Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Thom Yorke – The Eraser
Reeds met ‘No Surprises’ fulmineerde Thom Yorke tegen de niet voor haar burgers opkomende overheid. Op diens eerste soloplaat, The Eraser, wordt die lijn doorgetrokken. Met de titel wordt onverbiddelijk verwezen naar pogingen fouten en schandalen van de Engelse regering schaamteloos weg te poetsen. Somberheid troef, ook in de wijze waarop Stanley Donwood op de hoes met duistere tinten schetst hoe Londen door vuur en water weggevaagd wordt. Hoogtepunt van het album is het controversiële ‘Harrowdown Hill.’ Daarin stelt de Radioheadzanger in zijn naar eigen zeggen meest boze liedje ooit met de regel”Did I fall or was I pushed” openlijk de vraag of de Britse wapenexpert David Kelly wel écht zelfmoord pleegde. Yorke levert geen schreeuwerige protesten, hij fluistert ze met zijn ijzingwekkende vocalen subtiel, doch ongekend bijtend in je oor. Ook het paradoxaal getitelde ‘Atoms for Peace’ staat bol van de achterdochtwekkende verwijzingen naar leugens. Simpelweg typerend voor Yorke’s donkergetinte wereldbeeld.
The Thermals – The Body, the Blood, the Machine
Het Christendom als middel om een ideologie aan de massa te verkopen. Dat verpakt in een fictief doemscenario is het overkoepelende thema van de laatste plaat van The Thermals. Juist, dat knetterende Amerikaanse machinegeweer aan punkpopliedjes! The Body, the Blood, the Machine is een welhaast Orwelliaanse plaat geworden die boordevol zit met referenties aan de oorlog, gekoppeld aan de aloude Puriteinse Manifest Destiny-gedachte. Je zou gaan vermoeden dat Hutch Harris het boek The Plot Against America van Philip Roth gelezen heeft. En geluisterd heeft naar wat Dylan schetste toen hij ‘With God on Our Side’ neerpende. De verblinde Jezusfiguur op de hoes staat met gespreide armen tegen een achtergrond vol puinzooi. Alsof hij moedeloos wordt van het onheil en de misère die de religieuze machthebbers rond het Witte Huis voortbrengen. Het moge duidelijk zijn: het muzikale spervuur van het drietal uit Portland, Oregon ligt zwaarder op de maag dan ooit tevoren!
Michael Franti and Spearhead - Yell Fire
Typerend voor Michael Franti is alleen al de wijze waarop de plaat aanvangt in ‘Time to Go Home, met de regel ”Those who start wars never fight them.” Het is tijd om Amerika’s jongens en meiden weer thuis te brengen, zo concludeert de pacifist.’ Gebracht door Franti’s stembanden klinkt dat zonder meer geloofwaardig, want de boomlange zanger had het lef om slechts gewapend met een gitaar een bezoek te brengen aan Irak, Israël en Palestina. Naast de plaat leverde dat een indrukwekkende dvd op. I Know I’m Not Alone is Franti’s wijze om bevrijd van media-interventies de menselijke factor van de oorlog in kaart te brengen door in gesprek te gaan met de lokale bevolking en de strijdmachten. Plaat en dvd zijn niet los van elkaar te zien. Yell Fire is een inspirerende lokroep naar globale vredelievendheid en vriendschap. Want: ”God is too big for just one religion”
Kris Kristofferson - This Old Road
Zijn beroemdste tekstregel is Freedom is just another word for nothing left to lose. Kris Kristofferson, één van de grootste Amerikaanse songschrijvers, keert in maart dit jaar terug met de cd This Old Road en zingt opnieuw over persoonlijke vrijheid en over de vrijheid van de ene persoon die ten koste gaat van die van anderen. Maakt de één zich breed, dan komt de ander in het nauw. En zo zal het altijd zijn; mooi materiaal voor liedjesmakers. Maar in de song ‘In the News’ schiet Kristofferson uit zijn slof en haalt hij hard uit naar Amerika, bezig met the billion dollar bombing of a nation on its knees. Met zijn verre van soepele stem kruipt de oude bard in de huid van God om het godvrezende Amerika te waarschuwen dat het maar eens afgelopen moet zijn, daar in Irak. De video van ‘In the News’ is simpel, hard en effectief.
Video: http://kriskristofferson.com/news/
Pearl Jam – Pearl Jam
Eddie Vedder en de furie, het is bijna een twee-eenheid. Haalde hij reeds in ‘Bushleaguer’ ongemeen fel uit naar de Texaan in het Witte Huis, op Pearl Jam bestaat een aanzienlijk deel van de inspiratie uit rauwe, onversneden woede. Volledig in lijn met de houding die de grungerockers aannamen in de Vote For Change-tour. De gewenste regime change kwam niet. Ondersteund door de eruptieve gitaren van Mike McCready en Stone Gossard richt Vedder zich in ‘World Wide Suicide’ wederom tot de neoconservatieve president. Hem wordt gevraagd hoe het is om vanuit zijn ivoren toren uit te zien op een ontvlamde wereld en te kijken naar foto’s van nodeloos gesneuvelden. Nergens wordt een naam genoemd, maar het is niet lastig te raden wie de geadresseerde is. Zeker niet wanneer in ‘Marker in the Sand’ stevig uitgehaald wordt met“Now you got both sides / Claiming killing in God's name / But God is nowhere to be found, conveniently.”
Lee Hazlewood - Cake or Death
Zelf kijkt hij door een ernstige ziekte al geruime tijd de dood in de ogen, dus wie kan er beter over het lot van de Amerikaanse soldaten in Irak schrijven dan Lee Hazlewood? De meester van de weelderig georkestreerde loungepop is er echter de man niet naar om standaard protestsongs te maken. ‘Baghdad Knights’, van Hazlewoods voortreffelijke laatste cd Cake or Death, is een brief van een soldaat die naar Irak is gestuurd en het thuisfront informeert over zijn ervaringen in het Midden-Oosten: “Sometimes we fight / Sometimes we run / It’s just like playing football / …with a gun.” Zie het leger vechten en rennen, lijkt het geen fraai footballteam? Laten we hen de Bagdad Knights noemen. Hazlewood omlijst zijn dubbelzinnige boodschap met een breed uitwaaierend arrangement vol blazers, fluiten, gitaarlicks en een aanzwellend koor. Vermakelijk, verontrustend en een tikje pervers. Vintage Hazlewood dus.
Neil Young - Living With War
Na de gemoedelijke countryklanken van het veelgeprezen album Prairie Wind, waarop Neil Young zijn overleden vader op emotionele wijze herdenkt, jaagt hij heel rechts Amerika op de kast met de felle protestplaat Living With War. Zowel de gierende gitaarrock, die naar zijn tijd met Crazy Horse teruggrijpt, als de weinig verhullende anti-Bushsongteksten laten alleszins weten dat de oude Young furieus is. In het cd-boekje bedankt hij echter niet Bush, maar nota bene Bob Dylan voor de inspiratie. Wie naar het bevlogen 'Flags of Freedom’ luistert, hoort tegelijkertijd flarden van 'Chimes of Freedom' en bij 'Roger and Out' klopt Young voorzichtig aan de hemelspoort. Hoewel het logischer zou zijn om met bijvoorbeeld 'America the Ugly' van Tom T. Hall te eindigen, omhelst de cynische Canadees het oerconservatieve Amerika met een gospelkoor, dat 'America the Beautiful' zingt en daarmee Youngs meest politieke plaat afsluit.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/2006/de-politieke-platen-van-2006/14651/
Meer 2006 op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/2006
Deel dit artikel: