Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Kerstavond 2009. Door de beslagen ruiten van de oudste platenzaak van de stad valt nog net een zwak lichtje naar buiten. Aan de gevel van het charmant bouwvallige grachtenpandje hangt een afgebladderd bord met daarop in uitgezaagde letters 'Tummy'. Dankzij een dyslectische timmerman heet de winkel dus al meer dan veertig jaar naar het buikje van de oprichter, in plaats van naar van het meesterwerk van The Who. Binnen verheffen vier mannenstemmen zich boven de muziek: een mix van sixties, moderne indiepop en rammelende kerstblues. The Pogues' 'Fairytale of New York' wordt hardop meegelald. Volgens een inmiddels jarenlange traditie komen deze vier vrienden op kerstavond bij elkaar in de winkel om op hun eigen wijze kerst te vieren. Voor Sjors, Bart, Danny en Walter is Tummy een huiskamer, kroeg en toevluchtsoord.
Sjors, de zelfbenoemde levenskunstenaar, heeft vanavond voor de overwegend vette hapjes gezorgd. Hij leek nooit in de wieg gelegd om te werken, maar helpt Walter zo nu en dan op zijn manier in de winkel en filosofeert verder de eindjes aan elkaar. De versiering komt van Bart, de gitaarvirtuoos van het stel. Hij geeft gitaarles en valt soms in als sessiemuzikant. Ooit heeft hij een platendeal gehad, maar hij zit nu nog met vijftienhonderd onverkochte cd's in zijn maag. Danny zou vanavond voor de drank zorgen, maar is dat traditiegetrouw vergeten. De promotor, roadie, platenbaas en klusjesman heeft wel wat anders aan zijn hoofd. De muziek wordt verzorgd door Walter, de meest stabiele factor en eigenaar van Tummy.
De stemming wil er niet echt in komen vanavond. Aan de uiterst toepasselijke kerstcadeaus zal het in ieder geval niet liggen. "Het is niet waar!", roept Sjors verheugd uit, terwijl hij zijn presentje met beide handen vastklemt. "Alle Dertien Kerst! De dubbel-lp, eerste persing! Hoe krijg je em toch elk jaar weer gevonden, Bart. Ik kan nu mijn tweede muur ermee behangen." Danny heeft meer geluk. "Wauw, Shaffy's 'Laat Me' uit '87, daar is niet makkelijk aan te komen. Thanks, Walter." De mannen zijn even stil. Over muziek zijn ze het zelden eens, maar Ramses Shaffy hebben ze allemaal hoog zitten. "Hé Sjors, geef jij nog wat weg dit jaar?", verbreekt Bart de stilte. Sjors kijkt hem een paar seconden aan. "Ik eh, ik heb een heel groot cadeau voor jullie dit jaar", zegt hij zacht maar vastberaden. "En daar wil ik graag nog even mee wachten." "Nou, het zal wel weer iets opblaasbaars zijn, ghehe. Of niet, Walter? Walter!" Bart schudt hem uit zijn dagdroom.
Walter, de tobberd. Zijn liefde voor muziek was altijd al groter dan zijn honger naar omzet. Hoeveel geld er in de kas zat wist hij nooit, maar zijn voorraad zat als een kaartenbak in zijn hoofd. Zo rock-'n-roll als zijn vrienden waren, zo veilig en voorzichtig leefde Walter. Het heeft zijn drie maten dan ook vele lange avonden gekost om hem te overtuigen de zaak over te nemen van Rooie Rob, de toenmalige eigenaar. In 1991 had Walter dan eindelijk de wankele stap durven zetten, nadat hij al jarenlang voor een hongerloontje op de winkel had mogen passen. De zaken gingen goed, die eerste jaren. Een zaterdaghulp werd aangenomen, de winkel vernieuwd, vinyl werd ingewisseld voor cd's. De bakken met tweedehands lp's verhuisden naar de kelder, waar de platen als goede wijn rijpten, om op een goede dag weer door de juiste klant geadopteerd te worden. Volgens Walter was het succes van de winkel gebaseerd op de drie k's: kwaliteit, kwantiteit en kut-cd's. De fijnproevers kwamen voor de eerste twee en aan kut-cd's verdiende hij het meeste geld.
Zijn vrienden stonden hem bij in de winkel, vooral in de drukke weken van het jaar konden ze altijd op hem rekenen. Net zoals Sjors, Danny en Bart op Walter konden rekenen als ze weer eens blut waren of door een vrouw het huis uitgezet. Door de jaren heen kwamen de vrienden dan ook één voor één bij Walter boven de winkel wonen. Tummy werd een studentenhuis, maar dan zonder studenten. En nu, kerstavond 2010, vlak voor de wisseling van een nieuw decennium, staat Tummy er niet te best voor. De laatste jaren is het Walter niet meer gelukt uit de rode cijfers te blijven. De kenners blijven nog wel komen, maar de kut-cd's raakt hij aan de straatstenen niet meer kwijt. Tummy verkopen is geen optie meer, zijn salaris nog verder verlagen ook niet. Alleen het pand kan hij nog verpatsen, maar daarmee zet hij ook zijn vrienden op straat. En die zullen niet staan te springen als hij op het aanbod van Muju ingaat, om als boeker aan de slag te gaan.
Het loopt tegen twaalven als Sjors voor de laatste ronde bitterballen naar het tl-verlichte keukentje stommelt. Walter, Bart en Danny hangen aan de als bar dienstdoende toonbank, terwijl ze hoofdschuddend luisteren naar Dylans 'Little Drummer Boy'. Wanneer Danny zijn mond opendoet om His Bobness eens goed de waarheid te zeggen, komt er een enorme steekvlam uit de keuken. "De vetpan, brand! Pakken wat je pakken kan!", roept Sjors, terwijl hij de keuken uit rent, de winkel in. Het vuur klimt snel langs de wanden tegen het houten plafond. De twee kerstbomen staan in een paar tellen in de fik en de kleine winkel staat in no time vol rook. Tien dozen lp's en een pak kerstkransjes is alles wat de mannen mee naar buiten krijgen voor het hele pand in lichterlaaie staat.
Brandweer, politie, omstanders en een tv-ploegje arriveren in willekeurige volgorde. Vastgeklonken aan het smeedijzeren hek langs de gracht ziet Walter zijn pand uitbranden, terwijl dat eeuwige 'Last Christmas' als een mantra door zijn hoofd spookt. Na een half uurtje zijn de vlammen verdwenen en is Tummy niet veel meer dan een smeulend geraamte. Een politieagente komt gehurkt naast Walter zitten. "Ik zou maar een hotel gaan zoeken, mannen. Hier is niks meer te redden."
"Hé Sjors, misschien is het niet het juiste moment, maar nu we hier toch zitten: wat was nou dat grote cadeau van je?", vraagt Danny voorzichtig. Sjors bijt op zijn lip. "Jullie hebben het nog niet door hè?" Voorzichtig haalt hij een slordig ingepakte lp uit zijn rugzak. "Alsjeblieft, Walter, deze is voor jou." Een zwaar beschadigde plaat van Neil Young komt tevoorschijn. "It's better to burn out than to fade away? Is dit... wat... wat heeft dit-wie, heb jij..." Sjors zucht diep, kijkt op. "Walter, jongen", zegt hij zacht, terwijl hij de lijkbleke Walter op de rug klopt. "Every end is a new beginning. Je bent vrij. We hebben je hier in gepraat, we moesten je er ook uit helpen. De tijd van de winkel is voorbij, de muziek moet verder." Nu ziet ook Walter de lege spiritusflessen in de tas van Sjors en de gelaten gezichten van de rest. Ze hijsen Walter omhoog. Zwijgend schuifelen de vier mannen de nacht in, op zoek naar een herberg. Geen ster aan de hemel.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/kerst/het-grootste-cadeau/19615/
Meer Kerst op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/kerst
Deel dit artikel: