Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wir rocken ruhig weiter...
Rock is niet dood, was nooit dood en zal ook nooit sterven. Duitsland is hier geen uitzondering en zo waren er dan ook op de (Pop Up vele bandjes te vinden die de discussie aangaan met de ons allen bekende rockstructuren. Hoe het nu niet moet liet de band Color Cacas zien. Ouwelullenrock die weliswaar ruw en hard was, maar ook zo cliché-geladen, dat dit soort muziek alleen nog maar mogelijk zou mogen zijn bij reünieconcerten van voormalige rock ’n roll artiesten die nog eens wild willen doen, maar in werkelijkheid allang bij moeders thuis op de bank naar tv-quizen kijken. Ook Angelika Express is met haar punkige gitaarrock überhaupt niet vernieuwend, maar weet toch zonder problemen te overtuigen. Stukken met een hoog meeschreeuwgehalte (zoals de culthit “Geh doch nach Berlin”), uitgebreide wij-kennen-de-rock-‘n-roll-cliché’s-maar-doen-gezellig-mee-actie op het podium en de jeugd kan weer tevreden zijn. Crash Tokio dient serieuzer genomen te worden. Creatieve gitaarnoise die zich in de contreien van bands als Slut, the Posies of Weezer ophoudt en een zanger met de looks van Tom Barman. Dat de bassiste Nina ook deel uitmaakt van de gitaarpoppunkers Miles is dan ook als een aanwinst voor beide bands.
Tussen de mannen met de grote gitaren vinden we natuurlijk altijd – ergens verborgen in een hoekje – die muzikanten die liever iets rustiger met hun gitaar omgaan. Mäkkelä’s Trash Lounge - zanger met verrotte gitaar en begeleiding op snare - overtuigt met zijn charmante punkfolk. Mäkkelä is trouwens ook eigenaar van de platenzaak Kioski in het zuiden van Duitsland – “de enige Finse platenzaak en mailorder ten zuiden van de Oostzee!” zoals ze zichzelf adverteren (Voor een recensie van hun laatste sampler, zie hier. Ook Roman Fischer mag hier niet vergeten worden. Ach, Roman was zo lief. Een waardig opvolger van Elliot Smith en dat voor iemand die schijnbaar nog geen twintig is! Zeer fragiele, gevoelige en oh zo mooie pop. Deze herfst verschijnt zijn debuutalbum bij Blickpunt Pop.
Electroclash liefhebbers verenigt u!
De referentiepop genaamd Electroclash is nog niet over haar hoogtepunt heen (Een goede inleiding in Electroclash wordt door KM-collega Theo Ploeg hier aangeboden). Ironische popmuziek met een stevige punkattitude en minimalistische electro aanpak. Herhaling op herhaling, kopie van kopie, zonder ook maar de illusie te hebben iets ‘nieuws’ te maken. De vermeend subversieve kracht van deze aanpak is binnen het postmoderne wetenschappelijke discours al geruime tijd een vanzelfsprekendheid en lijkt nu ook in de popmuziek haar sporen achter te laten.
Saalschutz uit Zürich behoort zonder twijfel tot de top van de Electroclash. Met songtitels als ‘leerer, inhaltsloser Ausdruck’, een opgefokte lo-fi aanpak, genoeg waanzin in hun koppen en een muzikaal referentiekader van Toc Toc en Busta Rhymes tot Legowelt en Gonzales horen we van deze act graag meer. Op de (Pop Up in Leizpig stonden ze samen met Knarf Rellöm (jawel, Frank Möller, zeer flauw, but it’s only Electroclash) en Patex op het podium. Knarf Rellöm is zo’n type die goed op zou kunnen schieten met de mensen van de NY Anti Folk Movement. Akoestische gitaar spelen, maar een hekel hebben aan ouderwetse saaie singer-songwriters. De oplossing: de ironische benadering. Hoe fenomenaal de combinatie van ironische Electroclash samengaat met ironische Electrofolk was in Leipzig in de kelders van het kwaliteitspodium Ilses Erika te zien.
Monda Fumatore
uit Berlijn laat de Electroclash de confrontatie aangaan met de blues. Blues à la Jon Spencer Blues Explosion, welteverstaan. Eén vrouw op gitaar en zang, éen man op gitaar of electronica-afdeling. Dat dit genoeg was werd snel duidelijk. Ondanks de belabberde PA-mix en de verkoudheid van zangeres Gwendolin wisten ze snel te overtuigen. Ruwe, eenvoudige gitaarloopjes en hese zang werd ondersteund, onderdrukt of weggejaagd door de soms enorm harde electronica. Niet duidelijk werd of dit de bedoeling was – irritatie is ook een kunstuiting – maar ondanks of juist door zulke irritaties lieten ze een zeer goede indruk achter. Mondo Fumatore’s derde album is een maand of twee geleden verschenen.
Electronisch klik, klak, knip- en plakwerk
Frank Bretschneider kan natuurlijk niet meer tot de nieuwe Duitse popmuziek-exponenten gerekend worden. Mede-oprichter van het befaamde Raster (Noton) label, verschijnen zijn eigen releases sinds een aantal jaren vooral op het vergelijkbare Mille Plateaux label. Net als Brettschneider’s visuals - opgebouwd uit blauwe en witte vlakken - tijdens het concert in een vervallen bioscoop die echter nog altijd straalde van vergane glorie, wordt het bij zijn muziek pas aan de randen onduidelijk en poreus. Gestructureerde technoide tonen die zich naar buiten toe openen en op deze wijze zeer warm en organisch overkomen.
De twee leden van Pocket Voodoo Calculator kozen voor een comfortabele houding en zetten zich rustig aan een tafel vol met electronica. Niettemin interessant om te zien hoe ze aan knoppen draaiden, kabels verwisselden en minidiscs sorteerden om in dit proces lage, diepe drones, geruis en geklik te produceren dat zeer spannend was. Mense Reents heeft in de laatste maanden veel persaandacht gekregen met zijn nieuwe album Aus freien Stücken. In Leipzig was hij als DJ met diaprojectie present om zijn nieuwe cinematografische funkige electro te presenteren en het huis te laten springen.
Links
Vanzelfsprekend dient mooie, spannende muziek gehoord te worden. U vraagt, KindaMuzik levert. Muziek van artiesten die op de (Pop Up in Leipzig stonden plus nog een aantal extra: hier als webradio-aflevering.
Leipzig (Pop Up 2003: www.leipzig-popup.de
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/709/pop-up-2003-leipzig-duitsland-8-11-mei/3363/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: