Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Begin jaren tachtig worden mensen in de straten van Austin, Texas aangesproken door een ietwat vreemde, dikkige jongen. Hij deelt cassettebandjes uit, met muziek die hij zelf heeft gemaakt. Het klinkt nogal goedkoop; de jongen speelt op valse piano's, speelgoedgitaartjes of andere zaken die hij in het huis van zijn ouders heeft gevonden. De muziek is opgenomen op een cassetterecordertje en naast hoogst amateuristisch klinken zijn liedjes ook kinderlijk naïef. Dat kan Daniel Johnston (foto hieronder) niks schelen. Het is zijn eerste stap op weg naar wereldfaam. Dat weet hij zeker.
Keep it cheap
Hij krijgt gelijk. De manisch-depressieve Johnston groeit uit tot een muzikale cultheld. Kurt Cobain is fan, net als Sonic Youth, Sparklehorse en talloze andere artiesten. Die waardering is terecht, je zou Johnston tekortdoen door zijn populariteit af te schuiven op het feit dat hij een geestesziek mannetje met een gitaar is. Achter de ruis van de cassettebandjes en zijn moeizame spel zitten uitgekiende popliedjes verstopt. Minstens even belangrijk is dat Johnston voor veel muzikanten fungeert als eyeopener. Hij laat zien dat je helemaal geen dure instrumenten of een chique studio nodig hebt om mooie muziek te maken.
Eigenlijk is dat geen nieuw idee. Als in de jaren zestig bands als The Beatles, The Rolling Stones en The Kinks de popmuziek zo'n beetje uitvinden, inspireren ze talloze jongeren om ook muziek te gaan maken. Natuurlijk hebben zij geen geld voor mooie instrumenten en opnamestudio's. Singletjes worden thuis opgenomen, met doodeenvoudige middelen. Garagerock is wat dat betreft een term die je letterlijk kunt nemen. Popmuziek wordt daarmee voor iedereen toegankelijk. De uit geldnood geboren constatering dat je met goedkope apparatuur ook mooie muziek kunt maken is één van de belangrijkste punten waarop de lofi is gebaseerd.
Keep it simple
Natuurlijk is geldgebrek een praktische verklaring, maar er is meer. De keuze voor goedkope apparatuur wordt eind jaren tachtig en begin jaren negentig steeds bewuster gemaakt. Popmuziek is dan al uitgegroeid tot een massaal fenomeen. Met singletjes opnemen in een garage red je het niet meer: als je het wil maken kun je niet meer zonder videoclip en hoogstaande muzikale producties. Dat roept wrevel op, want daarmee wordt popmuziek steeds onbereikbaarder. Al zijn je liedjes nog zo goed, zonder steun van - en aanpassing aan - de muziekindustrie kun je een carrière wel vergeten.
Net als bij de punk een dikke tien jaar eerder, ontstaat er begin jaren negentig een tegenreactie. Er duiken bandjes op die zich afzetten tegen de vercommercialiseerde muziek en er een do it yourself-mentaliteit op nahouden. Ze willen niks weten van grote platenmaatschappijen en een op maat gesneden geluid. Welbewust nemen ze hun muziek op met goedkope viersporenrecorders of ghettoblasters. Daarmee willen ze hun muziek terugbrengen naar de basis.
Vooral in Amerika ontstaat er iets van een stroming. Gitaarbands als Guided by Voices, Pavement en Sebadoh (de band rondom de dan net uit Dinosaur Jr. gezette Lou Barlow, foto links) trekken hun eigen plan. Met gruizige en onvoorspelbare rock zetten ze zich af tegen de massaliteit van de popmuziek en de daarmee samenhangende commercie. Vooral Pavement blinkt uit in pesterigheid. Met het nummer 'Range Life' wordt de tegelijkertijd opgekomen grungebeweging op de hak genomen. Want waar die stroming razendsnel wordt omarmd door het grote publiek, blijven de lofibandjes fanatiek trouw aan hun kleinschaligheid.
Keep it pure
Lofi, zo is de gedachte, staat namelijk voor muzikale vrijheid en intimiteit. De authenticiteit van een thuisopname weegt voor veel artiesten een stuk zwaarder dan een mooi geluid. Waarom zou je een liedje eindeloos herkauwen in een studio als je het ook meteen kunt opnemen? Tegen de tijd dat je zover bent is het gevoel waarmee het nummer is ontstaan al lang verdwenen. Andere artiesten zien het geruis van een goedkope ghettoblaster helemaal niet als storend, maar juist als toegevoegde waarde. Het is een instrument op zich.
Juist doordat de muziek goedkoop en onaf klinkt, komt de nadruk op intimiteit, speelsheid en spontaniteit te liggen. In het amateurisme zoeken artiesten de oprechtheid die ze elders missen en in de rommeligheid van een thuisopname speuren ze naar ongekunstelde schoonheid. Daar komt natuurlijk bij dat als je liedje in eerste instantie al goed is, je het ook niet verder hoeft aan te kleden met productietechnieken.
Bij lofi is what you hear is what you get het uitgangspunt. Het draait, met andere woorden, om de eerlijkheid van de muziek en de muzikant. Grappig genoeg is de term - een afkorting van low fidelity - letterlijk te vertalen als 'niet te vertrouwen'. De pestkoppen van Pavement hadden geen betere term kunnen verzinnen.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/lofi/what-you-hear-is-what-you-get-lofi-voor-beginners/21403/
Meer Lofi op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/lofi
Deel dit artikel: