Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Net zoals ook vinyl nog lang niet is afgeschreven en net zoals de meeste muzikanten nog steeds in hele albums denken, terwijl die toch ook niet bepaald meer als zoete broodjes over de toonbank gaan, is het te vroeg om de B-kant dood te verklaren. Denk aan Spotify, waar veel artiesten toch ook weer 'tweede nummers' toevoegen aan singles. Maar hoopgevend ziet het er niet uit voor de achterkantjes van de hits. Al heeft dat minder te maken met de teloorgang van de single, maar veel meer met het afnemende belang van een ander traditioneel instituut: de radio als smaakbepaler van het volk.
Eerst maar even een kleine duik in de geschiedenis. De B-kant wordt geboren in de begindagen van de rock-'n-roll, en levert dan eigenlijk al meteen mooie verhalen op die hier elders uitgebreid zijn beschreven. Het zijn The Beatles die voor het eerst echt werk maken van het feit dat een single twee groeven heeft, als ze besluiten tot het fenomeen van de dubbele A-kant. Logisch, want zeg nou zelf: 'Day Tripper' of 'We Can Work It Out', 'Penny Lane' of 'Strawberry Fields', 'Come Together' of 'Something', het is en blijft lastig kiezen.
In stukken gehakt
In de jaren zestig komt het ook voor dat twee artiesten allebei een kant van de single mochten vullen, vaak met het oog op de jukebox, een fenomeen dat later ook in alternatieve kringen met splitsingles vaak herhaald wordt. Denk aan een band als Nirvana, die zo vriendelijk is singles te delen met bijvoorbeeld The Jezus Lizard en The Melvins, of Sonic Youth, die met Mudhoney paart op de briljante combinatie 'Halloween'/'Touch Me I'm Sick', om er maar een paar te noemen.
In de jaren zeventig en tachtig komt daar nog bij dat sommige singles gewoon in stukken worden gehakt en op twee kanten worden geperst. Zo paste Deep Purple's 'Child in Time' tenminste toch nog op één 45-toerenplaatje, net als 'Papa's Got a Brand New Bag' van James Brown. Slimme platenbazen komen bovendien met het idee twee nummers van verschillende platen toe te voegen. Dat komt namelijk ook de verkoop van de vorige plaat ten goede, zo is de gedachte. Neem bijvoorbeeld 'Computer Love' van Kraftwerk, dat in 1981 verschijnt met op de B-kant 'The Model', een nummer van hun drie jaar eerder verschenen album. Het wordt nu echter pas een hit, waarop de platenmaatschappij A- en B-kant maar omdraait.
Het zijn verhalen waarin weemoed doorklinkt, maar toch moet ook geconstateerd worden dat in die tijd de neergang van de B-kant begint. De grote succesverhalen zijn voorbij en de waarde van de flipside neemt af, wat onder meer blijkt uit de liefdeloos gemaakte instrumentale versies van de A-kant. Wie zit hier nog op te wachten? Met de komst van de cd-single zet het verval verder door. Eerst worden de mogelijkheden nog volop verkend met aardige singles, die soms wel vijf nummers bevatten, maar later wordt ook hier gemakzucht troef, met ellenlange, suffe remixen en een stuitend gebrek aan kwaliteit. Soms komt er nog een B-kant tot wasdom en soms is er nog inspiratie te vinden, waarvan de vele mooie verzamelaars met B-kantjes uit deze periode getuigen. Over het algemeen gaat het hier echter zelden om B-kantjes in de ware zin van het woord; vaak zijn het algemene bonustracks en rarities. Kortom: de glorietijd is dan wel voorbij. De mooie verhalen en de B-kant die zijn A-keus verre overvleugelt behoren tot het verleden.
De autonome radio-dj
Hoe komt dat toch? Of liever: hoe komt het toch dat de B-kant daarvoor zo'n rijke geschiedenis kent? Waarom komen al die andere prachtige nummers die op volledige albums in de jaren zestig, zeventig en tachtig verschenen zijn slechts zelden tot die wasdom? Het antwoord is prozaïsch: omdat radio-dj's jarenlang slechts draaien wat op single verschijnt. En ja, die radiojocks draaien een single soms wel om, maar een langspeelplaat krijgen ze toch echt niet in de ether. Soms was het ook toeval. Het verhaal gaat dat 'Black Water', een single van de Doobie Brothers, een grote hit werd omdat de dj de plaat gewoon verkeerd om op de draaitafel had gelegd.
Het verhaal van de teloorgang van de B-kant is dus eigenlijk vooral het verhaal van de teloorgang van de autonomie van de radio-dj. De radio-dj is al lang niet meer degene die bepaalt wat wij luisteren. Daarvoor is het aanbod te gevarieerd geworden en is de muziek te vaak uit de afspeellijst van de computer afkomstig. Bij de radio-dj zit hem dus de echte pijn. Niet bij de artiest. Die laat zich nog steeds niet voorschrijven wat wel of niet gedraaid moet worden. En terecht. In die zin is er dus ook nu nog een wereld te winnen voor wat door een enkeling als B-keus wordt gezien.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/bkant/let-it-b-lofzang-op-de-flipside/21438/
Meer BKant op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/bkant
Deel dit artikel: