Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Je hebt hypes en je hebt hypes. En daar nog boven ligt de Hype die in Engeland losbarst rond Arctic Monkeys. Goed, daar gaat een uitgekiende marketingstrategie aan vooraf, met een manager die mp3's van vroege liedjes op internet post die onderling uitgewisseld worden via nieuwsgroepen. En optredens die niet in het trendgevoelige en snobistische Londen plaatsvinden, maar in arbeiderssteden als Leicester, Leeds en Manchester. Het geeft de groep de tijd om een trouwe fanschare op te bouwen en rustig aan de setlist te schaven. De band zelf komt bovendien uit Sheffield; meer down to earth en streetwise dan de staalstad zal je ze in Engeland niet gauw vinden. Een stad met een roemrucht muzikaal verleden, met namen als Cabaret Voltaire, Human League, Pulp en vooruit, Joe Cocker.
Tegen de tijd dat de groep wel de hoofdstad aandoet, is de buzz dermate groot dat platenmaatschappijen in de rij staan. Arctic Monkeys is slim genoeg om te tekenen bij het ultrahippe label Domino, dat twee jaar ervoor al de jackpot wint door Franz Ferdinand te contracteren. Mede die buzz zorgt er al vroeg voor dat mensen watertandend uitkijken naar de eerste single, die oktober 2005 verschijnt. Menig platenzaak heeft wanden vol gestald met 'I Bet You Look Good on the Dancefloor'. Op die single klinkt een band die blaakt van het zelfvertrouwen; om een single zo hortend en stotend met gitaar en drums te openen is gedurfd. Geen wonder dat de single dan ook op nummer één binnenkomt in de Britse hitlijsten - ook in een tijd van downloads nog altijd een indrukwekkende prestatie.
Geezers
Het knapste is dat Alex Turner, frontman en voornaamste tekstschrijver, de hype waar weet te maken. Het recept is bekend. Songs met teksten met observaties uit het leven als geezer in de grote stad: bijbaantjes, relaties, uitgaan, knokpartijen, alles wat er in het leven van de gemiddelde Britse middelbare scholier omgaat. Turner heeft daarin dezelfde scherpe pen als stadsgenoot Jarvis Cocker. Maar dit alles wordt dan ook nog met een plat accent gezongen door een jongen die rechtstreeks van de straat lijkt te zijn geplukt; geen wonder dat de muziek gretig aftrek vindt bij de doelgroep. Herkenbaarheid is altijd een goed selling point.
Het wachten is dus op het volledige debuut van Arctic Monkeys. En Whatever People Say I Am, That's What I'm Not overtuigt. Het is een sterk en verrassend debuut. En ook hier een bandje dat bijna arrogant begint met het rammelende en van krassende gitaren voorziene 'The View from the Afternoon' om de luisteraar de volledige eerste helft van het album geen enkele rust te gunnen met 'I Bet You Look Good on the Dancefloor', 'Fake Tales of San Francisco' en 'Dancing Shoes'. Er wordt geregeld afgerekend met randfiguren uit het dagelijks leven, zoals iets te dronken types die de zanger bij het uitgaan lastigvallen met groteske verhalen. De gemiddelde Sheffieldse stapper moet uitkijken niet met Turner in aanraking te komen; voor je het weet ben je het lijdend voorwerp in een volgende song. Tussen al die teksten over het uitgaan, zit ook de keerzijde van het leven als youngster, zoals het bittere 'Mardy Bum', over ruzie met zijn liefje, of 'When the Sun Goes Down', over prostitutie.
Plaat van een generatie
Whatever People Say I Am, That's What I'm Not is een hit in Engeland. Het is het bestverkopende debuut aller tijden en belangrijker, het is de plaat van een generatie, zoals The Queen Is Dead van The Smiths dat in de jaren tachtig en Oasis' Definitely Maybe dat in de jaren negentig was. Tweede single 'When the Sun Goes Down' komt ook al op nummer één binnen in de hitlijsten en voor concertkaartjes telt men honderden ponden neer. De band vertikt het om in grotere zalen op te treden; slim, zo heeft de groep rustig de tijd naar de grotere status toe te groeien. De hype waait over naar andere landen en zowaar, ook Nederland valt eens massaal voor een Britse band. Het NOS Journaal besteedt zelfs in een minutenlang item aandacht aan Arctic Monkeys. De singles worden veel gedraaid op de radio. Het concert in Paradiso is in twee minuten uitverkocht.
Jaren later lijkt het erop dat Whatever People Say I Am, That's What I'm Not een kantelpunt in de nieuwe hausse aan Britse bandjes in heeft geluid. Er zijn een hoop bands gekomen die geïnspireerd zijn door het geluid van Arctic Monkeys: Reverend and the Makers, Hard-Fi, Jamie-T, Milbur; ze hebben geprobeerd in hun voetsporen te treden, met wisselend resultaat. Eigenlijk hebben alle navolgers het aardig gedaan, maar niet meer dan dat. Ze ontberen de puntige liedjes of de sterke teksten.
Het is wachten op het nieuwe album van Arctic Monkeys, dat dit jaar moet verschijnen. Misschien weet Turner dan ook duidelijk te maken welke kant het op moet met de Britse popmuziek.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/arctic-monkeys/arctic-monkeys-whatever-people-say-i-am-that-s-what-i-m-not
Meer Arctic Monkeys op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/arctic-monkeys
Deel dit artikel: