer. Heikele thema’s als holocaust, fascisme, verminking en de Amerikaanse wapenwet werden aangesneden, terwijl ook de Britse klassenstrijd niet onbesproken bleef. Intussen had ook de Britse roddelpers in de smiezen dat het met Richey van kwaad naar erger ging. De Manics haalden wekelijks het nieuws, al had dat op dat ogenblik nog weinig van doen met de muzikale verrichtingen van de band.
1 februari 1995. Net op het ogenblik dat het vliegtuig richting States paraat staat, loopt het onheilspellende bericht binnen dat Richey met de noorderzon verdwenen is. Tot op de dag van vandaag werd niks meer van de man vernomen (enkel z’n auto en boorddocumenten werden teruggevonden), alle theorieën en hypotheses ten spijt. Hoewel er nooit één noot van de man op plaat te horen was, gold Edwards jarenlang als hét creatieve brein van de groep. Ondanks de mysterieuze en onopgehelderde verdwijning van Richey Edwards besloten zanger/gitarist James Dean Bradfield, bassist Nicky Wire en drummer Sean Moore echter – onder meer op aanraden van Edwards’ naaste familieleden – om door te gaan als trio. Eind ‘95 trok het drietal zich terug in een kasteel in het Franse Normandië, waar de basis gelegd werd voor het vrij melancholieke Everything Must Go. Nicky Wire ontpopte zich voortaan als songschrijver en merkwaardig genoeg werd het album bliksemsnel naar de hoogste regionen van de Europese charts gepiloteerd met singles als ‘A Design For Life’, ‘Kevin Carter’ en ‘Australia’. De groep sleepte vervolgens de ene prestigieuze nominatie na de andere in de wacht.
In 1998 leek de carrière van de Manic Street Preachers helemaal gelanceerd met de monsterverkoop van This Is My Truth, Tell Me Yours, met daaruit de megahit ‘If You Tolerate This Your Children Will Be Next’. De Manics hadden zowaar de popmuziek ontdekt en distilleerden daaruit een glasheldere sound middels het hanteren van tot dan toe ongebruikelijke instrumenten als sitar, melodica, Wurlitzer-orgel en zelfs een vleugje strijkers. De Spaanse burgeroorlog en het tragische voetbaldrama van Hillsborough – de Manics staan bekend als gepassioneerde voetbalfreaks – gaven de fans stof tot nadenken. Tussen twee platen door hees de groep zich nog maar eens aan de top van de charts - met de single ‘The Masses Against the Classes’ gaven ze een hele meute zielloze boybands het nakijken. Als klap op de vuurpijl tekenden de Manic Street Preachers present op een groots opgezet Millenium-gala in de Welshe hoofdstad Cardiff.
Ter promotie van hun tot dusver laatste studioplaat Know Your Enemy trokken de Manics begin 2001 naar Cuba – het walhalla van het communisme – waar ze een legendarisch concert gaven. Het Britse trio werd er hartelijk ontvangen door Fidel Castro, nadat de Manics een nummer aan de zevenjarige Elian Gonzalez, het jongentje dat het symbool werd van de eeuwige machtsstrijd tussen Cuba en de Verenigde Staten, gewijd hadden. Het drietal staat sinds het prille begin immers bekend als een band met extreem anti-kapitalistische idealen. Frappant is wel dat de band door de jaren heen symbool werd voor alles wat hen vroeger tegenstond, want ook zij ontsnapten niet aan het helse mediacursus, en over hun bankrekening hoeven ze zich – sinds het succes van Everything Must Go – al helemaal geen zorgen te maken. Of hoe een groep er, anders gezegd, kan in slagen om de grootste vijand van zichzelf te worden.
Terug naar de essentie: muziek! Als zoethouder voor de volgend jaar te verschijnen nieuwe plaat, susten de Manics in 2002 dus reeds hun fans met Forever Delayed, dat in beperkte oplage verkrijgbaar was met een bonus-cd waarop onder meer Chemical Brothers, Cornelius, David Holmes, Stereolab en Mogwai hun songs door de mixmolen haalden. Ook Lipstick Traces bedient de fans op hun wenken, al wordt het toch stilaan tijd voor nieuw materiaal. De Manics mogen een jaar geleden dan wel de sublieme single ‘There By the Grace of God’ in de ether gegooid hebben, de schabouwelijke vertoning die de groep in november in Brussel ten beste gaf, stemt tot nadenken. Uitgeblust is het minste wat we kunnen zeggen als we terugkijken naar de vorm die de band er die bewuste avond op nahield. Het trio straalde geen spatje bezieling uit en het respect ten opzichte van de fans was ronduit nihil. Zeker toen Nicky Wire op hoogst cynische wijze (“This might be the last time you see us in fucking Brussels, so why don't you just enjoy it!?”) de aanwezigen bestookte, werd het prompt ijskoud in de dan al behoorlijk leeggelopen zaal. De Manic Street Preachers zijn het Belgische publiek dus nog een stevige revanche verschuldigd, al lijkt het ons volstekt ondenkbaar dat het trio daar wakker van ligt.
Manic Street Preachers … love them or hate them … een middenweg bestaat er niet! De band wijdde de afgelopen jaren ettelijke songs aan het nauwelijks verwaarloosbare, maatschappelijke verval van deze tijd. We kunnen nu enkel maar hopen dat ze muzikaal niet in hetzelfde straatje verzeilen. A Secret History … door alle barricades heen hebben de Manics zich een weg gebaand naar de 21e eeuw! Het verleden hebben ze achter zich gelaten, laat ons hopen dat ook de toekomst nog iets in petto heeft voor hen … en hun fans!
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/manic-street-preachers/manic-street-preachers-a-secret-history-door-alle-barricades-heen/3709/
Meer Manic Street Preachers op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/manic-street-preachers
Deel dit artikel: